Snapchat, Instagram en Facebook leveren een onophoudelijke stroom blije en perfecte foto’s. Wat doet dat met ons lichaamsbeeld? Onderzoek wijst uit dat jongeren minder tevreden zijn met hun uiterlijk als ze vaak op sociale media zitten. Zowel meisjes als jongens.
Tot zo’n tien jaar geleden stonden foto’s van perfect gevormde mensen met een stralend gebit en een gave huid alleen in de tijdschriften. Via applicaties op smartphones kan iedereen nu fotoshoppen. Met één swipe leg je een filter over een kiekje, die je eerst tien keer opnieuw kan maken om de voordeligste hoek te vinden. Perfecte gezichten en lijven zijn nu overal te zien op sociale media.
Dermatologen van de Boston University School of Medicine sloegen onlangs alarm met een opiniestuk in JAMA Facial Plastic Surgery. Onrealistische foto’s met filters worden langzamerhand de norm, waardoor onze perceptie van schoonheid verandert, schrijven ze. Bewerkte selfies zouden weerslag hebben op het zelf- en lichaamsbeeld van jongeren. Zelfs zo erg, denken de auteurs, dat het kan aanzetten tot body dysmorphic disorder (BDD), een psychische aandoening waarbij je er anders denkt uit te zien dat je er werkelijk uit ziet. Zijn de artsen terecht zo bezorgd?
Cosmetische chirurgie
De Nederlandse expert op het gebied van zelf- en lichaamsbeeld en sociale media is gedragswetenschapper Dian de Vries, werkzaam aan de Universiteit Utrecht. Zij ziet duidelijk een link tussen die twee. Ze publiceerde in 2014 met collega’s een onderzoek naar zeshonderd Nederlandse tieners van tussen de elf en achttien jaar oud. De jongeren vulden in 2008 een vragenlijst in over hoe ze over hun uiterlijk dachten, en hoe vaak ze op Hyves zaten, de populairste site op dat moment, op een schaal van 0 (nooit) tot en met 4 (altijd). Anderhalf jaar kregen ze dezelfde vragen nog eens.
Wat bleek? Jongeren die in 2008 veel tijd doorbrachten op Hyves, te vergelijken met Facebook, waren anderhalf jaar later gemiddeld iets minder tevreden met hun uiterlijk ten opzichte van jongeren die minder sociale media gebruikten. De grootgebruikers gingen hun uiterlijk bovendien belangrijker vinden, wat weer een sterkere wens om cosmetische chirurgie te ondergaan voorspelde.
Meiden en jongens
Al kan ze het niet met zekerheid zeggen, het lijkt erop dat sociale media onzekerder kan maken. Opvallend genoeg is dat extra schepje onzekerheid voor jongens en meisjes even groot. Het verschil is dat meisjes los van sociale apps al onzekerder en meer met hun uiterlijk bezig zijn. “Dat is de cultuur. De bijdrage van sociale media aan het al bestaande lichaamsbeeld is echter voor beide seksen hetzelfde.”
Hoe zit het eigenlijk met mensen van middelbare leeftijd? Zijn zij gevrijwaard van de invloed van apps? De Vries: “Aan sociale media-studies doen vooral tieners en jongvolwassenen mee, maar bij oudere groepen zien we hetzelfde patroon. Of het effect bij jongeren sterker is dan bij dertigers, veertigers of vijftigers weten we niet. Misschien wel, omdat je in de tienertijd bezig bent een zelfbeeld te ontwikkelen.”
De bron van het kwaad
Gemiddeld genomen over alle jongeren is de invloed van sociale media klein, tonen de studies van De Vries. Bij de ene persoon hebben sociale apps een negatieve invloed, bij de ander positief en bij een derde heeft het geen effect. Wie zijn de mensen die eronder lijden? “Een belangrijke voorspeller is de mate waarin je jezelf vergelijkt met andere mensen”, legt De Vries uit.
Ze deed recent een studie met een groep mensen die zegt zichzelf veel te vergelijken met anderen, en een groep die zegt dat niet te doen. Wat gebeurt er als je ze blije posts van onbekende mensen laat zien? De twee groepen samen genomen rolt er niks uit. “Kijk je naar de groepen apart, dan blijken de vergelijkers zich minder blij te voelen bij het zien van perfecte posts. De niet-vergelijkers worden er wél blij van”, aldus De Vries. “Sociale vergelijking is de bron van het kwaad.”
