In de serie ‘Planeet B’ hebben we gekeken hoe de ideale planeet voor de mens eruit zou zien. Welke inzichten heeft dit gedachte-experiment ons opgeleverd?
In het boek ‘The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy’, de klassieker van Douglas Adams, ontsnapt aardbewoner Arthur ternauwernood aan de ontploffing van zijn thuisplaneet. In een uithoek van het heelal leert hij (spoileralert) dat aliens de aarde ooit bouwden voor een 10 miljoen jaar durend experiment dat gerund werd door muizen. Arthur is live getuige van het ontwerpproces van Earth Mark Two.
Onze eigenlijke aarde wordt – voor zover we weten – voorlopig niet opgeblazen door aliens. Als iemand het voor ons verpest op aarde, is het wel de mens zelf. There is no planet B, luidt de bekende waarschuwing. Maar wat als we wél een planeet B konden maken? Hoe zouden wij aardbewoners die ontwerpen? Met de expertise van ruim tien wetenschappers, van sterrenkundige tot filosoof, gingen we het gedachte-experiment aan. Missie: een planeet creëren die perfect is voor de mens.
Negen afleveringen later staan we weer met beide benen op de grond. Want helaas: planeet B bouwen, zoals in ‘The Hitchhiker’s Guide’, kan niet. Welke inzichten heeft het gedachte-experiment ons opgeleverd om er toch nog iets van te maken, hier op planeet A(arde)?
We wonen al op de ideale planeet
Voorafgaand aan deze serie hoopten we dat de experts bij het ontwerpen van planeet B helemaal los zouden gaan. Onze droomplaneet zou een spectaculair, onvoorstelbaar ontwerp krijgen, in elk opzicht beter dan de aarde. Maar met name de sterrenkundigen bleken het erover eens: we leven al op de ideale planeet. De mensheid is immers hier geëvolueerd. Als de omstandigheden niet optimaal voor ons waren geweest, waren wij nooit ontstaan. Een grotere planeet zou bijvoorbeeld een te sterk broeikaseffect hebben, een kleinere zou geen atmosfeer vasthouden.
Ook ogenschijnlijk slechte kenmerken van de aarde zijn cruciaal voor ons voortbestaan. Aardbevingen en vulkaanuitbarstingen zorgen ervoor dat de gassen in de atmosfeer worden ververst. Overstromingen maken de grond vruchtbaar. Zelfs ziekteverwekkers zijn van belang, bijvoorbeeld om de hoeveelheid plaaginsecten beperkt te houden.
Er zijn hooguit wat ‘details’ aan planeet A die voor verbetering vatbaar zijn. Als de aarde iets langzamer zou draaien, zou het weer stabieler zijn (en kon je elke nacht een uurtje langer slapen). En met kleinere, zelfvoorzienende continenten heb je geen massale verplaatsingen van mensen en grondstoffen meer nodig. Dat voorkomt pandemieën en planetaire opwarming door overmatige uitstoot. Want mede door die uitstoot maken we de aarde een stuk minder comfortabel voor onszelf. De klimaatverandering gaat zo snel dat we geen tijd hebben om ons eraan aan te passen. Bovendien staan door onder meer grootschalige boskap, landbouw en visserij volledige ecosystemen onder druk. Als we zo doorgaan, helpen we het aardse paradijs dus in rap tempo naar de verdoemenis – en daarmee onszelf ook.
De mens is kwetsbaar
De aarde, wordt vaak gezegd, is een kwetsbare blauwe knikker. Maar eigenlijk valt dat reuze mee. Aardbevingen, pandemieën en overstromingen; onze planeet overleeft het allemaal wel. Het ontwerp van planeet B laat zien dat vooral de mensheid op allerlei vlakken uiterst kwetsbaar is.
Als bijvoorbeeld een grote ruimterots op aarde inslaat, zullen bepaalde diersoorten uitsterven, net zoals de dino’s ooit overkwam. Maar de één zijn dood is de ander zijn brood: andere soorten zullen na zo’n ramp juist opbloeien. Helaas hoort de mens waarschijnlijk bij de eerste groep. In tegenstelling tot bijvoorbeeld bacteriën passen we ons niet makkelijk aan nieuwe omstandigheden aan, zodat we na een stevige meteorietinslag snel het dinootje zijn. Dat ons dit niet allang is overkomen, danken we vooral aan de door sterrenkundigen veelgeprezen maan. Aan zijn talrijke putjes zie je dat hij al een heleboel rotsblokken voor ons heeft opgevangen.
Verder luistert de samenstelling van de atmosfeer nogal nauw. Bij een ander mengsel van elementen komen we al snel in ademnood. Bovendien zorgt de atmosfeer voor de waterkringloop, verdeling van warmte en bescherming tegen schadelijke hoeveelheden uv-straling van de zon.
Ook kunnen we niet zonder gezelschap van andere organismen. Uit biologische experimenten blijkt dat een ecosysteem met te weinig soorten erg fragiel is. Sowieso kan evolutie op den duur ertoe leiden dat de mens buitenspel komt te staan. Maar daar zullen we ons bij moeten neerleggen, want…
Het draait niet alleen om ons
In het gedachte-experiment staken we planeet B in als perfecte planeet voor de mens. En dus hielden de wetenschappers zich aan die opdracht: ze schrapten woestijnen en grote oceanen, omdat ze voor ons geen nut hadden, en kozen dieren en planten die we nodig hadden. Ze ontdeden planeet B van seizoenen, zodat we bijna overal konden wonen, en reserveerden de vruchtbare gordel rond de evenaar deels voor intensieve landbouw.
De egocentrische aanpak is logisch: wij zijn immers mensen, en daarom het belangrijkst toch? Tegelijk zijn we maar één diersoort in een web van miljoenen soorten levende wezens, en bestaan we nog maar een fractie van de leeftijd van de aarde. Is het niet juist te wijten aan die egoïstische houding dat we de aarde onleefbaar maken en überhaupt zouden moeten verhuizen naar een planeet B?
De oplossing is volgens twee wetenschappers een andere mindset: zet niet de mens, maar de planeet centraal. De een ontwierp een voedselsysteem dat de grenzen van de planeet respecteert en tegelijk iedereen een gezond dieet geeft. De ander schetste een wereld waarin mensen een goed leven hebben, maar onze voorraden beperkt zijn. Volgens beiden moeten we minder grondstoffen gebruiken, minder verspillen en meer hergebruiken. Een kringloop van energie, voedsel, materialen, met de mens slechts als schakel in de keten. De transitie die daarvoor nodig is, vraagt niet alleen om technologie.
Technologie is niet dé oplossing
Op aarde is elke technologische stap vooruit een stap op onbekend terrein, waar de regels en limieten nog uitgevonden moeten worden. We gebruiken nieuwe tech het liefst meteen op grote schaal en dealen daarna pas met de consequenties (of niet). Nadenken over planeet B leert ons dat we die volgorde beter kunnen omdraaien. Hoeveel technische snufjes we ook tot onze beschikking hebben, gedragsverandering is de sleutelfactor om van planeet B een langdurig succes te maken. Waar veel experts aangaven dat de nieuwe planeet weinig moet verschillen van de aarde, wees een van de wetenschappers ons erop dat planeet A ons juist vertelt hoe het op B níet moet. In die zin is het ontwerp van de bol minder belangrijk dan hoe wij als mens met ons nieuwe thuis zouden omgaan.
Op planeet B kunnen we alle huizen van oneindig veel elektriciteit voorzien, maar we kiezen ervoor dat de stroom op kan gaan. Het nieuwe voedselsysteem is duurzaam, mits we plantaardiger gaan eten. De kleine continenten kunnen pandemieën voorkomen, maar alleen als we niet massaal de hele planeet over vliegen. Zulke keuzes kunnen we ook maken op aarde, maar de werkelijkheid is tegenovergesteld. Hoe verder we ons op technologisch vlak ontwikkelen, hoe meer de mens in de klimaatpenarie belandt. Met dezelfde technologie kunnen we ook weer uit die klimaatcrisis komen. Maar doen we dat ook? Of kiezen we voor negeren en uitstelgedrag? Technologie kan een planeet, de mens en alles rondom pas helpen als we die inzetten op een oplossende in plaats van destructieve manier.
Leven is meer dan overleven
Al zou het lukken een planeet te maken waarop we kunnen overleven, het doet ons eigenlijk tekort. Leven is namelijk meer dan overleven. We willen ons kunnen verwonderen, genieten, onszelf uitdagen, geraakt voelen. Waar de ene wetenschapper het bos waardeerde, omdat het onze bloeddruk verlaagt en aandacht verscherpt, wees een andere erop hoe anders we een bos beleven met of zonder vogels.
Bovendien gaat onze planeet B uit van de mens als
eenheidsworst, alsof we allemaal dezelfde behoeften hebben en geluk en
zingeving halen uit dezelfde dingen. In werkelijkheid barst de
wereldbevolking van de culturen met verschillende opvattingen over wat
een goed leven is. De ruimteark zou overvol zijn als elke cultuur eigen
planten en dieren mee mocht nemen. Het ideale voedselsysteem zou voor
elk volk anders zijn. De eeuwige lente op planeet B bevalt Hollanders
wellicht een stuk beter dan Ethiopiërs, Brazilianen of Inuït. En de 15
minutensteden, waarbij alle voorzieningen binnen 15 minuten lopen of fietsen bereikbaar zijn, een zegen voor de Amsterdammer die verlangt naar een
rustige buurt, maar ze zijn vlees noch vis voor de metropoliet uit
Singapore of voor de Mongoolse nomade.
Ten slotte kun je je afvragen of we niet te veel verliezen van ons mens-zijn op een planeet waar alles voor ons is bedoeld. Is er nog sprake van voorspoed zonder tegenslag? Als het weer voorspelbaar wordt, is de sjeu eraf. Zeiknat worden van een hagelbui of vastzitten in de sneeuw met kerst, heeft zo zijn voordelen. Het inspireert ons, aldus de weerman. Want rillend van de kou trekken we een sprintje door de hagelstenen, of kruipen we bij elkaar voor de haard. Zo vinden we na elke tegenslag, groot of klein, ons thuis.