Naar de content
Podcast
Podcast

Sleutelen aan voedsel

Seizoen 2 - Afl. 15 met Tanja Speek

Regelmatig mislukt er een oogst als gevolg van klimaatverandering. Ondertussen zijn er wereldwijd steeds meer monden te voeden. Biotechnologie kan uitkomst bieden, legt redacteur Tanja Speek uit.

25 juli 2024
Afspelen icoon
Podcast
Podcast

Sleutelen aan voedsel

0:00
32:28

De complete wereldbevolking op een duurzame manier voeden is een behoorlijke uitdaging en dat neemt de komende decennia alleen nog maar toe. Waar er nu iets meer dan acht miljard monden te voeden zijn, zullen dat er over een jaar of veertig volgens voorspellingen zo'n tien miljard zijn. Tegelijkertijd zorgt klimaatverandering ervoor dat oogsten steeds vaker mislukken en schaden bestrijdingsmiddelen de biodiversiteit en de gezondheid. Hoe zorgen we ervoor dat al deze mensen op een duurzame manier gevoed worden?

Gentechnieken kunnen een deel van de oplossing zijn, vertelt redacteur biotechnologie Tanja Speek in deze aflevering van de podcast Oplossing gezocht. Met moderne veredelingstechnieken kunnen veredelaars wijzigingen aanbrengen in het DNA van gewassen, waardoor de landbouw duurzamer en klimaatbestendig wordt. Gewassen kunnen zo bijvoorbeeld voedzamer worden of beter bestand tegen ziekten. Tanja geeft podcast-hosts Robert Visscher en Nour Eldín Emara een update van de laatste stand van zaken. Hoe ver is deze techniek? Hoe zit het met de regelgeving? En zitten we eigenlijk wel te wachten op gemodificeerd eten op ons bord? Luister naar de aflevering in jouw favoriete podcastapp (Spotify, Apple) of kijk hierboven de video op Youtube.

In de tweewekelijkse podcast Oplossing Gezocht ontvangen host Robert Visscher en co-host Nour Eldín Emara een wisselende gast.

Transcript

Oplossing Gezocht - Sleutelen aan voedsel

===

Nour: Wordt dit al gedaan? Zijn er al gewassen die we dus, die zijn gecreëerd aan de hand van gentech en die we ook kunnen kopen in de winkel?

Robert: Stel je voor je loopt over de markt voor je wekelijkse boodschappen en bent aanbeland bij je vaste kraam voor groenten en fruit. Elke zaterdag sla je daar flink in. Daarmee red je het net tot de week erop. Al zien die sperzieboontjes en de bananen er op donderdag en vrijdag meestal niet meer zo fris uit. Maar nu heeft de marktkoopman iets nieuws, zo vertelt hij je, sperziebonen die langer groen en knapperig blijven en bananen die niet bespoten hoefden te worden, omdat ze toch al niet vatbaar waren voor schimmels. Hé, dat klinkt goed! Hoe ze dat voor elkaar hebben gekregen? Ja, nou ja, iets met moderne veredeling, legt hij uit. Aanpassing in het DNA of zo? Hm, dat roept dan alweer wel wat vraagtekens op. En wat doe je dan? Eindigen deze bananen in jouw fruitmand? Mijn naam is Robert Visscher.

Nour: En ik ben Nour Eldín Emara. En je luistert naar Oplossing Gezocht, dé wetenschapspodcast van NEMO Kennislink. In deze podcast zoeken we samen met de wetenschap oplossingen voor problemen. En deze week zitten we aan tafel met Tanja Speek, redacteur Biotechnologie. We bespreken hoe we alle monden in de wereld duurzaam en gezond kunnen voeden, ook in de toekomst. Tanja, welk product belandt in jouw koelkast... meestal uiteindelijk toch dor of beschimmeld?

Tanja: Dat zijn aardbeien. Ja, heel jammer, want die vind ik wel echt extreem lekker, maar die vergaan wel heel snel. Typisch dat zacht fruit wat niet zoveel kan hebben, en we hadden pasgeleden nog, had mijn man twee grotere bakken gekocht in de supermarkt en ze waren in de aanbieding en ik denk dat ze dus... al in de aanbieding waren dat ze misschien al wat verder waren qua datum. Dus één bak is goed leeg gegaan want ik weet, als het er is moeten we dooreten. Maar de volgende bak haalde ik twee dagen later uit de koelkast en dat was echt een soort groene snot geworden al. Dus ja.

Nour: Goed excuus om toch meer te eten de volgende keer.

Tanja: Ja, precies.

Robert: Nog sneller. Op dit moment leven er meer dan 8 miljard mensen op aarde. Dat aantal neemt de komende jaren alleen maar toe. Volgens prognoses van de Verenigde Naties hebben we als mensheid over 40 jaar, rond 2060 dus, waarschijnlijk de 10 miljard aangetikt. Al deze monden moeten worden gevoed. En ja, dat wordt een probleem. Zeker als we dat willen doen op een manier die niet ten koste gaat van de planeet en andere diersoorten die daarop leven. Tanja, wat zijn de problemen van de voedselvoorziening precies? Waar lopen we nou eigenlijk tegenaan?

