Het raderdiertje kan jaren uitgedroogd in een soort slaaptoestand verkeren, heeft al miljoenen jaren geen seks gehad en weet parasieten op een slimme manier van zich af te schudden. Klein als hij is, is dit bodemdiertje bijzonder succesvol.
Raderdiertjes zijn microscopisch kleine waterdiertjes die in vochtige aarde, meertjes, rivieren, op korstmossen, andere mossen, boomstammen, rotsen, bladresten en zelfs op kreeftachtigen kunnen leven. In een vochtige bodem kunnen tot wel twee miljoen raderdiertjes per vierkante meter leven! Omdat ze zo klein zijn en nauwelijks harde delen bevatten, zijn er nauwelijks fossielen van ze te vinden. Toch zijn is de soort Habrotrocha angusticollis in 6000 jaar oud veen in Canada gevonden. De oudste fossielen raderdiertjes zaten in Dominicaans barnsteen uit het Eoceen.
Roterende kroon
Klein als ze zijn behoren ze toch tot het dierenrijk. Ze hebben een compleet spijsverteringsstelsel, van mond tot kont. De meeste soorten zijn slechts 200 tot 500 micrometer lang. Slechts enkele soorten, zoals Rotaria neptunia worden langer dan een millimeter. Het raderdiertje dankt zijn naam aan de cilia die als een kroon rondom zijn mond staan en die razendsnel rond kunnen draaien. Hierdoor stroomt water de mond in waar het raderdiertje zijn voedsel uit filtert. Dat voedsel wordt door zijn kaken vermalen. In zijn langwerpige lichaam liggen naast het verteringsstelsel ook zijn voortplantingsorganen. Raderdiertjes hebben een klein brein van waaruit een aantal zenuwen door zijn lichaam lopen. Ze hebben meestal twee korte antennes en tot vijf ogen. Aan het andere uiteinde van zijn lichaam bevindt zich de voet waarmee hij zich vast kan zetten aan objecten in het water.
Goede poetsers
Als je zelf zo klein bent mag je voedsel ook niet al te groot zijn om naar binnen gefilterd te worden. De meeste raderdiertjes zijn omnivoor, maar sommige soorten zijn ware kannibalen en lusten ook wel een hapje van vriend of vriendin. Voor de rest eten ze graag rottend organisch materiaal, bacteriën, eencellige algen en ander fytoplankton. Daarom worden ze ook ingezet om het water in aquaria schoon te houden.
Opmerkelijke seks
Raderdiertjes kennen een aantal opmerkelijke seksvormen. Sommige soorten bestaan alleen uit vrouwtjes die klonen van zichzelf baren, ook wel maagdelijke voortplanting genoemd. Ondanks dat ze daardoor allemaal nagenoeg hetzelfde zijn, leven de soorten al meer dan 80 miljoen jaar. Andere soorten produceren twee soorten eitjes: de helft van de eitjes wordt een vrouwtje en de andere helft ontwikkelt tot een verbasterd mannetje dat niet eens in staat is zichzelf te voeren (seksuele dimorfie). Deze individuen paren en het bevruchte eitje ontwikkelt zich in het raderdiertje. Het mannetje blijft lang genoeg leven om sperma te produceren dat eitjes kan bevruchten. Die bevruchte eitjes worden sterke zygotes die kunnen overleven als het water om hen heen verdwijnt. Wanneer de condities weer beter zijn ontwikkelen ze tot vrouwtjes.
Ontwaken uit een droge slaap met het DNA van een ander
Bdelloidea, een onderklasse van de raderdiertjes waar zo’n 360 verschillende soorten onder vallen, kunnen uitzonderlijk goed tegen uitdroging. Wanneer de watervoorraden om hen heen opraken, schrompelen ze ineen en kunnen jaren overleven zonder een spatje water in hun lijf. Deze diepe rusttoestand wordt ook wel cryptobiose genoemd en komt bijvoorbeeld ook bij het beerdiertje voor. Tijdens deze, soms jarenlange rust, treedt er membraan- en DNA-schade op waardoor DNA van andere organismen zoals bacteriën, schimmels en zelfs planten, in de cellen terecht kan komen. Zodra de diertjes weer in aanraking komen met water, komen ze weer tot leven en kan het vreemde DNA in het genetisch materiaal van het raderdiertje ingebouwd worden.
Parasietvrij
Het lange slaapje blijkt ook nog ergens anders goed voor. In 2010 ontdekten wetenschappers dat het uitdrogen helpt om parasieten te verjagen. In hun lab bleek de meest beruchte parasiet van de diertjes, een schimmel, veel slechter tegen uitdroging te kunnen. Door uit te drogen kon de schimmel handig geloosd worden. Als de diertjes zich daarbij ook nog door de wind mee lieten voeren, waren ze de schimmel nog veel sneller kwijt. Een uniek mechanisme, dat ze een evolutionair voordeel geeft, ook al zijn ze seksloos.
Lees ook:
- Aflevering 12: duizend- en miljoenpoot
- Aflevering 11: de mol
- Aflevering 10: de mijnspin
- Aflevering 9: de slijmzwam
- Aflevering 8: de bodemmijt
- Aflevering 7: de loopkever
- Aflevering 6: de bodemschimmel
- Aflevering 5: de mier
- Aflevering 4: het beerdiertje
- Aflevering 3: de springstaart
- Aflevering 2: het pissebed
- Alevering 1: de regenworm