Dwarsdenkers

De afgelopen eeuwen zijn er tal van wetenschappers geweest die tegen de heersende opvattingen in gingen. Veruit de meesten van hen hadden ongelijk en belandden in de vergetelheid. Maar soms had zo’n dwarsdenker het wel bij het rechte eind. Deze twaalf werden eerst genegeerd, bekritiseerd of bespot, maar kregen uiteindelijk toch erkenning.

Jikke Lesterhuis voor NEMO Kennislink

Huisarrest

Galileo Galilei kwam begin 17e eeuw in conflict met de Kerk omdat hij betoogde dat niet de aarde, maar de zon het centrum vormt van ons planetenstelsel. Hij mocht dit ‘heliocentrisme’ niet in het openbaar verdedigen. Op 69-jarige leeftijd werd Galilei veroordeeld tot levenslang huisarrest, nadat hij in zijn boek ‘Dialogo’ de paus belachelijk had gemaakt.

Publiek Domein via Wikimedia

Buitenaards

In 1794 publiceerde Ernst Chladni de theorie dat er soms ruimtestenen op aarde inslaan. Lang niet iedereen nam dat serieus. Natuurkundige Lichtenberg schreef dat hij bij het lezen van het artikel zelf het gevoel had dat er een steen op zijn hoofd viel. Maar in 1803 hielp de natuur Chladni een handje: in de Franse plaats L’Aigle zag men duizenden meteorieten uit de hemel vallen.

Publiek domein via Wikimedia

Wat de erwt erft

Door in zijn kloostertuin erwten te laten groeien, ontdekte bioloog en priester Gregor Mendel in de 19e eeuw wetmatigheden rond erfelijke overdracht. Zijn monnikenwerk trok weinig aandacht. Pas een eeuw later werd Mendels werk herontdekt en vormde het de basis van de moderne genetica.

Publiek domein via Wikimedia

Handen wassen

Rond 1850 overleden in een Weens ziekenhuis opvallend veel vrouwen aan kraamvrouwenkoorts. Ignaz Semmelweis ontdekte dat dit te maken had met hygiëne en sommeerde iedereen voor het betreden van de afdeling de handen met bleekwater te wassen. Mede omdat dit nogal pijnlijk is, werd de maatregel door collega’s slecht ontvangen. Semmelweis verloor zijn baan.

Publiek domein via Wikimedia

De klere krijgen

In 1854 ontdekte de medicus John Snow bij een cholera-uitbraak in Londen dat veel mensen ziek werden na het drinken van water uit een openbare pomp. De pomp werd gesloten en het aantal besmettingen nam snel af. Toch bleven vakgenoten nog jarenlang geloven dat de ‘klere’ zich vooral via de lucht verspreidde.

Publiek domein via Wikimedia

Mensaap

De evolutietheorie van Charles Darwin werd ondanks de baanbrekende inhoud in beginsel redelijk goed ontvangen. Het eruitvolgende idee dat mensen verwant zijn aan apen, dat Darwin in 1871 publiceerde, was voor velen echter een brug te ver. Het leidde onder andere tot spotprenten waarin Darwins karakteristieke hoofd op het lichaam van een aap werd afgebeeld.

Faustin Betbeder - The London Sketch-Book., Publiek domein

Microprofeet

Lange tijd wist men niet dat bacteriën ziektes kunnen overdragen. Dat veranderde toen Louis Pasteur ontdekte dat microben verantwoordelijk zijn voor het bederven van melk, het fermenteren van drank en het ontstaan van diverse aandoeningen. Maar ook hij werd vaak bespot. Zo schreef dierenarts Rossignol in 1881 smalend: “Alleen de Microbe is waar, en Pasteur is zijn profeet.”

Publiek domein via Wikimedia

Driftig

De aardse continenten passen als puzzelstukjes in elkaar. Daaruit concludeerde Alfred Wegener in 1912 dat de continenten ooit aan elkaar vast zaten en langzaam uit elkaar zijn gedreven. Zijn theorie van ‘continentale drift’ werd echter niet geaccepteerd.  Pas een halve eeuw later werd het idee omarmd dankzij de ontdekking van platentektoniek.

Publiek domein via Wikimedia

Schepping

Astronoom en priester Georges Lemaître (m.) ontwikkelde een eeuw geleden de oerknaltheorie, die weinig weerklank vond. “Uw berekeningen zijn correct, maar uw natuurkunde is abominabel”, zei Albert Einstein tegen hem. Sommigen dachten dat hij een scheppingsmoment wilde aantonen. In 1950 sprak astronoom Fred Hoyle ietwat laatdunkend over een big bang, een term die is blijven hangen.

Publiek domein via Wikimedia

Lelijke constante

Albert Einstein werd niet gauw door anderen verguisd – maar wel door zichzelf. In 1917 bedacht hij een vorm van energie die het heelal zou behoeden voor ineenstorting. Hij vond deze ‘kosmologische constante’ echter maar lelijk en verwierp hem.. In de jaren 90 bleek echter dat de uitdijing van het heelal versnelt en leefde zijn constante verder onder de noemer ‘donkere energie’.

Credits: Arthur Sasse

Dinorenaissance

Bioloog Thomas Huxley concludeerde rond 1870 op basis van fossielen van oervogel Archaeopteryx dat vogels van dinosauriërs afstammen. Dat leidde tot een hoop discussie. In 1926 verwierp paleontoloog Gerhard Heilmann de theorie vanwege het ontbreken van een bepaald vogelbot in dinofossielen. Pas in de ‘dinorenaissance’ van de jaren 70 en 80 bewezen nieuwe fossielen dat Huxley toch gelijk had.

National Library of Medicine, Bethesda, Maryland (B011455)

Snavelmol

Tot slot een Australisch dier dat in Europa eerst niet serieus werd genomen. In 1798 kreeg de Engelse zoöloog George Shaw de huid van een vogelbekdier in handen. Net als veel van zijn vakgenoten twijfelde hij of dit wel een bestaand dier was, of dat iemand de snavel van een eend aan de huid van een mol had vastgemaakt. Decennialang bleven biologen steggelen over de plek van het dier in de evolutionaire stamboom.

Frederick Polydore Nodder, CC0, via Wikimedia Commons