Met behulp van sneltesten kunnen we mogelijk grootschalige evenementen ook in coronatijd door laten gaan. Maar als we dit willen, zullen er wel eerst nog snellere testen moeten komen.
Hoe kunnen we evenementen veilig laten plaatsvinden terwijl het coronavirus nog steeds door het land raast? Veel mensen zoeken een antwoord op deze vraag, en we laten in Nederland steeds meer proefballonnetjes op om de mogelijkheden te bekijken. Naast experimenten met het reguleren van bewegingsstromen en aerosolen zijn veel pijlen gericht op het sneltesten van bezoekers, zodat we besmette mensen niet meer binnen laten. Maar is het überhaupt wel haalbaar om veel mensen in een korte tijd te testen, en hoe werkt dat dan precies?
Het bedrijf Fieldlab Evenementen heeft in samenwerking met de overheid de afgelopen weken al experimenten gedraaid met een congres en een theaterbezoek met grote groepen bezoekers. Er volgen ook nog enkele proeven bij verschillende soorten festivals en concerten. Deze opzet maakt echter nog geen gebruik van sneltesten. Bezoekers moeten zich 48 uur van tevoren een gewone PCR-test laten afnemen en hun negatieve testbewijs meenemen. Vijf dagen na het evenement laten ze weer een staafje door hun neus halen om te zien of ze geen corona hebben opgelopen.
Snel en betrouwbaar
Een sneltest kan deze hele procedure in theorie een stuk gemakkelijker maken. Het zou handig zijn als je bij de ingang van het voetbalstadion of theater een sneltest afneemt en meteen ziet of je veilig naar binnen kan zonder iedereen te besmetten. Maar dan moet die uitslag natuurlijk wel snel en vooral betrouwbaar zijn.
Gelukkig zijn er inmiddels al veel verschillende soorten op de markt. Een deel hiervan is gebaseerd op een versnelde versie van de PCR-test, die genetisch materiaal van het virus aantoont. Om dit proces te versnellen zijn allerlei apparaten ontwikkeld die de resultaten van de PCR sneller kunnen aflezen of die je op locatie kunt gebruiken, waardoor je reistijd bespaart.
Maar er zijn ook heel andere methodes. “Je hebt bijvoorbeeld antigeentesten, die eiwitten van het virus aantonen”, zegt Anne Wensing, arts-viroloog bij het UMC Utrecht. “Die eiwitten betekenen meestal dat je op dat moment echt besmettelijk bent. En er zijn ook blaastesten, die analyseren de chemische samenstelling van je adem en detecteren stoffen die mogelijk een virusinfectie aantonen.”
Lage concentratie
Het grootste verschil tussen al deze technieken is de gevoeligheid, vertelt arts-microbioloog Marije Hofstra van het UMC Utrecht: “Met de PCR meet je tot heel lage concentraties virusdeeltjes, dus zelfs als je nog geen symptomen vertoont kun je daarmee positief testen. Antigeentesten zijn iets minder gevoelig. Die werken goed als je in de besmettelijke periode zit en virus bij je hebt, maar kunnen het daarvoor en daarna – als je officieel nog steeds een beetje virus bij je draagt – wel eens missen.”
Zowel de PCR-methode als de antigeentest zijn in principe prima te gebruiken, want die wijzen beide mensen aan die op dat moment besmettelijk zijn. En dat is precies het punt dat je ze niet bij je evenement wil hebben. Bij de blaastesten moet je volgens Hofstra met name positieve gevallen nog een keer bekijken: “Een negatief testresultaat is betrouwbaar, maar het kan wel zijn dat je om andere redenen een positieve uitslag krijgt, dus moet je een positief resultaat altijd nog bevestigen met een specifieke test.”
