Naar de content

‘Soms mislukt iets, maar hoe erg is dat nu eigenlijk?’

Even tot leven: Luc Brunsveld

Linosnede: Annabel Adema voor NEMO Kennislink

Groots bouwen met de kleinste onderdelen. Wetenschappers bewegen moleculen richting leven. Maar wat beweegt hen? Deze aflevering: Luc Brunsveld.

30 december 2024

Dominee. Dat is wat Luc Brunsveld als kind wilde worden. Hij wilde mensen inspireren, hen helpen in hun ontwikkeling. Fastforward naar het heden. Brunsveld werd geen dominee, maar hoogleraar Chemische Biologie aan de Technische Universiteit Eindhoven. Een groter contrast kan haast niet, toch?

De ommezwaai ontstond toen de jonge Luc ontdekte dat vakken zoals geschiedenis en talen hem helemaal niet zo interesseerden. Moest hij dan wel theologie gaan studeren? “De bètavakken waren spannender”, vertelt Brunsveld. “Chemie vond ik het leukst. Ik hou van moleculen tekenen en bedenken welke interacties ze aangaan.” In de bovenbouw van de middelbare ging de knop om. Luc koos de opleiding scheikundige technologie in Eindhoven.

In hoog tempo vloog Brunsveld door zijn studie. Hij promoveerde vervolgens cum laude toen hij pas 25 was, deed een postdoc, werkte kort bij een farmaceutisch bedrijf om de industrie te verkennen en vertrok daarna met zijn gezin naar Duitsland om, nog voor zijn dertigste, een onderzoeksgroep te starten. Vier jaar later, in 2008, keerde hij terug naar Eindhoven als kersverse prof.

Overkoepelend doel

Brunsveld slaat eiwitten die ziektes veroorzaken samen in de boeien. Dat zit zo. Als je twee eiwitten aan elkaar verbindt, verliezen ze allebei hun werking. Brunsveld noemt de moleculen die hij daarvoor met zijn groep ontwikkelt moleculaire lijm. “Stel je voor dat iemand hard wegrent en jij die persoon na een achtervolging vastpakt en in de boeien slaat; dan kom je allebei tot stilstand. Zo werkt onze moleculaire lijm ook.” Als je de juiste handboeien, ofwel moleculaire lijm, weet te vinden, kunnen die een geweldig medicijn zijn. De lijm zorgt ervoor dat de ‘gearresteerde’ eiwitten hun taak in het menselijk lichaam niet meer kunnen uitvoeren. Zo kun je bijvoorbeeld eiwitten stoppen die cellen heel snel laten delen. Uit zulke snel delende cellen kunnen, als je ze niet tegenhoudt, kankercellen ontstaan.

Het concept van de moleculaire lijm staat inmiddels goed in de steigers, laat Brunsveld weten. “We testen de lijm nu ook in cellen en proefdieren, om te kijken of het een gewenst biologisch effect heeft.” Een volgende stap is om het concept verder te ontwikkelen richting potentiële geneesmiddelen. Om daar gericht naartoe te kunnen werken is Brunsveld met collega’s een start-up begonnen, Ambagon Therapeutics. “We werken samen met onderzoekers van over de hele wereld, bijvoorbeeld met expertise op het gebied van diabetes mellitus of de ziekte van Alzheimer.” Een medicijn met moleculaire lijm zou bijvoorbeeld kunnen voorkomen dat eiwitten zich ophopen tussen de zenuwcellen. Deze ophopingen, ofwel plaques, kunnen de ziekte van Alzheimer veroorzaken.

Het samenspel tussen onderzoek op de universiteit en gerichte studies in een bedrijf bevalt Brunsveld goed. “Sommige wetenschappers werken aan iets heel fundamenteels dat nooit een toepassing zal hebben. Dat is mij te abstract. Ik heb meer context nodig. Ik wil voor me zien waar we een concept voor zouden kunnen gaan gebruiken. Of dat lukt weet je niet, maar het vooruitzicht is fijn. Studenten vinden het ook prettig om een overkoepelend doel te hebben om aan te werken.”

