Eén van de bekendste voorbeelden van brutalisme in Nederland, is de Aula van de TU Delft (1966), ontworpen door Jo van den Broek en Jaap Bakema. Kuit: “Er is heel veel beton gebruikt, net een betonnen rots. Qua woeste vorm en ‘ruimteschipheid’ is het ongeëvenaard.”

Een ander bekend voorbeeld van het brutalisme is het Stadhuis van Terneuzen (1972). Het ontwerp is tevens van Jaap Bakema, en geïnspireerd op de scheepvaart. De inwoners van Terneuzen zelf waarderen het gebouw: 69% vindt dat het stadhuis een rijksmonument moet worden.

Waardering speelt een grote rol in het behoud. “Een mooi voorbeeld hiervan is de Bunker (1969) in Eindhoven. Deze was in verval geraakt. Een architect redde het betonnen ding”, vertelt Kuit. Het voormalige studentencentrum heeft inmiddels een woontoren die is geplaatst in de mensa van de Bunker.

De architect van de Bunker heeft zeker niet stilgezeten. Huig Maaskant is verder bekend van de Euromast, de Pier van Scheveningen en ook het Provinciehuis van Den Bosch (1971). Dit werk is mooi gelegen naast een plas die de hoge toren weerspiegelt in het oppervlak.

Op Utrecht Science Park staat een ander markant brutalistisch bouwwerk: de Sterrentoren (1962) van architect Sjoerd Wouda. Op dit betonnen observatorium zouden studenten sterrenkunde de hemel kunnen bestuderen, maar door de rondom optrekkende hoogbouw werd dit echter al snel niet meer mogelijk.