Wattenstaaf of gorgelen
Naast verschillende meetmethodes, zijn er ook verschillende manieren om een monster bij de patiënt af te nemen. “We kennen inmiddels het wattenstaafje dat diep de neus in gaat, maar er zijn ook testen waarbij je minder diep in de neus een monster kan nemen”, zegt Hofstra. “En er lopen ook experimenten die onderzoeken of je genoeg virusmateriaal verzamelt als je mensen alleen laat gorgelen of hun mond laat spoelen met 2 milliliter water.” Maar niet al deze methodes zullen geschikt zijn voor sneltesten, zegt Hofstra: “Na het gorgelen testen we nog steeds met PCR, dus dat gaat niet heel snel.”
Over betrouwbaarheid hoeven we ons volgens de experts geen zorgen te maken. De sneltesten die de GGD in de teststraten gebruikt zijn uitgebreid getoetst. Eerst in het laboratorium, en daarna vergelijken ze ook of de uitslag in de praktijk goed genoeg overeenkomt met de standaard PCR-test. “Het RIVM heeft een lijst waarin ze laten zien hoe betrouwbaar elke test is, zodat je de meest betrouwbare kunt kiezen”, vertelt Hofstra. Natuurlijk kan het altijd misgaan als degene die het patiëntmateriaal verzamelt niet goed oplet. “Vervuiling ligt altijd op de loer. Als je onzorgvuldig bent kan er altijd materiaal van de ene patiënt in de test van de andere terechtkomen”, zegt Wensing. “Dan kun je zomaar een verkeerde uitslag krijgen.”
Genoeg versies
Er lijken dus genoeg opties op tafel te liggen. Helaas zijn de versies die tot nu toe goedgekeurd zijn niet heel geschikt zijn om mensen bij een evenement aan de deur te testen. “Om antigenen te meten moet je bijvoorbeeld de neusswab heen en weer bewegen in de neus, dit wattenstaafje in een buisje met een buffer doen, die buffer weer op een strookje druppelen en pas 15 minuten later heb je een uitslag”, legt Wensing uit. “Dat vergt veel organisatie: je moet mensen ergens laten wachten en de testen goed registreren.”
Ook bij andere sneltesten duurt het vaak minstens 15 minuten voor je een resultaat hebt. Niet heel handig, als tienduizend man staan te wachten om een concerthal binnen te gaan. En in het geval van de blaastest heb je wel redelijk snel resultaat, maar die is weer heel gevoelig voor de omgeving en geeft bijvoorbeeld een error als er te veel alcohol in de lucht hangt. “Er worden wel snellere testen onderzocht”, vertelt Hofstra. “Maar die zijn simpelweg nog niet betrouwbaar genoeg, dus die wil je nog niet voor dit soort toepassingen gebruiken.”
Dichter bij elkaar
Voor een echt snelle doorstroming bij een groot evenement moeten we dus wachten op een betrouwbare, echt snelle sneltest. Het is volgens de onderzoekers zeker wel mogelijk om de test en het evenement dichter bij elkaar te plannen dan bij de proefevenementen gebeurt. “Er zijn verspreid over het land al aardig wat sneltestlocaties”, zegt Wensing. “Dus ik kan me voorstellen dat je op een gegeven moment ’s ochtends langs zo’n teststraat gaat, en de uitslag ’s middags kunt meenemen naar je theatervoorstelling.” Deze aanpak is mogelijk ook iets veiliger, want het risico dat je tussen de test en het evenement toch besmettelijk wordt is kleiner.
Wensing waarschuwt wel dat je nooit alle geïnfecteerden buiten een groot evenement houdt, ook niet met sneltesten: “Het blijft altijd een kwestie van timing. Zodra je geïnfecteerd bent gaat je lichaam elk uur meer virusdeeltjes aanmaken, maar als je net op het verkeerde punt in het ziekteverloop zit krijg je mogelijk onterecht een negatieve uitslag.” Toch zien de virologen zeker wel kansen. “We zetten zeker stappen, en ook de snelle testen worden steeds beter”, zegt Hofstra. “Laten we hopen dat het op termijn gaat lukken om snel, betrouwbaar en gevoelig te meten.”