Van een AI-doorbraak in een simpel spelletje Pong tot een Nobelprijs in de scheikunde. Docu ‘The Thinking Game’ volgt Demis Hassabis in zijn poging om steeds grotere doelen te bereiken met AI.
Op een grillig bergmassief torent een gotische kerk uit boven het plaatsje Liechtenstein, waar in 1988 een twaalfjarige Demis Hassabis deelneemt aan een schaaktoernooi. In een prachtige animatie met dramatische muziek wordt het verloop van de wedstrijd in beeld gebracht. Na een partij van tien uur geeft Hassabis zich gewonnen tegen zijn dertigjarige tegenstander. Die reageert verrast, en laat hem vervolgens zien hoe hij eenvoudig had kunnen winnen. Hassabis is er ziek van, zo zegt hij in de voice-over, en begint na te denken waarom al deze briljante mensen in deze kerk hun tijd verdoen met een spelletje, terwijl ze samen ook kanker de wereld uit zouden kunnen helpen. Vanaf dat moment besluit Hassabis dat hij niet verder wil in de schaakwereld.
Spelletjes winnen
Dit spektakelstuk is een interessant zijstapje in de documentaire ‘The Thinking Game’, die de Britse computerwetenschapper Hassabis portretteert tijdens zijn missie om kunstmatige intelligentie (AI) steeds beter te maken. Hij noemt het een ‘Manhattan Project’ om kunstmatige intelligentie ‘op te lossen’, oftewel: om het zo goed te maken dat het de mens voorbijstreeft. Hassabis richtte AI-bedrijf DeepMind op, dat in 2014 door Google werd gekocht, en won vorig jaar samen met collega John Jumper de helft van de Nobelprijs voor de Scheikunde vanwege hun AI-programma AlphaFold, dat eiwitstructuren kan voorspellen.
Hassabis was als kind al dol op spelletjes, zo laat de documentaire zien. Als zeventienjarige werkte hij korte tijd bij een game-ontwikkelaar en bedacht hij onder andere het populaire simulatiespel ‘Theme Park’, dat zich in een attractiepark afspeelde. Het is dus eigenlijk niet verwonderlijk dat zijn bedrijf DeepMind zich in eerste instantie vooral op spelletjes richtte. Zo is te zien hoe verschillende AI-versies achtereenvolgens ‘Pong’, ‘Breakout’, ‘Go’ en ‘Starcraft’ winnen van de beste menselijke spelers. Verrassend genoeg staat de titel van beste schaakcomputer niet op naam van DeepMind, maar van Deep Blue, de schaakcomputer van IBM. Een beetje laatdunkend zegt Hassabis daarover: “Ik was niet zo onder de indruk van Deep Blue, wel van de geest van Kasparov [beste menselijke speler, red.]. Deep Blue kan alleen maar schaak spelen, Kasparov kan zoveel meer.”
Kers op de taart
Hassabis heeft echter veel grotere ambities met DeepMind dan alleen maar spelletjes winnen. Die zijn slechts bedoeld als vingeroefening om steeds slimmere AI te ontwikkelen, die steeds meer verschillende taken perfect kan uitvoeren. “Het ultieme doel is problemen uit de echte wereld op te lossen”, zegt hij dan ook. Hij gaat zich richten op het in kaart kunnen brengen van eiwitstructuren, en meer specifiek op de manier waarop eiwitten zich vouwen. Al tijdens zijn studententijd weet hij dat dat een probleem is waar biologen zich het hoofd over breken. Er bestaan 200 miljoen verschillende eiwitten, maar niemand weet precies hoe hun blauwdruk eruitziet, en uit welke onderdelen (zoals DNA en RNA) ze precies zijn opgebouwd. Ook het speciaal voor die taak uitgeruste AI-programma AlphaFold heeft het niet direct voor elkaar.

AI-onderzoeker Demis Hassabis in de documentaire ‘The Thinking Game’
Greg KohsPas als Hassabis meer domeinkennis in zijn team toevoegt, onder andere door het aannemen van een bioloog, maakt AlphaFold ineens grote sprongen en wordt het veel beter in het voorspellen van eiwitstructuren. Uiteindelijk ontrafelen ze alle 200 miljoen eiwitten, en besluiten ze om het programma openbaar beschikbaar te maken. De verwachting is dat AlphaFold veel wetenschappelijke doorbraken in de medische wereld mogelijk zal maken. Hij noemt het een “geschenk aan de mensheid”.
Afgezien van het spektakel van Hassabis’ openbaring bij het schaaktoernooi in Liechtenstein en mooie beelden uit zijn jeugd, is de documentaire visueel niet bijzonder interessant, omdat we Hassabis volgen tijdens vergaderingen, treinreizen en vanuit de boardroom van een nieuw futuristisch kantoorgebouw. Gelukkig is de documentaire ook voor de leek goed te volgen, en komt er relatief weinig jargon aan bod. Er komen ook beelden van demonstranten die protesteren tegen AI voorbij, zoals van scriptschrijvers in Hollywood die vrezen te worden vervangen door AI. Hassabis zegt herhaaldelijk dat hij zich zorgen maakt om de keerzijden van AI, die de grondrechten van mensen, bijvoorbeeld op het gebied van privacy en autonomie, kan schaden. Maar met AlphaFold heeft hij duidelijk laten zien dat AI ook een positieve bijdrage kan leveren. Dat werd afgelopen oktober dus beloond met een Nobelprijs. Helaas is dat feestelijke moment niet in de film opgenomen, vermoedelijk omdat de film toen al af moest zijn. Dat was natuurlijk wel de kers op de taart geweest.