Eén van de drie winnaars van de Spinozapremie 2013 is Bert Weckhuysen, hoogleraar Anorganische Chemie en Katalyse aan de Universiteit Utrecht. De al aanzienlijke wetenschappelijke carrière van deze pas 44-jarige chemicus staat helemaal in het teken van katalysatoren. Weckhuysen geniet wereldfaam met zijn onderzoek waarmee hij deze onmisbare chemische hulpstoffen tot in detail kan doorgronden.
Het werk van Weckhuysen is van groot belang voor de chemische industrie. Enorm veel alledaagse dingen zouden zonder katalysatoren niet bestaan – volgens een ruwe schatting zou het wel eens om 90% van alle producten kunnen gaan.
Dankzij katalysatoren lukt het chemici om grondstoffen zoals aardolie en biomassa op een efficiënte manier om te zetten. In bijvoorbeeld brandstoffen, kunststoffen en bouwstenen voor medicijnen.
De onderzoeksgroep van Weckhuysen was één van de eersten die driedimensionale microscopische beelden wist te maken van actieve katalysatoren. Onder omstandigheden zoals die ook ‘in het echt’ in de chemische industrie gebruikelijk zijn: hoge temperaturen en hoge drukken. Daarmee werd – onder andere – duidelijk waarom katalysatormaterialen in de loop van de tijd minder goed ‘werken’. En wat je daaraan zou kunnen doen.
Ambassadeur
De kersverse winnaar van de Spinozapremie toont zich “overdonderd, verrast en uiteraard heel blij”. En hoewel het – net als de Nobelprijs – om een persoonlijk prijs gaat, deelt hij de eer direct met alle studenten en promovendi die hem in de dertien jaar van zijn hoogleraarschap hebben bijgestaan. “Ik beschouw mezelf als ambassadeur van onze vakgroep en in dat licht zie ik ook de toekenning van de Spinozapremie. Mijn onderzoek is voor een belangrijk deel hun werk geweest”.
http://www.youtube.com/watch?v=RmbYpWeTu9k
In de carrière van de 44-jarige chemicus komt de Spinozapremie precies op het goede moment. Vorig jaar stelde de faculteit Bètawetenschappen van de Universiteit Utrecht hem aan als faculteitshoogleraar, waardoor hij een groter deel van zijn tijd aan onderzoek kan wijden. En nu heeft hij zomaar opeens een vrij te besteden onderzoeksbudget tot zijn beschikking van maar liefst 2,5 miljoen euro.
Daarmee is hij uiteraard zeer in zijn nopjes. “We kunnen nu veel sneller op de bal spelen – we hoeven niet eerst door de molens van projectvoorstellen en subsidieaanvragen. Bovendien is het makkelijker om buiten de gebaande paden te stappen en dingen aan te pakken die meer risico met zich meebrengen.”
Andere disciplines in het lab
Eén vernieuwend idee heeft hij al. Weckhuysen hoopt onderzoekers uit andere disciplines te kunnen interesseren om zich met het Utrechtse katalysatoronderzoek te gaan bemoeien. “Ik denk dat het heel verfrissend kan zijn om bijvoorbeeld wiskundigen met ons te laten meedenken, of onderzoekers uit de life sciences. Ik ben er van overtuigd dat zoiets tot nieuwe verwondering en inspiratie zal leiden.”
Uiteindelijk hoopt Weckhuysen met de resultaten van zijn onderzoek duurzamere chemische processen te ontwikkelen. Hij richt zich bijvoorbeeld op het ontwikkelen van katalysatoren die houtachtige biomassa kunnen omzetten in brandstof en materialen; op het verbeteren van katalysatoren om op een efficiëntere manier aardolie en aardgas te gebruiken; en op solar fuels (waarbij zonne-energie gebruikt wordt om brandstoffen te maken).