De Agung vulkaan op Bali wordt momenteel scherp in de gaten gehouden. Of hij uitbarst is niet zeker, maar áls het gebeurt is het oppassen geblazen.
De Agung vulkaan op het toeristeneiland Bali is aan het rommelen. Afgelopen week vonden er tientallen – en soms zelfs honderden – aardbevingen per dag plaats op de vulkaankegel, satellietgegevens en tiltmeters laten zien dat het oppervlak vervormt, en er komt nu en dan stoom uit de krater. Het is reden voor alarmfase IV – de hoogste. Meer dan 100.000 bewoners van de dichtstbijzijnde gebieden zijn al geëvacueerd.
Uitbarsting?
Of het daadwerkelijk tot een uitbarsting gaat komen weet niemand. De ondiepe aardbevingen zijn weliswaar het gevolg van magma dat zich omhoog beweegt in de vulkaan, maar in veel gevallen is dit een proces dat op een geven moment gewoon weer stopt. Dan koelt de magma af, en stolt tot een intrusiegesteente.
Een andere mogelijkheid is echter dat de vulkaan wél uitbarst – en de geschiedenis leert dat dit bij de Agung met een enorme knal kan gebeuren. De laatste uitbarstingen van de Agung vonden plaats in 1963 en 1964. Bij de eruptie van 17 maart 1963 vielen 1700 doden, waarvan 1500 werden verzwolgen door de pyroklastische stroom – een gloeiend heet mengsel van lava, rotsblokken, as en gassen dat met een enorme snelheid bij de vulkaan vandaan raast. Temperaturen in zulke gloedwolken kunnen oplopen tot meer dan 800 graden en er worden snelheden gehaald van meer dan 700 kilometer per uur.
In mei van datzelfde jaar volgde een nieuwe uitbarsting. In beide gevallen reikte de uitstoot van de vulkaan tot 20 kilometer boven zeeniveau.
Modderstromen
Naast de gloedwolken vormen lahars een gevaar: modderstromen van vulkanisch materiaal vermengd met water, die snelheden kunnen bereiken van meer dan 100 kilometer per uur. Deze ontstaan bijvoorbeeld als een pyroklastische stroom op een rivier of kratermeer stuit, of als de aslagen op de helling verzadigd raken met regenwater. Lahars kunnen verwoestend zijn, tot tientallen kilometers bij de vulkaan vandaan.
Plaatgrens
Indonesië maakt deel uit van de zogeheten ‘Ring van Vuur’, een min of meer ringvormige band rond de Grote Oceaan waar veel vulkaanuitbarstingen plaatsvinden. Langs deze ring liggen plaatgrenzen, waar de ene aardschol onder andere ‘duikt’. Aan de zuidrand van Indonesië is het de Australische Plaat die onder de Euraziatische Plaat schuift. Op diepte smelt dan gesteente, dat vervolgens als magma omhoog komt zetten en vulkanen veroorzaakt.
Ook elders langs de Ring van Vuur is activiteit. Zo is op 28 september de vulkaan Sinabung op Sumatra uitgebarsten, nadat hij afgelopen maanden al onrustig was en in augustus nog grote aswolken uitspuwde. Van Vanuatu, een eilandengroep tussen Australië en Hawaï, is het eiland Ambae deze week ontruimd. 11.000 bewoners moesten dit eiland verlaten omdat de Manaro Voui op uitbarsten staat.
Overigens staan al deze gebeurtenissen op zichzelf. De uitbarsting van de Sinabung vergroot (of verkleint) de kans op een uitbarsting van de Agung dus niet, zoals hier een daar is te lezen.