Tanja: Ja, ongelijke verdeling over de wereld dus, zoals we hier heel veel mensen hebben bijvoorbeeld met overgewicht en op andere plekken toch nog mensen die steeds honger hebben. Dat is een van de grote problemen. Wat er ook misgaan is om het systeem voldoende duurzaam in te richten, is lastig, dat er... Ja, in Nederland speelt natuurlijk de stikstofcrisis met bemesting aan alle kanten. Er gaat ook nog steeds veel verloren aan ziektes, zelfs al wordt er ook af en toe flink chemie ingezet om gewassen te beschermen.

Robert: Dus ja, dat zijn bestrijdingsmiddelen, maar daar kleven misschien ook wel weer nadelen aan, of niet?

Tanja: Ja.

Robert: Kun je dat uitleggen? Wat is daar, wat gaat er bijvoorbeeld mis mee?

Tanja: Ja, overmatig gebruik van bestrijdingsmiddelen kan natuurlijk op heel veel niveaus een probleem zijn voor de bestrijder zelf. Het zijn middelen waar je echt mee moet uitkijken qua hoeveel je gebruikt, hoeveel je kunt binnenkrijgen. Ook als consument wil je beschermd worden. Dat die middelen nog in een te hoge dosis op je, op je voedsel zitten als je het eenmaal opeet.

Robert: Je wil niet ziek worden van die lekkere aardbeien, toch?

Tanja: Nee, zeker niet. Ook niet van de beschimmelde aardbei, natuurlijk.

Robert: Nee, beide niet.

Tanja: En ook voor het milieu kan het ernstige gevolgen hebben als dat komt op plekken waar het niet bedoeld is. En wordt het toch aangetroffen buiten de akker en heeft het ook een impact op, op insecten, op waterleven.

Robert: Maar dus echt op de biodiversiteit?

Tanja: Ja, ja.

Nour: Dat grijpt allemaal op elkaar in. Klimaatverandering is ook een belangrijke factor, denk ik. Wat voor invloed heeft klimaatverandering op de voedselvoorziening van de toekomst?

Tanja: Ja, dat is inderdaad een hele goede vraag. Doordat het klimaat verandert, onze gewassen die wij nu gebruiken zijn wel ook heel erg aangepast en geselecteerd op het milieu waar we hier aan gewend zijn. Of op andere plekken net zo. Dat wil je heel goed afstemmen met de regio waar je gewas groeit. En als het bijvoorbeeld droger wordt, of misschien juist natter of heter. Dan wil je eigenlijk andere gewassen die daar, of andere rassen die daar net iets beter bestand tegen zijn. En daar, ja, daar zijn veredelaars ook hard mee bezig om te kijken wat ze wat ze kunnen doen om daar betere rassen in te maken die beter passen bij de uitdagingen die er aankomen.

Robert: Want hoe werkt dat precies met zo'n veredelaar? Ik denk niet dat elke luisteraar dat weet. Kun je dat uitleggen?

Tanja: Ja, dan begin ik met de klassieke veredeling. Dus dat is dat je gewoon soorten of rassen gaat kruisen. Dus bijvoorbeeld, dat is iets wat we al duizenden jaren doen als mens. En dat begon onbewust. Dus bijvoorbeeld zoiets als maïs komt uit Zuid-Amerika, Midden-Amerika. En dat begon als een klein grasje met zeven wat forsere korrels eraan van het gras en, steeds gingen mensen de beste gewassen, daarmee de beste maïskorrels, daarmee gingen ze verder om daar een plant van te maken die steeds net iets meer opbracht. Zo heb je een beetje een natuurlijke selectie gehad.

Robert: Dus je ziet het, deze doet het goed. Dus hier ga ik stekjes van maken. Of ik weet niet of stekjes het goede woord is, maar deze plant ga ik meer zaaien of de zaadjes van deze plant of groente en dan.

Tanja: Ja dus welke het beste doet en het beste op de juiste plek. Dat zijn degene waarmee je verder wil gaan en dat is dan...

Nour: Wat is dan vaak het beste? Wat noemen we het beste? Is het misschien voedzamer? Waar moet ik nog meer aan denken?

Tanja: Ja, dat is wel echt een hele brede vraag. Maar een hele leuke vraag. Kan ook per plek verschillen dus. En ook wel een historie met de markt, wat we eten. Ja, maar rijst zal het hier in Nederland niet zo goed doen. Dan wordt het toch net weer te koud. Dus zoals bij het klimaat moet het passen. Maar een hoge opbrengst is ook fijn omdat dat betekent dat je minder land nodig hebt om aan genoeg calorieën te komen.

