Naar de content

Stresshormoon wijkt niet af bij burn-out

Mensen met een burnout hebben vaak last van depressieve stemmingen en extreme vermoeidheid. Beide klachten hangen samen met een afwijkend cortisolniveau. Cortisol speelt namelijk een grote rol in het stressregelsysteem: het wordt aangemaakt in stressvolle situaties waarin een vecht-of vluchtreactie wordt opgewekt. Desondanks blijkt uit het onderzoek van Paula Mommersteeeg dat een burnout – meestal het gevolg van stress op de werkvloer – niet leidt tot een hoger of lager cortisolniveau dan normaal. Daarom kan het cortisolniveau niet worden gebruikt om de diagnose burn-out te stellen.

26 september 2006

Ongeveer 9% van de Nederlandse beroepsbevolking heeft een burn-out, meldt Paula Mommersteeg in haar promotieonderzoek. Zo’n burn-out zou kunnen samenhangen met een ontregeld stressregelsysteem. Eerder onderzoek heeft aanwijzingen opgeleverd dat vooral ‘stresshormoon’ cortisol betrokken is bij een burn-out. Paula Mommersteeg laat zien dat dit op zijn minst te simpel gesteld is. Paula Mommersteeg: “Mijn onderzoek toont aan dat het cortisolniveau geen geschikte maat is om een diagnose burn-out te stellen. Er kan ook niet mee voorspeld worden wie herstelt van de klachten en wie niet.”

“Mensen met een burn-out zijn vooral extreem moe, emotioneel uitgeput en hebben het gevoel ‘opgebrand’ of leeg te zijn,” vertelt Paula Mommersteeg. “Deze vermoeidheid gaat niet weg na een nacht goed slapen, of een week vakantie. Ook is er vaak sprake van een depressieve stemming. Uit eerder onderzoek weten we dat bij vermoeidheid en depressie het cortisolniveau verstoord is. Omdat deze twee klachten ook voorkomen bij een burn-out, dachten we dat het cortisolniveau ook hier zou afwijken van wat normaal is. Tot onze verrassing was dat niet het geval.”

Chronische stress

Op het moment dat we stress ervaren, treedt ons sympathisch zenuwstelsel in werking. Dit zorgt ervoor dat ons hele lichaam zich klaarmaakt om te vechten of vluchten. De minder urgente taken van het parasympathische zenuwstelsel zoals groei, herstel en spijsvertering worden uitgesteld om zoveel mogelijk energie vrij te maken voor de vecht- of vluchtreactie. Paula Mommersteeg: “Het is niet moeilijk voor te stellen dat bij chronische stress en onvoldoende herstel de balans tussen het energievretende sympathische zenuwstelsel en het herstellende parasympathische zenuwstelsel verstoord kan raken en dat dit nadelige gevolgen kan hebben voor alle betrokken processen. Het hormoon wat een centrale rol speelt in deze processen, is cortisol.”

Tijdens een stressreactie wordt de hypothalamus-hypofyse-bijnier-as geactiveerd (in het Engels de ‘Hypothalamus-Pituitary-Adrenal’ – as, of HPA-as). In de hersenen, in het gebied wat de hypothalamus heet, wordt het hormoon CRH (corticotropine vrijmakend hormoon) afgegeven, wat de hypofyse aanzet tot de aanmaak van ACTH (adrenocorticotroop hormoon). ACTH in het bloed stimuleert de aanmaak en afgifte van cortisol door de bijnieren. Cortisol op zijn buurt zorgt ervoor dat er voldoende energie beschikbaar is, het reguleert de opslag en aanmaak van glucose, onderdrukt het immuunsysteem en beïnvloedt andere hormonen en regelsystemen.

Geen afwijkend cortisolniveau

Maar ondanks dat afwijkende cortisolniveaus zijn gevonden bij depressie en extreme vermoeidheid – twee klachten waar ook mensen met een burn-out vaak last van hebben – en de grote rol die cortisol speelt in het stressregelsysteem, vond Paula Mommersteeg geen ijzersterke aanwijzingen dat een burn-out samenhangt met een te hoog of te laag cortisolniveau. “We vergeleken een groep van 74 mensen met ernstige burn-outklachten met een zogenaamde controlegroep van 35 mensen zonder burn-out. Door speeksel af te nemen konden we het cortisolniveau vaststellen. Tussen de controlegroep en de burn-outgroep zaten geen verschillen. De mensen met een burn-out werden daarna – succesvol – voor hun klachten behandeld. Maar toen we hun cortisolniveaus voor en na behandeling vergeleken, zagen we dat hierin niets was veranderd. Hoewel de groep nu wel veel minder klachten had.”

Moeten we dan concluderen dat het stressregelsysteem helemaal niets met een burn-out te maken heeft? “Dat is te kort door de bocht,” aldus Paula Mommersteeg. “We hebben in ons onderzoek aanwijzingen gevonden dat er wel ‘iets’ aan de hand is. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat meerdere regelsystemen een beetje ontregeld zijn, maar niet voldoende om afzonderlijk te kunnen meten. Maar er is niets zoiets als een te laag of te hoog cortisolniveau bij een burn-out. Daarom kan het niet worden gebruikt om de diagnose burn-out te stellen. En je kunt er ook niet mee voorspellen wie zal herstellen en wie niet.”

Zie ook: