Naar de content

Spreken in tongen: een universele taal

Een schilderij van de geboorte van Jezus met een duif in de lucht.
Een schilderij van de geboorte van Jezus met een duif in de lucht.
Bisdom Paramaribo, vrijgegeven in het publieke domein.

Met Pinksteren herdenken christenen de neerdaling van de Heilige Geest op de apostelen. Dit vond plaats op de vijftigste dag van Pasen: Pinksteren komt van het Griekse woord pentekostos, wat ‘vijftigste’ betekent. Volgens het Nieuwe Testament begonnen de apostelen en andere gelovigen daarbij in vreemde talen of in tongen te spreken. Maar wat is dat precies, spreken in tongen?

18 mei 2013

Plotseling kwam er uit de hemel een geluid dat leek op een enorme windvlaag en het vulde het hele huis, waar zij zaten. Op hun hoofden vertoonden zich tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen. Zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen in vreemde talen te spreken, zoals de Geest het hen gaf uit te spreken. (Handelingen 2:1-4)

Een schilderij van de geboorte van Jezus met een duif in de lucht.

‘Plotseling kwam er uit de hemel een geluid dat leek op een enorme windvlaag en het vulde het hele huis, waar zij zaten. Op hun hoofden vertoonden zich tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen. Zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen in vreemde talen te spreken, zoals de Geest het hen gaf uit te spreken.’ (Handelingen 2:1-4)

Bisdom Paramaribo, vrijgegeven in het publieke domein.

Spreken in tongen, tongentaal, klanktaal – of met een moeilijk woord: glossolalie (van het Grieks glossa ‘taal’, ‘tong’ en lalein ‘spreken’) – is een verschijnsel dat veel voorkomt in een christelijke context. In het Nieuwe Testament wordt het genoemd als één van de gaven van de Heilige Geest. Wanneer iemand ‘in tongen’ spreekt, produceert hij een reeks onbegrijpelijke klanken. Zo iemand is bevangen door de Heilige Geest en spreekt tot God, zo zegt Paulus in de Bijbel. Maar tongentaal werd ook gebruikt om een boodschap van God door te geven aan anderen. In dat geval moest tongentaal vertaald worden.

Taal in trance

In die laatste vorm kennen we tongentaal ook via het Orakel van Delphi in de Griekse Oudheid. Via het Orakel konden mensen raad vragen aan de goden. De priesteres Pythia fungeerde als doorgeefluik van de god Apollo. In trance gaf zij antwoord op vele vragen. Daarbij sprak zij onverstaanbare teksten die door priesters werden vertaald. Maar ook in een andere context wordt wel tongentaal gesproken. Jonge kinderen bijvoorbeeld ontwikkelen vaak hun eigen taaltje, net als sommige schizofrenen.

Het spreken in tongen wordt tegenwoordig vooral beoefend in de pinksterbeweging. Dat is een christelijke stroming die de nadruk legt op de Heilige Geest die de discipelen met Pinksteren ontvingen. De leden van de pinksterbeweging zien het geloof in de eerste plaats als een persoonlijke ervaring. Vandaar dat tongentaal, waarbij direct met God wordt gecommuniceerd, een belangrijke rol speelt. Daarbij is het dus vooral een taal om met God te spreken. Mensen die in tongen spreken ervaren dit vaak als een soort trance, waarbij het onmogelijk is om gewone taal te spreken.

Universele klanken

In de Bijbel wordt gezegd dat de apostelen in vreemde talen en dialecten begonnen te spreken, zodat iedereen de boodschap van christus kon verstaan. Dat glossolalie zich op deze manier kan uiten, wordt door allerlei onderzoeken tegengesproken. De tongentaal die bestudeerd is, laat enerzijds zien dat de spreker alleen fonemen of klanken gebruikt uit zijn eigen moedertaal en eventueel ook uit vreemde talen die hij kent.

Een menigte mensen met hun handen in de lucht. Ze zijn aan het bidden.

Biddende mensen.

Jaefrench, CC0 via Pixabay.

Aan de andere kant laat tongentaal kenmerken zien die in geen enkele taal gevonden zijn: er komen namelijk veel minder klanken in voor dan in een echte taal, en die klanken worden regelmatig herhaald. Het heeft veel overeenkomsten met een mantra. Bovendien is uit onderzoek gebleken dat iedereen ‘betekenisloze taal’ kan produceren. In experimenten werd aan proefpersonen gevraagd om te praten alsof ze een taal gebruikten die ze niet kenden. De klankreeksen die deze personen uitstootten, kwamen nauw overeen met christelijke glossolalie. Bovendien hadden ze een aantal opvallende overeenkomsten.

In deze betekenisloze taal worden maar vijf klinkers gebruikt: de ie, oe, aa, ee en oo. Die vijf klinkers zijn precies de klinkers die in bijna alle talen van de wereld voorkomen. Het zijn klanken die ons spraakkanaal het makkelijkst kunnen maken, we hoeven er weinig moeite voor te doen. De lettergrepen eindigen meestal op een klinker of een n, l or r. Dit zijn zogenaamde sonoranten, medeklinkers met een klinkerachtig (sonoor) karakter. Dat betekent dat het open lettergrepen zijn, en ook die zijn makkelijker te maken dan gesloten lettergrepen: ze komen in alle talen voor (in tegenstelling tot de gesloten lettergrepen), en ook kinderen produceren open lettergrepen in een eerder stadium dan gesloten lettergrepen.

Drie vrouwen zitten op de stoep met trommels.

Treble in Amersfoort (2005).

Rob Regensburg, vrijgegeven in het publieke domein via Wikimedia Commons.

Meezingers

Maar vooral lijkt spreken in tongen heel veel op zingen. Vooral de terugkerende klankopeenvolgingen lenen zich hier goed voor. Af en toe zijn er daarom zangers en zangeressen die zingen in een zelfbedachte taal. Een voorbeeld daarvan is de Nederlandse inzending voor het songfestival in 2006: het nummer Amambanda van de Limburgse groep Treble. Het grootste deel van de tekst is zelfverzonnen, zoals het refrein:

Amambanda amambanda
Amambanda gwena mambanda Amambanda amambanda Gwena mamba gwena mamba

Opvallend is de veelvoorkomende a. Dat is de makkelijkste klinker om te zingen, omdat je bij deze klank je mond wijd open hebt. Klanken waarbij je mond gesloten is, zoals de ie, zijn moeilijker om te zingen. Net zoals stemloze medeklinkers trouwens, zoals de p en de t. Die zijn een obstructie in de luchtstroom, en belemmeren dus het zingen. De medeklinkers m, b, n, d en gw zijn allemaal stemhebbend, wat betekent dat bij het uitspreken je stembanden trillen. Het is ook niet voor niets dat het woord mama voor kinderen bijna overal ter wereld een van de eerste woordjes is. Het komt er zo makkelijk uit.

Nog zo’n lekkere meezinger overigens is Ding-a-dong: het winnende songfestivalnummer uit 1975. Of denk aan de ‘ketchupsong’ uit 2002 van de Spaanse groep Las Ketchup. Dat dat nummer in zoveel landen bovenaan de hitlijsten stond, heeft vermoedelijk te maken met de universele taal die ze gebruikten. Van Argentinië tot Zweden kon men het refrein moeiteloos meezingen.

http://www.youtube.com/watch?v=AMT698ArSfQ

Bronnen:
ReactiesReageer