Nour: Op dit moment is er best wel veel land nodig, ook geloof ik voor de volledige voedselproductie.

Tanja: Ja, ik geloof meer dan de helft, 60% of zo van al het bewoonbare land is in gebruik voor agricultuur.

Nour: Dat is aanzienlijk.

Tanja: Dus dat is enorm.

Robert: Ja, en als je dan die klimaatverandering daarbij optelt dat je zegt van, dat komt onder druk te staan, misschien moeten we dingen wel aanpassen in Nederland. Zien we al gevolgen van die klimaatverandering? Nu ook ook op dit soort producten? Of als je je boodschappen doet, wat merk je daar dan van?

Tanja: Ja, er zijn wel verhalen dat telers sommige gewassen moeilijker voor elkaar krijgen. Welke dat precies zijn weet ik niet hoor, maar zoiets als droogte die vaker voorkomt, ja, dat kunnen we ons na het afgelopen natte jaar bijna niet meer herinneren. Maar dat die periodes er zijn en dat er dan meer water onttrokken moet worden.

Robert: Maar dat is precies natuurlijk waar klimaatverandering ook om om draait, toch? Dat je het moeilijker kan voorspellen, dat het klimaat eigenlijk instabieler wordt ook. Dus nu hebben we een vrij nat jaar, maar de jaren hiervoor was het weer vrij droog. Ga daar dan maar eens op veredelen zou ik zeggen. Ja, dat is best lastig. Dus, en ik zit hierbij ook te denken van, je kan als zo'n oogst mislukt daardoor dus bijvoorbeeld omdat het te nat is of omdat het te droog is, maakt even niet uit, want beide kan. Dan kan ik me voorstellen dat dat ook gevolgen heeft, toch? Want dan, ja dan gaan oogsten mislukken. En dan merken wij dat allemaal in de supermarkt, want dan wordt, dan is een product er niet of het is heel duur, denk ik. Moet ik me dat zo voorstellen? Ja, heel duur, minder beschikbaar en ja, misoogst. Dat is echt een van de grote risico's, die er dan aan zit te komen.

Nour: Ja, nu is wel zo als wij nog de supermarkt binnen wandelen is er doorgaans nog best wel veel en zijn er best wel veel opties. Bij fruit en bij de groenten. Ja, je zei terecht al, dat is ook een oneerlijke verdeling: in andere delen van de wereld is dat absoluut niet het geval. Wat voor gevolgen zie je daar? Wat zijn de gevolgen van het voedseltekort in het buitenland?

Tanja: Ja, bijvoorbeeld typisch in Afrika, ten zuiden van de Sahara. Dat is ook waarvoor in de komende paar decennia de meeste groei wordt verwacht van de wereldbevolking. En die hebben nu al moeite om het voor zichzelf rond te krijgen om genoeg gewassen te krijgen. Dus daar is het echt spannend. Het gros van die 2 miljard die erbij komt, zal daar zo erbij komen. En ze krijgen het dan niet voor elkaar. En wat je daar ook vooral ziet is dat het ze niet lukt om hun akkers enorm te verbeteren, maar dat ze dus juist meer land erbij gaan pakken, dus meer van de natuurlijke gebieden afsnoepen om daar nieuwe akkers aan te leggen.

Nour: Dus je ziet dat zo in de natuur terug. Het lijkt me dat de prijs ook alleen maar duurder wordt dan in die gebieden, als er wel een keer een bakje aardbeien beschikbaar is, dat iedereen die dan maar wil hebben. En gezondheidsrisico's kleven daar ook wel aan lijkt me. Of niet?

Tanja: Hoe bedoel je?

Nour: Nou, bijvoorbeeld als je niet meer zo'n breed scala aan groenten beschikbaar hebt, dat je best een eenzijdig dieet voor jezelf creëert. En dat daar misschien ook niet alle nutriënten, alle mineralen in vertegenwoordigd zijn?

Tanja: Ja, dat klopt ja. En dat speelt nu al, dat is al lang. Dat die diversiteit aan aanbod in die regio's moeilijker is, maar dat komt niet minder onder druk te staan, met nieuwe uitdagingen, ja.

Robert: Kortom, de manier waarop we momenteel voedsel verbouwen is niet houdbaar. We kunnen er niet alle monden op een gezonde manier mee voeden. Bovendien zijn de bestrijdingsmiddelen die we gebruiken voor een grote opbrengst, schadelijk voor mens en natuur. We zullen dus iets moeten veranderen in onze voedselvoorziening. Daarvoor kunnen we naar onszelf kijken. Maar ook de wetenschap kan een handje helpen. Een mogelijke oplossing uit de biotechnologie: genetische modificatie van gewassen. Tanja, we gaan het dus een beetje de korte term, en best wel een coole term, gentech, gaan we het over hebben. Vertel eens, hoe werkt dat nou precies?

