Nederland gaat versneld werk maken van windenergie. In de Noordzee, ten noorden van de Waddeneilanden, staan bijvoorbeeld de 150 funderingen van het vierde Nederlandse offshore windturbinepark ‘Gemini’ waarop dit jaar windturbines worden geplaatst. Naar aanleiding van het verschijnen van het overzichtswerk Offshore Wind praat Kennislink met de auteur over de rol van Nederland op het gebied van windenergie.
Windenergie krijgt een belangrijke rol in het klimaatvriendelijk maken van de energievoorziening. Na de conferentie in Parijs is internationaal afgesproken dat de wereld versneld werk moet maken van de ‘decarbonisatie’. Het gebruik van fossiele brandstoffen dient beperkt te worden om onder de twee graden opwarming te blijven. Windenergie gaat daaraan een grote bijdrage leveren. Nu de wereld zich fossielvrij heeft verklaard kan Nederland niet achterblijven.
Schoon
“Wind is altijd de grote winnaar”, zegt Chris Westra, voorheen werkzaam bij Energieonderzoek Centrum Nederland en al vanaf het eerste uur betrokken bij windenergie in Nederland. Hij deed veel onderzoek naar het draagvlak onder de bevolking, zowel naar windparken op land als op zee. In Offshore Wind geeft hij een compleet overzicht van alle windparken in de landen die er in Europa op windgebied toe doen: Denemarken, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Nederland en België.
Waarom wind altijd zal winnen, komt volgens Westra door de mate waarin windstroom echt schoon is. “Bij kolen vergeten we de ellende in de mijnbouw omdat dat voor ons niet zichtbaar is. We richten ons alleen op broeikasgassen en fijnstof. Bij kernenergie zijn er ook veel sociale problemen en milieugevolgen bij het winnen van uraniumerts. De rekening van kernenergie ligt nog niet op tafel. We hebben nog steeds geen goede betaalbare oplossing voor het kernafval. We zadelen de generaties na ons met die problemen op.”
Nederland doet het niet zo slecht
Dat Nederlandse offshore projecten in zijn boek tussen het Verenigd Koninkrijk en Denemarken prijken, verbaast enigszins. Want ons land krijgt de laatste tijd veel kritiek omdat we onvoldoende duurzame stroom zouden opwekken en de doelstellingen van de Europese Unie bij lange na niet zouden halen. Westra zwakt die kritiek af.
Nederland doet het helemaal niet zo slecht, vindt hij. “Het klopt dat we nog niet genoeg groene kilowatturen opwekken, maar waar vergelijk je Nederland dan mee? We leven nu eenmaal qua oppervlakte in een klein land. Als je de duurzame stroomproductie per hectare omrekent, krijg je een heel ander plaatje. We vergeten vaak dat Nederland een forse bijdrage levert aan de bouw van windturbineparken in buurlanden en we investeren ook in buitenlandse parken.”
Een sterke maritieme en offshore sector, waar Nederland bekend om is, sluit goed aan bij alle noodzakelijke werkzaamheden voor de aanleg van een windpark. Westra: “Maar al te vaak kijken we naar wat er door Hollandse bedrijven aan de andere kant van de wereld wordt gepresteerd, zoals het opspuiten van nieuwe eilanden in Dubai. Dichter bij huis is het veel interessanter! Nederlandse bedrijven zijn op allerlei manieren betrokken bij de bouw van vrijwel alle nieuwe windturbineparken in Noord-Europa”. Ook TenneT, de nationale netbeheerder past in dat rijtje. Zowel in Nederland als in Noord-Duitsland heeft dat bedrijf inmiddels veel ervaring opgedaan met het bouwen van elektrische netwerken op zee, zoals een ‘stopcontact’ waar verschillende parken op worden aangesloten.
Kennisland
“Er zijn veel Nederlandse bedrijven die kabels leggen en speciale schepen ontwerpen en bouwen. Of gereedschappen ontwikkelen om de honderden tonnen wegende funderingen te hijsen en te plaatsen.” Ook is Nederland volgens Westra een land waar het kennisniveau hoog en gespecialiseerd is. Zo hebben we diverse organisaties voor ecologisch onderzoek en worden er samen met bedrijven technieken ontwikkeld die het geluid tijdens het heien in de zeebodem dempen om overlast voor zeezoogdieren te beperken. “Ook levert Nederland offshore-accomodaties voor personeel op zee, waarbij ook oude ferry’s worden gebruikt. Je kan het zo gek niet bedenken of Nederland doet mee.”
