De invoering van standaardmaten voor containers zorgde vorige eeuw voor een revolutie in de scheepvaart. Standaardisatie of normalisatie kan deze eeuw bijdragen aan de groene transitie.
Het beroep van normalisator heeft niet de glans of sexyness van pak ‘m beet een minister, chippendale of profvoetballer. Een normalisator krijgt ook zelden de maatschappelijke waardering die een klimaatwetenschapper, zonnepanelenproducent of oprichter van een veelbelovende groene start-up ten deel valt. Dick Hortensius, normalisatieconsultant bij NEN, het Koninklijk Nederlands Normalisatie-Instituut, weet dat je met ‘verbetering van afspraken en basisprocessen in de kwaliteitsinfrastructuur de schijnwerpers niet haalt’. “Ik ben een groot fan van Marten Toonder”, zegt hij, doelend op de striptekenaar van de beroemde stripfiguren Olivier B. Bommel en Tom Poes. “Olivier B. Bommel zei dat het fijn is om in stilte iets goeds te doen. Dat vind ik een mooi streven.”
Tegelijkertijd is het dwaas om het belang van normalisatie of standaardisatie te onderschatten. Die kwaliteitsinfrastructuur, het onzichtbare stelsel van gigantisch veel technische afspraken, zorgt er bijvoorbeeld voor dat een bankpas overal ter wereld in de gleuf van de geldautomaat past. Of wat dacht je van de scheepvaart: de standaardmaat voor containers betekende een revolutie in deze sector én in transport over land. Het maakte het goederentransport sneller, kostenefficiënter en minder arbeidsintensief, onder meer doordat de container vlot van het ene op het andere transportmiddel is te plaatsen.
Eenvoudiger recyclen
In de scheepvaart was de drang naar normalisatie vooral economisch gedreven. We hebben echter ook veel aan normalisatie in ons streven naar een groenere wereld. Het kan een zeer belangrijke rol spelen bij de grote klimaat- en milieu-uitdagingen waar de planeet en maatschappij voor staan. “Normalisatie past heel goed bij de Europese Green Deal”, zegt Henk de Vries, bijzonder hoogleraar normalisatiemanagement aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. “Het is heel eenvoudig: als je de boel normaliseert, dus gelijke normen stelt waar producenten zich aan moeten houden, dan maakt dat bijvoorbeeld het recyclen eenvoudiger, efficiënter en dus beter.”
— Els Du BoisStandaardisatie levert enorme milieuwinst op, want hergebruiken gaat makkelijker
Ook plasticwetenschapper Els Du Bois van de Universiteit Antwerpen vindt dat normalisatie grote beloftes in zich draagt. Zij is bijvoorbeeld vóór een universele hergebruikbeker, zoals die tegenwoordig veel worden gebruikt op festivals. Nu hebben events soms hun eigen logo op een beker of zijn de maten verschillend. “Standaardisatie levert enorme winst op voor het milieu, want hergebruiken gaat makkelijker, waardoor je eenvoudigweg kleinere hoeveelheden nodig hebt.”
Nieuwe waarden
Hortensius van het NEN legt uit dat in het verleden al veel is genormaliseerd, maar met een ander doel. “Vaak ontstond dat om kosten te drukken, handel te vergemakkelijken en markten te vergroten. Het moertje van de ene fabrikant moet passen op het boutje van een andere. Maar tal van zaken die we vroeger goed vonden, vinden we nu niet meer goed.” Hij doelt daarmee voornamelijk op drie nieuwe waarden: duurzaamheid, circulariteit en aanpassing aan klimaatverandering. “Een onontkoombare ontwikkeling, omdat we op de grenzen van de planeet stuiten.”
Als voorbeeld noemt hij gebouwen, zowel oude als nieuwe. “Zijn bestaande gebouwen bestand tegen klimatologische veranderingen? Denk aan sterkteberekeningen op basis van historische data voor hittestress en grote windsterktes. Hoe veranderen die data in de toekomst en wat is de impact daarvan op de vereiste sterktes van constructies? Ook moeten we steeds meer aandacht besteden aan hergebruik van materialen, bijvoorbeeld vanwege schaarste of een grote negatieve milieu-impact. Het betekent dat we nieuwe normen moeten hanteren.”
Marketingding
Hoogleraar De Vries houdt zich al vier decennia bezig met normalisatie. Wie een tijd naar hem luistert, realiseert zich: we laten enorme kansen liggen, doordat er nog onvoldoende wordt genormaliseerd. Hoe komt dat? Volgens De Vries zit ’m dat aan de bedrijfskant vooral in de macht van marketeers. “Het gaat om het verleiden van de consument. De verpakking is één van de onderdelen in de marketingmix. Financieel werd dat belangrijker dan de besparing die normalisatie oplevert. Eén standaardformaat is saai, op marketinggebied kun je je daarmee niet onderscheiden van concurrenten.”
Dat zie je bijvoorbeeld bij de historie van het bierflesje. Zo had je ooit in Nederland het standaardbierflesje, georganiseerd door de bierindustrie zelf. Alle flesjes waren hetzelfde, vielen onder hetzelfde statiegeldsysteem en konden terug naar elke brouwerij, vertelt De Vries. Ze waren licht en gemakkelijk te reinigen. Recyclen ging makkelijker en financieel was het voordelig, onder meer omdat het logistiek goedkoper werd. “Het was een vrijwillige keuze van het bedrijfsleven om dit zo te organiseren. Ze pakten gezamenlijk de verantwoordelijkheid om kosten te besparen, want ik heb niet de illusie dat het milieu de belangrijkste aanleiding was.” Toch werd de fles zelf een ‘marketingding’. “Nu heb je nog steeds standaardflesjes, maar je ziet ook veel verschillende maten en die flesjes kunnen alleen terug naar een specifieke brouwerij.”
Polderen in Europa
De oplossing om te komen tot meer normalisatie is geen eenvoudige, zo geeft De Vries toe. Het beste zou zijn om, met vertegenwoordigers van consument, overheid en het bedrijfsleven, te komen tot gezamenlijke afspraken. Oerhollands polderen dus, liefst op Europese schaal. “Waar dat kan, uiteraard. We willen één Europese markt, dus moet je idealiter niet te veel nationale eisen stellen.”
Normalisatie van hogerhand opgelegd door bijvoorbeeld de Europese Unie lijkt dan een logische stap. Maar ook dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Zo heb je in Duitsland, een bierland bij uitstek, het Rheinheitsgebot. Dat bestaat uit vijfhonderd jaar oude regels die voorschrijven dat bier alleen mag worden gemaakt van bepaalde ingrediënten. Omdat Duitse bieren zich door dit gebod minder op samenstelling en smaak kunnen profileren, wordt het uiterlijk van het flesje des te belangrijker, denkt De Vries. “Bier is sowieso enorm met de Duitse nationale cultuur vervlochten. Het is zo’n gevoelig onderdeel van de identiteit dat politici hun handen daaraan niet durven te branden. Nederlandse normalisatie op biergebied is realistischer.”
Hortensius legt uit dat deskundigen in opdracht van de Europese Commissie al onderzoeken welke normen voor gebouwen en infrastructuur (wegen, tunnels, bruggen) moeten worden aangepast of nieuw ontwikkeld als gevolg van de opwarming van de aarde. “Dat levert een groot pakket aan normen op, die vervolgens opnieuw beoordeeld moeten worden door commissies. Verandering is onontkoombaar, maar dat vraagt veel tijd: de situatie is nijpend genoeg voor een versnelling.” De Vries sluit zich daarbij aan: het is vijf voor twaalf en er is al te lang getreuzeld op klimaatgebied.