Tanja: Ja, gentech, is dat je de mensen in het lab, de veredelaars een handje kan helpen met precies krijgen wat je wil. Dus je gaat in het DNA van planten of dieren, deze discussie gaat vooral over planten, kun je wat aanpassen om een gewas te krijgen wat beter de eigenschappen heeft wat je wil hebben. En dat is soms een stukje DNA wat al van oorsprong ergens in zo'n plant voorkomt. Maar er zijn ook voorbeelden bekend waarin bijvoorbeeld juist een stukje uit een bacterie of een hele andere plant is ingebouwd.

Robert: Dus een beetje waar we het net over hadden, van die maïs. Je ziet, deze maïs doet het heel goed. Vroeger ging een veredelaar of een boer ging daarmee aan de slag van, oh, dan ga ik die heel veel kweken of die heel veel zaaien. Nu kunnen we dat dus ook iets in de plant zelf eigenlijk aanpassen. Een beetje knippen en plakken kan ik me misschien voorstellen in dat DNA van zo'n plantje van, dit is precies een goede eigenschap en dan zorgen we dat het die altijd heeft. Moet ik me dat zo voorstellen?

Tanja: Ja. Ja, en daarvoor moet je wel al heel veel weten van die plant en de eigenschap die je wil.

Robert: Het klinkt nu heel makkelijk, hè, zoals ik het zei? Was het maar zo.

Tanja: Zo klinkt het inderdaad als een soort wensgewas wat je kunt bestellen, het ligt iets ingewikkelder. Maar ja, het is wel een, een van de nieuwere tools waarmee nieuwe kansen in het verschiet liggen.

Robert: Maar daarmee zou je dus kunnen zeggen bijvoorbeeld, laten we ervan uitgaan dat het, zou je dus zo'n maïsplant of wat dan ook, of iets misschien met sla of boerenkool, laten we iets lekker Nederlands noemen. Maar die boerenkool kun je dan zo maken dat hij juist heel goed tegen periodes van die, die heel nat zijn of misschien juist heel warm of heel droog. Ik heb zelf helemaal geen groene vingers, beken ik meteen, dus ik weet ook niet of ik daar iets zeg. Maar je kan in ieder geval zo'n groente aanpassen zodat het heel goed tegen de nieuwe omstandigheden kan of juist heel voedzaam is. Bijvoorbeeld, dat, dat is wat ik me erbij voor moet stellen, denk ik.

Tanja: Ja, dat is de grote wens, en zeker met die droogte. Dat is een van de grote wensen. Wel een lastige, omdat dat nooit één simpele eigenschap is, dus niet één specifiek gen. Dus dat maakt hem wel lastig om een plant daarop te veranderen. Maar ja, daar liggen wel grote uitdagingen en grote winst als dat lukt.

Nour: Ja, en wordt het al gedaan? Zijn er al gewassen die we dus, die zijn gecreëerd aan de hand van gentech en die we ook kunnen kopen in de winkel?

Tanja: Die zijn er absoluut. In Europa kun je ze nog niet kopen.

Nour: Waarom niet?

Tanja: Het is een omstreden onderwerp. En ja, dat is toch het idee van sleutelen aan het DNA, wat veel mensen toch een ongemakkelijk gevoel geeft, van moeten we dit nou doen of niet? En bijvoorbeeld in Amerika is het wel toegelaten. Wel ook met strenge regels hoor. En veel rapporten moet je inleveren om aan te tonen of het wel veilig is om te eten. Veilig voor het milieu, maar daar zijn best een aantal grote gewassen op de markt waarbij het wel is.

Nour: En wat ligt daar dan dus in de winkel wat hier niet te vinden is?

Tanja: Nou, ik heb toevallig iets meegenomen, dat is in Nederland wel te krijgen. Het is heel summier nog, maar het is een een snack. Reese's peanut butter cups. En daarin zit, ik moet even spieken welke producten het ook alweer waren. De onderdelen van genetisch gemodificeerde suikerbieten en sojabonen. En ja, daar hebben ze dus kleine trucjes mee uitgepast om te zorgen dat die gewassen net iets handiger zijn om te telen.

Nour: Ja, wij kennen Reese's niet zo goed in Nederland geloof ik. Maar het is best wel een groot populair merk. Zelfs daarin zitten dus al genetisch gemodificeerde producten. Waarom is dat dan nodig geweest, denk je? Als ik hoor 'genetisch gemodificeerde suikerbiet', denk ik: ja, was de originele suikerbiet dan niet goed genoeg?

Tanja: Ik weet bij deze specifieke niet wat ze eraan veranderd hebben. Ik weet wel een heel groot gewas wat heel omstreden is en die is denk ik wel interessant om het verhaal van Europa te vertellen. Dat is de gemodificeerde soja. Dat heet Roundup ready soja, en dat is er een die veranderd is dat die kan tegen als er herbiciden over hem heen gespoten worden. Dus dat zijn de onkruidbestrijders. En normaal als akkerbouwer gebruik je je onkruidbestrijding voordat je je plant zaait, omdat je gewas er zelf ook niet tegen kan.

Nour: Ja. Dat maakt het nog efficiënter dus eigenlijk.

Tanja: Ja, het idee was van, hé, dan kun je één keer, dat was althans het verhaal, kun je één keer in het begin, als dat gewas net opkomt, even flink spuiten. Je onkruid gaat weg, en je gewas groeit door. Waarmee het op een fijn moment een goede voorsprong heeft.

Nour: Ja, dat is een erg belangrijk voordeel. Tegelijkertijd, we hebben het ook net gehad over veredeling, dat we daarmee ook kunnen selecteren op bepaalde eigenschappen. Waarom zouden we niet gewoon, waarom kunnen we niet gewoon uit de voeten met veredeling? Waarom hebben we dit genetisch gemodificeerd voedsel dan ook nodig?

Tanja: Deze is ontstaan door niet een gen te gebruiken van wat in de plant zelf al zit, maar uit een bacterie te halen. En ja, er zijn summier wat voorbeelden van hoe bacteriën en planten ooit wat DNA hebben uitgewisseld, maar als veredelaar krijg je dat niet zomaar voor elkaar en dit was wel een manier om het te doen.

Nour: In de natuur komt het gewoon niet voor?

Tanja: Nee.

Nour: Nee, dat is even wat anders dan een rode roos en een witte roos met elkaar combineren om een roze roos te krijgen bijvoorbeeld. Ja, het zijn echt hele andere eigenschappen.

Tanja: Ja, daar is hulp in het lab voor nodig.

Robert: Dus je hebt echt die gentech daarvoor nodig. Je zei net al even van in Nederland, of in Europa, mogen een heleboel dingen niet en is het ook best wel omstreden. Waar zit dat omstreden in? Want je zou, even advocaat van de duivel, gewoon kunnen zeggen: het kan veel beter tegen allerlei bestrijdingsmiddelen en het is misschien voedzamer. Geweldig toch? Ja, wat, waarom is hier dan toch... Waarom is dit een heet hangijzer?

Tanja: Nou, specifiek die Roundup Ready Soja, daar waren al snel zorgen van, hé, komt er dan geen grote resistentie? Oftewel dat de onkruiden dat je dat in plaats van het idee van keurig één keer spuiten, dat die akkerbouwers flink zijn gaan spuiten elke keer dat er onkruid opkwam. En als je zoveel spuit, nou dat bleek ook later, dan krijg je juist onkruiden die resistent zijn waardoor je weer nog meer moet gaan spuiten om te zorgen dat het er tegen kan. En dat is een ontwikkeling die je niet wil. En ja, dit was een van de grote beloftes die toen naar Europa kwam. En ook op de dag dat die eerste schepen vanuit Amerika kwamen, stond Greenpeace met zijn vlaggen klaar van hé, dit willen we niet hebben. Dit is juist een verslechtering van het systeem.

Nour: Oh ja, want…

Tanja: Dus het maakt wel heel erg uit hoe je het toepast, of het een goed gebruik is of niet.

Nour: Ja en het zit het hem dus zowel in de productie, aan de productiekant als aan de consumptiekant zou ik zeggen, want volgens mij gaan die Reese's er altijd wel doorgaans goed in. Maar ook onze luisteraars hebben een sterke mening. We hebben bijvoorbeeld voorgelegd: nou, een frietje van genetisch gemodificeerde aardappelen bijvoorbeeld…

Robert: Zeg je nou friet?

Nour: Friet. Ik zeg friet, want dat hebben we zo voorgelegd. Don't shoot the messenger.

Robert: Ik vind het best een pijnlijke. Ik zou patat zeggen, maar goed, Nour, ga je gang. De mensen die achter friet staan hebben geantwoord. En die mensen zeggen…

Robert: Boycot.

Nour: Er waren vier opties: prima, want friet is friet, of patat is patat, dat laat ik even midden. Of: fijn, want genetisch gemodificeerde aardappelen die dan bijvoorbeeld resistenter zijn tegen schimmels, zorgt voor een hogere oogst. Dus dan is er meer friet uiteindelijk beschikbaar voor meer mensen. C is: nou, eigenlijk zou ik daar niet achter, want ik vind het gewoon een onnatuurlijk proces of D: mwah, ik weet niet, ik vertrouw het gewoon niet helemaal. Onze luisteraars zijn eenduidig, zowel op Twitter als op Instagram. Ze zeggen: prima, friet is friet. Ik sta er helemaal achter, dus ik denk dat zij ook prima zouden genieten van de snacks die jij hebt meegenomen vandaag,

Tanja. Alleen op Facebook doen ze er zelfs nog een schepje bovenop en zeggen ze: ja tuurlijk! En als je me ook nog kan laten licht geven in het donker, ben ik helemaal tevreden. Dat ga je ook krijgen en dat is…

Tanja: Die zou ik zelf toch niet hoeven hoor.