Innovatie is noodzakelijk om kosten de reduceren voor zowel de bouw als het onderhoud. Ook daarin doet Nederland volgens Westra goed mee. Er wordt gewerkt aan constructies waar minder materiaal voor nodig is. Want opschalen van de windturbine, waarbij de turbine meer stroom gaat leveren, kan alleen wanneer onderdelen zoals de rotorbladen lichter worden.
Drijvende constructies
Veel Chinese studenten studeren in Delft om uiteindelijk in hun eigen land de windtechnologie verder te brengen, weet Westra. “China is wereldwijd na Denemarken al nummer twee turbinebouwer, dankzij Europese kennis. Ons land heeft belangrijke kennisinstituten, denk bijvoorbeeld aan het maritiem onderzoeksinstituut Marin, waar grote drijvende offshore-constructies worden getest. Het hoge niveau van kennis over offshore is mede te danken aan onze ervaring in de olie- en gasindustrie. Het zal mij dan ook niet verbazen wanneer Shell grootschalig met windenergie op zee gaat.” Shell was al betrokken bij het eerste grote Nederlandse offshore windpark bij Egmond aan Zee, dat in 2006 in gebruik werd genomen.
Zoals gezegd is Nederland traag met met het zélf produceren van kilowatturen windstroom. Onze wester- en oosterburen doen het wat dat betreft vele malen beter. Engeland heeft de laatste jaren hard gewerkt aan het realiseren van windturbineparken, eerst in relatief ondiep water en nu steeds verder uit de kust en in dieper water.
Ook Duitsland realiseert veel windvermogen. Deze maand werd bekend dat het eerste Duitse offshore windpark, Alphaventus, een demonstratiepark van de energiereuzen EWE, E.ON en Vattenfall, in zijn vijfde jaar 242 gigawatt uren (1 gigawattuur is een miljard kilowattuur) heeft geproduceerd. Dat is voldoende stroom voor 69.000 huishoudens en veel meer dan aanvankelijk gedacht.
Miljardenbusiness
Een groot nadeel van de windenergie zoals die zich de laatste decennia ontwikkelde, is de grootschaligheid ervan, vindt Westra. Het zijn megaprojecten waar erg veel geld mee is gemoeid. Een business die grotendeels in handen is van multinationals die draaien op subsidies, belastinggeld van burgers. Dat er voor burgers ook een voordeel aan zit, kan belangrijk zijn voor het draagvlak, weet Westra uit ervaring. “Je ziet bijvoorbeeld in Denemarken, waar veel windturbines in handen zijn van kleine coöperaties, dat mensen er minder snel klagen over landschappelijke effecten.” Hij vindt het belangrijk dat in ons land de financiële betrokkenheid van de burgers bij de eigen energievoorziening verder ontwikkeld wordt.
Toekomstige mega-windturbineparken ver op zee zullen volgens Westra minder tot geen weerstand opwekken dan de huidige en toekomstige projecten. Windmolens op de locatie ‘IJmuiden Ver’, zo’n tachtig kilometer uit de kust nabij de grens van het Nederlandse en Engelse continentale plat, zullen vanaf de kust onzichtbaar zijn. Dat is heel anders dan de drie windparken die nu direct voor de Noord-Hollandse kust liggen: het meest recent opgeleverde Luchterduinen (bij IJmuiden), Prinses Amalia Windpark, Offshore Windpark Egmond aan Zee (beide ook zichtbaar vanaf IJmuiden).
Globalisering
Wat voor veel economische sectoren het geval is, zal zich ook voordoen bij de nieuwe veraf gelegen windparken, die voorzien zijn voor de periode tussen 2023 en 2030 (de periode ná het Energieakkoord): de globalisering zal zich ook daar laten gelden. Westra sluit niet uit dat grote offshore project als ‘IJmuiden Ver’ gebouwd worden met turbines die in China zijn geproduceerd.
Tot 2023 gaat het om 4,5 gigawatt geïnstalleerd windvermogen, vier maal het vermogen dat er nu staat. De parken staan ingepland voor een zeegebied bij Borssele en de Hollandse kust. Voor de periode na 2023 wordt ruimte gezocht op zeven kavels, waaronder ‘IJmuiden Ver’, aldus de in december verschenen Beleidsnota Noordzee 2016-2021.
“Ook bij een andere politieke koers zullen de geplande parken gerealiseerd worden”, is de overtuiging van Westra. “Het gaat om gebieden die al zijn uitgegeven. De plannen uit het Energieakkoord zijn definitief.”