Het onkruidverdelgingsmiddel glyfosaat van Monsanto is populair, vooral in de sojateelt. Maar op de Argentijnse pampa, waar veel soja wordt verbouwd, heeft dit middel een slechte invloed. Célia Martins Bento (Wageningen Universiteit) ontdekte dat glyfosaat er in de winter maar langzaam afbreekt. “Dat er altijd glyfosaat in de bodem zit doet de oogst geen goed.”
Het veel gebruikte onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat, meestal verkocht onder de merknaam Roundup Ready, ligt steeds meer onder vuur. Dit voorjaar maakte de Wereldgezondheidsorganisatie bekend dat het middel ‘waarschijnlijk kankerverwekkend voor mensen’ is. Daar komt bij dat ook steeds meer onkruidsoorten resistent zijn tegen glyfosaat, waardoor boeren extra moeten spuiten. Denemarken verbood glyfosaat al in 2003 op kleigrond, nadat er vijf keer te hoge concentraties in het grondwater waren aangetroffen. Nederland gaat het bestrijdingsmiddel voor niet-landbouwkundige toepassingen per januari 2016 te verbieden.
In Argentinië is glyfosaat nog steeds booming. Dat komt vooral door de sojateelt, die volgens de Argentijnse kritische artsen- en milieu-organisatie Physicians Network of Sprayed Peoples (RMPF) jaarlijks 320 miljoen liter verbruikt. Het areaal soja is er immens – bijna vijf keer de oppervlakte van Nederland. Een deel van die soja komt naar Nederland. Bedrijven verwerken soja-eiwit en –meel in koekjes, pindakaas, soepen, sauzen en vooral veevoer.
Pampa
Dat die gigantische hoeveelheden glyfosaat in Argentinië leiden tot bodemverontreiniging is niet verbazingwekkend. Maar wat doet glyfosaat precies met de bodem in de sojateelt? En welke invloed heeft het klimaat? De Portugese Célia Martins Bento van de Wageningen Universiteit onderzoekt dit voor de uitgestrekte pampa (vlakte) van de provincie Córdoba, in het midden van Argentinië. Bento: “Er zijn wel veel studies over pesticidegebruik in de Verenigde Staten en Europa, maar nauwelijks in Argentinië. Terwijl het gebruik van glyfosaat fors is gegroeid sinds 1996, toen het op de markt kwam”.
Ruwweg geldt dat hoe langer een middel in de bodem blijft zitten, hoe meer schade het kan aanrichten aan de planten en het bodemleven. Een van de vragen is dus hoe lang het duurt voordat glyfosaat in de bodem is afgebroken. De bodem in de Argentijnse pampa is het vruchtbare löss, dat ook in Zuid Limburg voorkomt. Voor haar onderzoek gebruikte Bento lössgrond uit het Zuid-Limburgse Nagelbeek. Bento: “Liever had ik Argentijnse löss gehad, maar dat was logistiek niet mogelijk. Het experiment in Argentinië uitvoeren kon ook niet, omdat daar de goede laboratoriumomstandigheden ontbreken”. De Limburgse en Argentijnse löss kunnen goed met elkaar worden vergeleken.
Bento bracht de bodemmonsters onder in een klimaatkamer, om de microben te laten acclimatiseren. Vervolgens werden ze, onder verschillende temperaturen, lichtsterktes en vochtigheid dagelijks onderzocht.
Halfwaardetijd
Haar laboratoriumonderzoek toont aan dat de halfwaardetijd van glyfosaat – de tijd die nodig is om de helft van een stof af te breken – sterk afhankelijk is van temperatuur, lichtsterkte en vochtigheid. In een gemiddelde Argentijnse zomer lijkt die afbraak niet lang te duren: bij een temperatuur van dertig graden en een hoge bodemvochtigheid bleek binnen twee dagen de helft van het glyfosaat afgebroken. Maar in de winter duurt dat veel langer, zo vond Bento. Bij een temperatuur van vijf graden en een bodemvochtigheid van acht procent – een gemiddelde Argentijnse winter – was na dertig dagen het glyfosaat nog niet voor de helft afgebroken.
Door die lange afbraaktijd, en doordat boeren zoveel glyfosaat gebruiken, zit in de bodem dus waarschijnlijk altijd glyfosaat. “We hebben uitgerekend dat een boer twee jaar geen glyfosaat zou moeten gebruiken, om glyfosaatvrij te zijn”, aldus Bento. En in de zomer degradeert het middel dan wel snel, maar die afbraaksnelheid loopt af: hoe lager de concentratie glyfosaat, hoe langzamer de afbraak. Bovendien blijft het belangrijkste afbraakproduct van glysosaat, AMPA, veel langer in de bodem aanwezig.
Bento vreest dat door de continue aanwezigheid van glyfosaat en AMPA een gewas minder goed reageert op ziektes, plagen en onkruid. Deze middelen doden immers ook organismen die op een natuurlijke wijze onkruid kunnen onderdrukken. En dat heeft gevolgen voor de opbrengst en de kwaliteit. “Boeren kijken niet naar de bodem, ze kijken naar het gewas: groeit dat goed? Als ze dan onkruid zien, zullen ze meer bestrijdingsmiddelen toepassen. Zo ontstaat een vicieuze cirkel”, zegt Bento.
Braaklegging
Volgens de Argentijnse wet moeten boeren soja afwisselen met een ander gewas, meestal is dat mais. Maar in de praktijk wordt vaak twee keer achter elkaar soja gezaaid, omdat het meer geld opbrengt. Ook dat verhoogt het glyfosaatgebruik.
Glyfosaat zorgde bij de introductie, twintig jaar geleden, voor spectaculair hogere oogsten. Door de toenemende onkruidresistentie dreigen de oogsten terug te lopen. “Een economisch probleem dat de hele wereld aangaat en gevolgen heeft voor de voedselzekerheid”, zegt Bento. Want als de sojaprijzen stijgen, worden goedkope dierlijke eiwitten duurder. Honderden miljoenen mensen zijn dan meer geld kwijt, of kunnen zich geen vlees meer permitteren.