Nour: Dat is een stukje ludiek, maar ligt het eigenlijk ook wel in de lijn der verwachting dat we ook aan die eigenschappen zouden kunnen sleutelen met deze techniek.

Tanja: Qua lichtgevende friet?

Nour: Ja dus dingen die je niet zo ter zake doen, want we hebben het nu vooral, we bespreken het in het kader van voedseltekort. En ook echt wel problemen die opgelost kunnen worden. Op een gegeven moment kunnen we zelfs een soort designergewassen ontwikkelen. Ligt het in de lijn der verwachting dat het ook kan?

Tanja: Poeh, ja, ik weet, staat me iets bij dat ik als student wel iets heb gezien met een plant die inderdaad in het donker licht kan geven. Ik geloof dat het ook gebruikt wordt om juist uit te vinden of het gelukt is, of een gen erin zit of niet. Dus er zijn trucjes, maar het ligt niet in de lijn van de verwachting dat dat op de markt komt. Dat daar toch dan te veel vragen en onzekerheid komen, dat krijg je er ook in Amerika denk ik niet doorheen.

Nour: Ja, in ieder geval wat betreft ons groente en fruit, dat lijkt me gewoon niet heel praktisch.

Robert: Een beetje een té wild idee. Maar het is natuurlijk wel een hele serieuze discussie. Het is een beetje de glijdende schaal, maar gewoon als, al we kijken naar ook dingen verbeteren. Je hebt altijd, en ik denk dat je dat zelf net ook al een beetje benoemde, je hebt ook onbedoelde gevolgen die we nu eigenlijk nog niet kunnen overzien. Dus dat een genetisch gemodificeerde groente iets overneemt ofzo, of een exoot wordt. Of misschien is het juist wel een exoot. Dat is ook waar de discussie deels over gaat, toch?

Tanja: Ja, dat ontsnappen naar de natuur en of het mogelijk kan kruisen met soorten die in de wilde natuur voorkomen. Dus bijvoorbeeld een maïsplant, In Nederland kan dat al niet, omdat die wilde voorloper van maïs in heel Europa niet voorkomt. Maar bijvoorbeeld de koolfamilie, dat is broccoli, spruitjes, bloemkool. Wat zit daar nog meer? Een hele familie. Dat komt allemaal van dezelfde oorspronkelijke plant. Iets van wilde mosterd geloof ik. En die komt wel ook in Europa en Nederland voor. Dus dat is wel één waarbij die vraag heel erg geweest is. En waarbij ook onderzoek naar geweest is. Of kan dat stuifmeel dan die planten, daarmee kruisen en misschien nieuwe gewassen? Maar dat de soorten die op de markt zijn, zijn geen zorgen dat dat ook het geval is.

Robert: Maar dat zou dus wel kunnen zijn, want je laat iets los eigenlijk, waarvan je niet precies weet wat er daarna gaat gebeuren. Dat is, kan ik me voorstellen, een bezwaar voor mensen die zeggen we moeten niet die genetisch gemodificeerde spullen hebben.

Tanja: Een van de bezwaren.

Robert: En er is denk ik ook nog een fundamenteel bezwaar toch gewoon van überhaupt niet ingrijpen in de natuur? Nou doen we dat voortdurend als mens. Maar dit is misschien wel een stap verder dan die veredeling en toch meer een fundamentele.

Tanja: Ja, daar, ja dat snap ik wel dat dat iets heeft van: hé, wat zijn we hiermee aan het doen? En ik merk bijvoorbeeld zelf ook dat ik dat, het idee dat we dat met ons vee doen of met dieren een ander gevoel weer heb dan wanneer we dat met planten doen. En waar bijvoorbeeld ook al veel gebeurd is in de medische sector met bacteriën of schimmels die medicijnen maken. Daarin wordt het heel veel ingezet. Wat wel een belangrijk verschil is ten opzichte van gewas is dat je dan nooit die bacteriën of schimmels opeet. Je zuivert alleen het product wat ze maken eruit. Maar je ziet daar wel, dat daar al minder spanning zit op de situatie. Dat mensen al sneller denken van: oh ja, het is, daarvoor vinden we het een prima gebruik.

Nour: Ja, nog even ingrijpend daarop, want we kunnen steeds naar de wetenschap kijken inderdaad om dit probleem op te lossen. Maar ik denk dat er ook wel een rol is die we zelf nog kunnen kunnen spelen, ook een deel acceptatie. Ik moet zelf denken aan bijvoorbeeld, dat sommige groenten gewoon eventjes uit het seizoen zijn en dat mensen zich dan echt stennis kunnen schoppen in de supermarkt omdat het product er niet is. Dat ik denk, ja, misschien moeten we ook met elkaar accepteren dat niet alle gewassen op elk moment van de tijd beschikbaar zijn voor onszelf. Of hoe sta jij erin, Tanja?

