Het is zo groot als een voetbalveld, weegt zo’n 450.000 kilo en vliegt met bijna 28.000 km/h om de aarde heen. Hoe komen we van het ruimtestation ISS af als we het straks niet meer nodig hebben?
Het internationale ruimtestation ISS vormt na het lanceren en aankoppelen van tientallen elementen de grootste kunstmatige satelliet ooit. Een echt duurzaam plan voor het opruimen van het ISS was er echter nooit. Terwijl op aarde de wegwerpeconomie onder vuur ligt, is het weggooien van satellieten en ruimtevaartuigen nog altijd gangbaar. Het kan wel anders: ruimtevaartbedrijf SpaceX liet de laatste tien jaar zien dat je raketten kunt hergebruiken. Voor het ruimtestation is het echter te laat: het krijgt een zeemansgraf in een afgelegen gebied in de zuidelijke Grote Oceaan. SpaceX tekende het contract voor de bouw van de raket die het ISS terug moet duwen naar de aarde. Die raket is een voor het ISS veelgebruikte Dragon-capsule, maar dit keer brengt die geen astronauten of voorraden mee, maar een grote voorraad brandstof.

Het internationale ruimtestation ISS in aanbouw in 2005.
NASAVolgens ruimtevaartexpert Erik Laan stond duurzaamheid in de jaren negentig, toen het ISS werd ontworpen, niet erg hoog op de agenda van de ruimtevaartingenieurs. Zo werd er niet nagedacht over alternatieven voor het op aarde dumpen van complete raketten en ruimtecapsules en over het verlengen van de levensduur van een ruimtestation. Zo is het bij het ISS nauwelijks mogelijk om onderdelen te vervangen, zodat het langer zou meegaan. “Je zou het nu misschien anders aanpakken”, aldus Laan.
Toegang tot de ruimte
Er bestaan wel andere manieren om van een ruimtestation af te komen. De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA bekeek alternatieven, zoals het ISS met een raket naar een hógere baan duwen. Afhankelijk van de hoogte (nu is dat 415 kilometer) kan het onbemande ruimtestation daar nog honderden of duizenden jaren rondjes maken om onze planeet. Het probleem is echter dat er op dit moment geen raket is die hiervoor geschikt is. Bovendien stelt NASA dat er boven de huidige baan een veel grotere kans is dat het ruimtestation wordt geraakt door (stukken van) andere satellieten. Bij zo’n catastrofale botsing kan er een ongekend hoeveelheid ruimteafval ontstaan, die onze toegang tot de ruimte voor eeuwen belemmert.
Het uit elkaar halen van het ruimtestation en delen ervan met een ruimtevaartuig terugbrengen naar de aarde is ook overwogen. Het bleek geen haalbare optie. NASA stelt dat de aan elkaar gekoppelde modules en structuren van het ruimtestation simpelweg niet zijn ontworpen om weer uit elkaar te draaien. Het zou zeker 150 relatief risicovolle ruimtewandelingen van astronauten vergen én het zou duur zijn. Bovendien is er sinds het pensioen van de spaceshuttle in 2011 geen ruimtevaartuig meer dat zulke grote onderdelen mee kan nemen naar de aarde.
Punt Nemo
Blijft dus over: het laten neerstorten van het ruimtestation op aarde. Terwijl bijvoorbeeld satellieten voor aardobservatie en communicatie bij terugkeer naar onze planeet volledig verbranden in de atmosfeer, is het ruimtestation zó groot dat het weliswaar zal opbreken in stukken, maar dat onderdelen van het station vrijwel zeker het aardoppervlak bereiken. Hetzelfde gebeurde eerder met brandstoftanks, raketmotoren en vliegwielen van afgedankte satellieten, die half verbrand en verwrongen op aarde werden aangetroffen. Het is daarom dat de raketgeleerden voor het ISS kiezen voor een veilig zeemansgraf op een van de meest afgelegen plekjes op aarde, daar waar niemand is om te raken: Punt Nemo ligt in de zuidelijke Grote Oceaan, ten noorden van Antarctica en ten westen van Zuid-Amerika. Het is het punt op aarde dat het verst is verwijderd van land: in alle richtingen is binnen 2688 kilometer geen land te vinden.

Punt Nemo is het punt op aarde dat het verst is verwijderd van land. Satellieten en rakettrappen worden hier na gebruik vaak gedumpt.
Google EarthHet plan is om het ISS eerst over een periode van ongeveer een jaar langzaam te laten zakken, wat in feite vanzelf gebeurt door de wrijving die het van de bovenste atmosfeerlagen ondervindt. Op een hoogte van zo’n 220 kilometer boven het aardoppervlak verlaten de astronauten het ruimtestation. Een lagere baan is voor bemenste vaartuigen te gevaarlijk vanwege de invloed van de atmosfeer en het neerstortingsgevaar. Nu is neerstorten in het geval van het ISS precies de bedoeling. Om te mikken op het gewenste stukje oceaan vuurt de SpaceX-raket op een gezette tijd en duwt het ruimtestation in een ruk naar beneden. Voor het laatste deel van de reis heeft het ISS geen raket nodig. Hoe lager het ruimtestation komt, des te groter wordt de luchtwrijving. Het ISS remt af, verliest steeds sneller hoogte, warmt op, en eindigt als – alles goed gaat – met een regen van gloeiende brokstukken in 2030 in de Stille Oceaan, ver van de aardbewoners die het ruim dertig jaar eerder naar boven zonden.
ISS geweest
Het internationale ruimtestation ISS is met bijna dertig jaar langer in de ruimte dan gepland, maar het pensioen komt nu onvermijdelijk in zicht. Wat hebben we aan het ruimtestation gehad? En hoe ruimen we dit grootste stuk ruimteafval ooit op?