Leuke buurvrouw
Creëert sociale media nieuwe problemen? Of zijn apps als Snapchat en Instagram slechts nieuwe kanalen die we gebruiken om onszelf met anderen te vergelijken? Het verschil is dat je jezelf in tijdschriften vergelijkt met modellen en beroemdheden die gestyled en dik in de make-up zijn gezet, waarvan je weet dat ze er onrealistisch uitzien. Op sociale apps kijk je naar mensen zoals jij, je klas- of studiegenoten, vrienden, sportteam. Hoe dichter iemand bij je staat, hoe beter het vergelijkingsmateriaal is, volgens De Vries. “Ga maar na. Als je partner Doutzen Kroes knap vindt, ben je minder snel jaloers dan wanneer hij de buurvrouw wel leuk vindt.”
De suggestie van de Amerikaanse dermatologen dat selfies en filters kunnen leiden tot BDD gaan haar echter veel te ver. “De effecten van sociale media zijn te klein om een serieuze stoornis te veroorzaken.” Media zijn niet de enige invloed op zelf- en lichaamsbeeld: geslacht, leeftijd, familie, vrienden en de culturele normen in de samenleving spelen ook een rol. Daarnaast heeft een psychiatrische aandoening zoals BDD of een eetstoornis nooit één oorzaak. De Vries: “Het is wel zo dat als een aandoening al op de loer ligt, social media als trigger kan werken en de problemen erger maakt.”
Eetstoornissen
Dus in de huidige selfiecultuur zijn er niet meer eetproblemen? Voor zover ze weet zijn er nog geen studies gedaan naar selfiecultuur en meer eetstoornissen, reageert universitair docent Jessica Alleva, die aan de Universiteit Maastricht lichaamsbeeld onderzoekt. “Al is het wel bekend dat een negatief lichaamsbeeld een belangrijke risicofactor om een eetstoornis als anorexia of boulimia te ontwikkelen.” Wel onderzocht is de link tussen sociale media, lichaamsbeeld en tekenen van eetstoornissen, legt Alleva uit. “Gedrag en gedachten rond eten kunnen afwijken zonder meteen een volwaardige eetstoornis te zijn.” En ja, mensen die vaak hun status checken en online foto’s bekijken, blijken inderdaad meer symptomen te hebben, zoals vaak diëten en calorieën tellen.
Wittere tanden
Beseffen jongeren eigenlijk wel dat ze zichzelf vergelijken met vaak onrealistische plaatjes? Een bloemenkroontje of hijgende hondentong bij Snapchat is overduidelijk nep, maar wat als huid, ogen, tanden en vorm van het lijf zijn bewerkt? Het echte fotoshopwerk? Een van de weinige studies naar gefotoshopte selfies komt van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Communicatiewetenschapper Mariska Kleemans en haar collega’s deden een online experiment, waarbij ze 144 tienermeisjes of originele of gemanipuleerde versies van Instagram-selfies lieten zien. Over de bewerkte selfies van tienermeiden lagen filters, daarnaast waren lichamen en gezichten geretoucheerd; dunnere benen, smallere middels, geen wallen en puistjes.
Meiden die de gemanipuleerde foto’s bekeken waren direct na het experiment minder tevreden met hun uiterlijk dan de groep die originele plaatjes zag. Vooral meisjes die zichzelf vaak vergelijken met anderen waren kwetsbaar.
Bewust omgaan met apps
De deelnemers merkten het filter heus wel op; het fotoshoppen zagen ze echter niet altijd. “De meisjes bleken zich niet altijd bewust van het feit dat de Instagram-foto’s bewerkt waren”, reageert Kleemans. “Ondertussen beïnvloeden die ‘perfecte’ foto’s hen wel sterker. Volgens haar zou het goed zijn als tieners zich meer bewust worden van het feit dat sociale media beelden tonen die niet altijd overeenkomen met de werkelijkheid. “Denk bijvoorbeeld aan programma’s om jongeren mediawijsheid bij te brengen.”
Je hoeft sociale media niet helemaal op te geven, daarvoor zitten er veel te veel leuke kanten aan, vindt De Vries. Ook zij wijst op bewust leren omgaan met apps. “Sta af en toe eens stil bij wat die blije en perfecte posts van anderen met jou doen. Hoe voel je je daarna? Als je je al onzeker voelt over jezelf en je lijf en je merkt dat het erger wordt als je net op Instagram hebt gezeten, ontvolg die mensen dan. Dat is het mooie van sociale media: je kan helemaal zelf bepalen wat je op Instagram of Snapchat doet.”