Tanja: Ja, dat niet alles overal kan, dat lijkt me een hele gezonde gewoonte.

Nour: Laat ik het anders vragen: welke rol kunnen mensen zelf spelen om bij te dragen aan een duurzamere voedselvoorziening?

Tanja: Ja, dan ga je weer heel breed uitzoomen inderdaad. En dan is je dieet aanpassen toch een hele belangrijke om een duurzamer voedselsysteem. Wat op één planeet nog vol te houden is, is een hele grote stap daarin. En ja, minder vlees is daarin denk ik de grootste stap wat je kan zetten. En we verspillen ook nog veel voedsel zoals die, helaas die aardbeien ook bij mij in de koelkast. Wat heel jammer is hè maar...

Robert: Maar dat herkennen we allemaal wel, toch? Ja, ja. Goed dat je het boetekleed aantrekt. Ik heb ooit eens op de markt zeven mango's voor € 1 ofzo gekocht en die gingen ook, je kan geen zeven mango's eten in één dag. Mijn gezin was ook weer niet zo groot, maar goed, ik denk dat we dat allemaal wel, en dit is een groot voorbeeld, maar we gooien allemaal wel eens iets weg. Maar daar valt nog wel veel winst te behalen. En je zei net van we zijn wat aan het uitzoomen, als we toch nog iets aan het uitzoomen zijn, zijn er ook nog voorbeelden van waarin het, waardoor bezwaren tegen genetische modificatie, wat wel degelijk terecht is, of waarin waarin je kan kijken naar… Vooral als ik bijvoorbeeld kijk naar grote bedrijven. Kun je daar voorbeelden van noemen?

Tanja: Ja, daar zit ook een van de grote discussies rondom het thema heen. Je krijgt die middelen niet zomaar op de markt. Je moet veel testen doen, veel aantonen dat het veilig is. En niet zonder reden. Maar dat maakt het wel een heel duur en ingewikkeld aanvraagproces. En daardoor is het iets wat ook vrijwel alleen maar de grote bedrijven lukt. En daardoor schuift die macht nog meer op richting die grote bedrijven. Dus is het wel goed als je die middelen toelaat om daarin goed te balanceren van ja, je wil inderdaad wel kijken of het kan, of het veilig genoeg is dit middel. Maar ook niet onnodig zwaar maken zodat alleen maar die grote bedrijven dat nog kunnen en alle kleine bedrijven het nakijken hebben.

Robert: Genetisch aangepaste gewassen zouden een deel van de oplossing kunnen zijn in onze zoektocht naar een manier om de wereldbevolking op een duurzame manier te voeden. Technisch kan het. Maar voor het in de praktijk wordt gebracht, zijn er nog wel wat obstakels te nemen en moeten we hier een maatschappelijke discussie over voeren. We kijken een stap vooruit in de tijd. Naar onze voedselvoorziening in de toekomst. Laten we een reuzenstap maken. Over een jaar of veertig bereiken we de piek in die wereldbevolking. Denk je dat we tegen die tijd helemaal gewend zijn aan genetisch bewerkte gewassen?

Tanja: Helemaal niet. Ik denk wel dat er nog heel wat gaat verschuiven op dat vlak. Op dit moment is er in Europa wat gaande waarbij je wat verschuift, waarin een specifieke vorm van gentech mogelijk toch wordt toegelaten. Een soort 'gentech light'-versie is het waarbij ze willen kijken naar toch kleine veranderingen die je met gebruik van de juiste technologie. En het gaat dan echt maar om kleine veranderingen in het DNA en ook alleen maar naar eigenschappen die al van nature in die planten voorkomen. Dus dat zijn dan planten die je ook zou kunnen maken door ze op een natuurlijke manier te veredelen zonder die gentech-technieken. Alleen ja, soms wil je dan kruisen met een wilde variant waar bijvoorbeeld een resistentie tegen een ziekte nog in aanwezig is. En dan als je kruist met die wilde variant waar dat in zit, dan moet je ook weer steeds terugkruisen een aantal keer, al die andere eigenschappen die de aardappel minder productief maken, neem je dan ook weer mee. Dus dat is best wel een heel proces om dat op de goede manier erin te veredelen. En dat zou dan met de juiste gentechtools heel efficiënt kunnen.

Nour: Dus die deur is wel alvast op een kiertje gezet, in ieder geval wat Europa betreft.

Tanja: Het is er nog niet doorheen.

Nour: Oké, hij wordt misschien op een kiertje gezet.

Tanja: Het is een heel eind dat het een wet wordt.

Nour: Ja, en als we dan kijken naar Nederland, ik bedoel Nederland zou ik toch wel willen stellen, was, ís kampioen veredelen. Wat is de trend als we kijken naar gentech in Nederland? Zijn we nou ook voorloper of lopen we nog achteraan?