Op zijn pootjes terecht

In de start-up werken diverse mensen die ooit begonnen zijn als masterstudent of promovendus in Brunsvelds onderzoeksgroep. De hoogleraar vindt het te gek om op die manier werkgelegenheid te creëren. “Ik ben dan wel geen dominee geworden, maar ook in deze positie help ik mensen in hun ontwikkeling. De meeste studenten vinden het al moeilijk om hun studie te kiezen, laat staan dat ze weten wat ze daarna willen gaan doen. In twee jaar tijd zie je ze uitproberen, opbloeien en zelfverzekerder worden. Aan het begin ben je vaak vooral een leraar voor ze, maar richting het einde hoop je een mentor te zijn, een sparringpartner.” Als je in Brunsvelds groep komt, mag je zelf je weg uitstippelen. “We werken natuurlijk aan een overkoepelend thema, de eiwit-eiwit-interacties, maar we vertellen studenten niet wat ze moeten gaan doen. Ik geef ze hooguit een duwtje in de goede richting.” Lachend voegt hij toe: “En soms moet ik een beetje afremmen.”

Je kunt niet alles doen en dat moet je accepteren. Anders loop je al snel tegen je grenzen aan

Voor Brunsveld geldt: als de studenten en promovendi het goed doen, dan gaat het goed met de groep. En dus ook met hem. “Dat ik mag bijdragen aan hun ontwikkeling is mijn grootste motivator, daar doe ik mijn onderzoek voor. Het proces is zo mooi om te zien. Weten dat alles meestal op zijn pootjes terechtkomt, geeft een bepaalde rust. Het is fijn om ze daarna los te laten.”

Prioriteiten stellen

Hoogleraar op je 33e. De druk zou menig mens beangstigen, maar Brunsveld ziet het als een natuurlijk verloop van zijn carrière. Het leven als prof bevalt hem wel. “Niet elk beroep is voor iedereen weggelegd en dat is maar goed ook. Ik zou bijvoorbeeld nooit bestuurder kunnen zijn, of stucadoor of journalist. Het is belangrijk om je te realiseren wat je wel en niet kunt of wilt.” Hij doet het gemakkelijk klinken, maar dat is het natuurlijk niet per definitie. Brunsveld is een harde werker. “Dat heb ik geleerd in de bakkerij van mijn vader. Ook al kwamen de tompoezen mijn neus uit, het werk moest door. Omdat ik snel kon leren, kon ik ook veel werkuren maken. Tijdens vrije tijd stond ik in de bakkerij, in de trein naar de universiteit leerde ik voor mijn tentamen. Zo kon ik mijn studie betalen en in hoog tempo slagen.” Brunsveld leerde de tijd die hij had intensief te gebruiken. “Dat doe ik nog steeds, ook voor ontspanning overigens.”

Linosnede: Annabel Adema voor NEMO Kennislink

Maar de hoogleraar geeft toe: het zijn veel balletjes om in de lucht te houden. Zijn geheim? “Ik doe veel dingen on the fly en dat gaat prima. Aan kinderen beginnen doen mensen ook zonder er eerst een cursus voor te volgen. Je moet wel keuzes maken, prioriteiten stellen. Weten wat je van tafel kunt laten vallen is een nuttige eigenschap. Je kunt niet alles doen en dat moet je accepteren. Anders loop je al snel tegen je grenzen aan. Ik help ook anderen daar graag mee, zodat ze leren om dingen een beetje los te durven laten.”

Chemie in de keuken

Komend jaar wordt Brunsveld vijftig. De hoogleraar heeft nog geen idee hoe zijn leven er over vijf jaar uitziet. Het beangstigt hem niet, houdt het juist interessant. “We werken op dit moment aan een spannend onderwerp, namelijk condensaten van eiwitten.” Condensaten zijn kleine druppels waarin eiwitten heel dicht op elkaar zitten. Ze vormen bijvoorbeeld als cellen in het lichaam onder stress komen te staan. “We hebben de druppeltjes in het lab nagemaakt en ontwikkelen nu chemie waarmee we ze kunnen manipuleren. Qua toepassingen kan het nog allerlei kanten op, bijvoorbeeld richting medicijnontwikkeling. Ik heb daar heel veel zin in.”

Ook op het thuisfront verandert er het een en ander, nu twee van Brunsvelds drie kinderen gestart zijn met studeren. “Die overgang qua levensfase is mooi om te zien. We gaan als gezin een nieuw tijdperk in.” Als Brunsveld thuis is, is hij ook echt thuis. “Mijn familie is mijn manier om werk los te laten. Ik ga bijvoorbeeld regelmatig met mijn vrouw naar de sportschool.” Ook staat de chemicus graag in de keuken. Recepten gebruikt hij niet. “Ik kijk wat er in de koelkast ligt en daar maak ik dan wat van. Moet je in het lab niet doen.” Hij lacht. “Ik geef het toe, ik ben een tikkie opportunistisch. Ik ga aan de slag zonder alles uit te zoeken. Ik probeer gewoon. Soms mislukt iets, maar hoe erg is dat nu eigenlijk?”