Over de tentoonstelling in het Van Gogh Museum
De tentoonstelling gaat over acht exemplarische Nederlandse kunstenaars in Parijs. Hun uitwisseling, opleiding en carrière, en de invloeden van Parijs als locatie komen aan bod. De stad en de mensen die de kunstenaars hier ontmoetten, veranderden hun ideeën en stijl. Tijdens je bezoek kijk je elke schilder in de ogen via een (zelf)portret. Verder zie je de plek waar hij in Parijs werkzaam was, de ontwikkeling van zijn stijl en de invloed op of van andere kunstenaars.
Marjolein Overmeer voor NEMO Kennislink
Gerard van Spaendonck (1746- 1822)
Bekend om zijn bloemstukken in de stijl van de zeventiende eeuw. Hij gaf er alleen een eigen twist aan door ze in de meest hippe vazen te zetten. De Fransen liepen weg met zijn werk en kunstenaars deden hem na. Van Spaendonck creëerde een omvangrijk netwerk, hielp Nederlandse talenten aan opdrachten en kreeg als enige buitenlander een bestuursfunctie bij de Académie des Beaux-Arts. (Credits: Gerard van Spaendonck, Bloemen in een albasten vaas en vruchten op een marmeren blad, 1781, Het Noordbrabants Museum, Den Bosch)
Gerard van Spaendonck, Het Noordbrabants Museum, Den Bosch
Ary Scheffer (1795 – 1858)
Heeft zijn bekendheid te danken aan zijn tentoongestelde werken tijdens de jaarlijkse Salon. In de vroege jaren twintig één van de voormannen van de woeste en wervelende Romantische stijl. Als hofschilder van Lodewijk-Filips I maakte hij rustigere, religieuze werken. Zijn invloed is terug te zien in de gekopieerde composities en hetzelfde gebruik van licht en softe tonen door Franse en Nederlandse navolgers. (Credits: Ary Johannes Lamme, Ary Scheffer aan het werk in het grote atelier bij zijn woonhuis aan de rue Chaptal 16, 1851, Dordrechts Museum (schenking van H.O.W. de Kat van Barendrecht, 1866)
Ary Johannes Lamme, Dordrechts Museum (schenking van H.O.W. de Kat van Barendrecht, 1866)
Frederik Hendrik Kaemmerer (1839 – 1902)
Getalenteerde schilder die in Nederland prijzen won met zijn landschappen. Reisde af naar Parijs op uitnodiging van kunsthandelaar Goupil. Hij ging zich richten op genrestukken uit de Directoire periode (1795-1799). Zijn werk werd erg populair onder met name Amerikaanse verzamelaars. Door hun sterk stijgende vraag werd de kunsthandel steeds belangrijker in Parijs. (Credits: Frederik Hendrik Kaemmerer, Een doop tijdens het Directoire, 1878, Van Gogh Museum Amsterdam)
Frederik Hendrik Kaemmerer, Van Gogh Museum Amsterdam
Johan Barthold Jongkind (1819-1891)
In zijn beginjaren exposeerde Jongkind bij de Salon en viel hij in de prijzen. Zijn kunst werd steeds schetsmatiger en de jury waardeerde het niet langer. Contacten via het alternatieve circuit en de kroeg werden belangrijker. Jongkinds gebruik van licht en het naast elkaar zetten van complementaire kleuren in plaats van ze te mengen, deden veel (Fransen) hem na. Hij wordt ook wel de vader van de impressionisten genoemd. (Credits: Johan Barthold Jongkind, Notre-Dame de Paris vue du quai de la Tournelle, 1852, Petit Palais, musée des Beaux-Arts de la Ville de Paris, Parijs)
Johan Barthold Jongkind, Petit Palais, musée des Beaux-Arts de la Ville de Paris
Vincent van Gogh (1853 – 1890)
Bij zijn aankomst in Parijs schilderde Van Gogh de lucht nog op z'n Hollands, in grijzige tinten en door de verf te mengen. Maar binnen een half jaar was hij een totaal andere kunstenaar. Hij had veel interactie met andere kunstenaars waarbij iedereen z'n draai gaf aan nieuwe technieken. Het is niet gek dat van Gogh na twee jaar Parijs uitgeput was. Het lijkt alsof hij zich niet kon afsluiten voor alle indrukken die de stad en kunstenaars op hem maakten. (Credits: Gezicht vanuit Theo's appartement. Parijs, maart - april 1887 Vincent van Gogh (1853 - 1890) Van Gogh Museum Amsterdam, Vincent van Gogh Stichting.)
Van Gogh Museum Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting)
George Hendrik Breitner (1857 -1923)
De onzekere Breitner ging zes maanden naar Parijs om het vak beter in zijn vingers te krijgen. Maar omdat hij alles al bleek te weten, stopte hij al snel. Hij bestudeerde op eigen houtje de gipscollectie van de kunstacademie en ging de straat op om te schetsen en te fotograferen. In dit werk is zijn bekende liefde voor paarden terug te zien. Breitner heeft geen Franse kunstenaars beïnvloed, maar de Nederlandse des te meer. (Credits: George Hendrik Breitner, Straat met koets te Parijs, ca. 1900, Van Gogh Museum Amsterdam)
George Hendrik Breitner, Van Gogh Museum Amsterdam
Kees van Dongen (1877 – 1968)
Van Dongen begon als anarchist, met tekeningen voor het volk. In Parijs pakte hij zijn penseel weer op en liet zich inspireren door Picasso. Zijn nieuwe wervelende stijl met vrouwen als onderwerp werd niet gewaardeerd, het was te bandeloos. Om critici tevreden te houden, bleef hij wel bij zijn onderwerp maar haalde hij de vrouwen uit de werkelijkheid door de achtergrond weg te halen. Naakt was niet zozeer het probleem maar wel naakt in realistische vorm. (Credits: Kees van Dongen, Hindoedanseres, c.a. 1909-1910, Particuliere collectie, met dank aan Libbie Howie)
Kees van Dongen, Hindoedanseres, c.a. 1909-1910, Particuliere collectie (met dank aan Libbie Howie)
Pieter Cornelis Mondriaan (1872 – 1944)
Mondriaan ging naar Parijs om de nieuwste Franse ontwikkelingen te zien. Hierna ging hij steeds kubistischer schilderen. Hij maakte alleen een extra stap naar abstractie, terwijl zijn Franse voorbeelden nog wel iets van de werkelijkheid vasthielden. Vanwege de Eerste Wereldoorlog kon hij niet terug naar Parijs en hij ontwikkelde zich verder in Nederland. Mondriaans invloed op Franse kunstenaars komt pas later, in zijn De Stijl-periode. (Credits: Piet Mondriaan, Schilderij No. II / Compositie No. XV / Compositie 4, 1913, Stedelijk Museum Amsterdam)
Piet Mondriaan, Schilderij No. II / Compositie No. XV / Compositie 4, 1913, Stedelijk Museum Amsterdam