Tanja: We zijn altijd voorloper geweest, maar dat is nu inderdaad wel heel spannend hoe dat gaat. Omdat die technieken op heel veel plekken in de wereld wel mogen en in Nederland nog niet. Dus de sector houdt dat heel erg in de gaten, ook van wat mag hier nou, wat gebeurt er, gaat het versoepelen? Dus deze versoepelingen zijn nog steeds vrij klein voor ze. Dus is het wel spannend of die bedrijven in Nederland blijven of misschien toch naar Amerika trekken omdat daar veel meer mag en dat de Europese markt gewoon te klein voor ze gaat worden.

Robert: Nu heeft een goede luisteraar af en toe wat geritsel gehoord. Je hebt het ook al genoemd, dat Reese's ligt hier nog op tafel.

Tanja: Zal ik hem uitpakken?

Robert: Nee. Nou ja, ik zou zeggen met volle mond praten is een beetje lastig met de podcast, maar wel de vraag: Wat doen we aan het einde van de podcast? Nemen we hier een hap van of niet?

Nour, hoe kijk je daarnaar?

Nour: Oh goeie vraag. Nou, ik heb er eigenlijk minder trek in, moet ik heel eerlijk toegeven, nu ik weet dat er inderdaad genetisch gemodificeerde ingrediënten in zitten, terwijl ik dat verder niet heel goed kan toelichten. Maar het voelt inderdaad onnatuurlijk dan in mijn hoofd, terwijl het er echt niet anders om zou smaken, lijkt me. En misschien ook niet. Nou, ook niet, ik zou niet slechter af zijn denk ik als ik een hapje zou nemen. Maar kennen jullie dat als ik dat zo zeg? Of zeggen jullie, nou, doe niet zo moeilijk. Tanja, jij begint heel hard te lachen.

Tanja: Ik vind ze niet zo lekker.

Robert: Daarom heb je ze ook meegenomen. Dank je wel hoor.

Tanja: Om aan jullie te geven, maar dat heeft niks te maken met het feit dat er GMO-producten in zitten. Ik zie wel de voordelen met de grote uitdagingen die er zijn om toch op de juiste manier die technieken toe te laten. Maar ja, het is wel dubbel dat dit dan een voorbeeld is wat dan in Nederland beschikbaar is, je wil eigenlijk dat beeld eraan koppelen van prachtig blakend gezonde gewassen die de supermarkt vullen. En dit is dan, ja, heel Amerikaans. Ik vermoed dat dat erachter zit dat mensen al die deze producten oké vinden. Die hebben geen moeite met de hele Amerikaanse producten en er zal op een andere manier minder twijfelachtig in zullen staan.

Nour: Ja, die zijn er een stukje meer aan gewend misschien. Tot slot, we zijn toch aan het filosoferen: over veertig, vijftig jaar wil ik toch terugkomen op al die eigenschappen die we misschien wel kunnen aanpassen. Ik vind zelf bijvoorbeeld als ik een ui snijd, dat ik dan weer moet gaan tranen vind ik behoorlijk storend. Als we dat zouden kunnen wegwerken, heel graag. Als er nou één ding aangepast mag worden wat je wat jou betreft, wat zou jouw voorkeur hebben?

Tanja: Ja, die is een hele saaie, maar echt een hele belangrijke. Resistentie tegen phytophthora in aardappel, dat is nu echt een ontzettend nijpend probleem.

Nour: Wat is dat, een schimmel?

Tanja: Ja, een schimmel. De grote aardappelziekte waardoor Ierland ook, wat is dat honderd jaar terug? Mensen massaal naar Amerika zijn getrokken vanwege een grote hongersnood toen. En die is nu heel, heel erg aanwezig weer in Nederland. Na een heel nat jaar neemt die keihard toe en daar moet heel veel op gespoten worden. En nou ja, als je die heel simpel met een paar knipjes kan veranderen zou dat zo'n winst zijn voor de toekomst van de aardappel en een duurzame aardappelsector. Dus dat zou mijn favoriet zijn.

Robert: Nog belangrijker dan de door jou zo geliefde aardbeien.

Tanja: Ja.

Robert: Tot zover deze aflevering van Oplossing Gezocht over het genetisch bewerkt voedsel. Dit was de laatste aflevering voor onze zomerstop.

Nour: Dat klopt. Dus niet over twee, maar over zes weken zijn we weer bij je terug met een nieuw seizoen. Met een ander onderwerp natuurlijk, een ander probleem. Ook een andere oplossing, maar wel weer dezelfde hosts.

Robert: Ik ben er dus weer bij, Robert Visscher.

Nour: En ook ik, Nour Eldín Emara. Met dank aan onze gast Tanja Speek, en redactieleden Dimitri van Tuijl, Elvira Elzinga, Eva Poort en Erica Renckens. Wil je meer weten over onze wetenschapsjournalistiek? Abonneer je dan op deze podcast via jouw favoriete podcastapp. Volg ons op Instagram en X en bekijk onze website NEMOkennislink.nl. Tot de volgende keer!

Huidige publicatie