Een stimuleringsprijs specifiek voor vrouwelijke wetenschappers, dat ligt voor sommigen gevoelig. Niet voor chemicus Daniela Wilson, winnares van de NWO Athenaprijs 2015: “Het is belangrijk dat we de zichtbaarheid van vrouwen in de wetenschap vergroten.” Het prijzengeld gaat ze gebruiken voor studenten m/v die meer (internationale) onderzoekservaring willen opdoen.
Als het aan Daniela Wilson ligt, beschikken we ooit over slimme moleculaire systemen die zich helemaal zelfstandig in ons lichaam naar de zieke cellen bewegen en daar een therapeutisch middel afgeven. “Dat vooruitzicht prikkelt echt de verbeelding. Ons werk lijkt op Fantastic Voyage: een sciencefictionfilm uit de jaren zestig waarin een microscopische duikboot door een lichaam reist om schade te herstellen.”
Op 1 december 2015 ontving Wilson (1978), universitair docent bij het Institute for Molecules and Materials aan de Radboud Universiteit Nijmegen, de NWO Athenaprijs, een stimuleringsprijs voor vrouwelijke wetenschappers in de chemie.
Met haar onderzoeksgroep werkt Wilson aan bolletjes op nanoschaal (één nanometer is een miljardste meter) die verschillende enzymen bevatten. De enzymen reageren op stoffen uit de omgeving, zetten die stoffen om en dat levert de brandstof voor de voortbeweging. Deze nanomotortjes of beter nanoraketjes, worden voortgestuwd door de afvalstroom die ze als een ‘uitlaatgas’ produceren.
Wilson probeert de nanoraketjes gevoelig te maken voor stoffen die bijvoorbeeld kankercellen produceren. Op die manier hoopt ze de raketjes in de juiste richting te kunnen sturen. Als dat lukt, kan het raketje als transportmiddel dienen voor een geneesmiddel.
Waar reageren de raketjes precies op?
Wilson: “Het gaat erom dat de ze een toename in de concentratie herkennen. Hoe hoger de concentratie, hoe dichter ze bij de bron zijn”, aldus Wilson. “We hebben inmiddels motortjes gemaakt die heel gevoelig zijn voor waterstofperoxide, een belangrijk product waar je tumorcellen aan kunt herkennen. Ze pikken een heel lage concentratie op en volgen dan de stroom, richting de hogere concentratie, want dat levert hen meer brandstof.”
In dit filmpje legt Daniela Wilson haar onderzoek uit (in het Engels):
&feature=youtu.be
Een gemene vraag, maar waarom denk je dat de jury jou heeft gekozen?
“Dat is echt een lastige vraag. Alle finalisten hebben grote prestigieuze subsidies binnengehaald en een lijst met mooie publicaties in de meest toonaangevende tijdschriften. Misschien is het de aard van mijn onderzoek dat een duidelijke maatschappelijke waarde kan leveren en tegelijkertijd echt de fantasie prikkelt. Maar misschien hebben ook mijn plannen voor de besteding van het prijzengeld meegespeeld.”
Wat zijn je plannen dan?
“Ik zie studenten werken bij de Albert Heijn om wat bij te verdienen en dat vind ik eigenlijk zonde. Het zou toch veel mooier zijn als ze tijdens de zomervakantie betaald kunnen werken aan een onderzoeksproject. Dan doen ze nuttige ervaring op en werken alvast aan hun verdere loopbaan. Ik wil het prijzengeld onder meer hiervoor inzetten. Ook wil ik graag studenten helpen om in andere landen ervaring op te doen. Ik ben opgegroeid in Roemenië en heb als student en onderzoeker gewerkt in Japan, in Engeland, in de VS en nu werk ik in Nederland. Al deze contacten met verschillende culturen hebben mij als wetenschapper en als mens gevormd. Zulke ervaringen zijn heel waardevol, maar het is soms lastig voor studenten om het te financieren. Ik had het geluk dat ik een beurs kreeg om naar Japan te gaan en ik gun anderen ook zo’n kans. Het is bovendien ook heel goed voor de universiteit zelf dat studenten elders gaan kijken. De zichtbaarheid van de universiteit wordt groter en de studenten nemen nieuwe kennis en ervaring mee terug.”
Hoeveel van deze plannen kun je realiseren voor €25.000?
“Dat is natuurlijk niet genoeg om voor een langere periode veel studenten te helpen. Ik zie dit bedrag als een startpunt om samen met andere bronnen, bijvoorbeeld vanuit mijn instituut of de universiteit, aanvullende financiering te organiseren zodat we hier een langlopend initiatief van kunnen maken. Dat zou echt geweldig zijn.”
De Athenaprijs is alleen voor vrouwelijke chemici. Hoe voelt dat?
“Ik weet dat hier verschillende gevoelens over bestaan en dat sommige vrouwen bang zijn voor positieve discriminatie. Toch zie ik dat niet zo. En niet omdat vrouwen ook heel lang negatief zijn gediscrimineerd, maar omdat het belangrijk is vrouwen zichtbaarder te maken. Dat is echt wel nodig. Ik heb twee jonge kinderen en ik weet hoe moeilijk het is om dan tijd vrij te maken om goed te netwerken. Mijn onderzoek krijgt veel publiciteit en daardoor word ik veel gevraagd om te spreken op congressen, maar ik kan niet overal naartoe. Ik moet harde en soms moeilijke keuzes maken. Als je niet overal kunt zijn, loop je het risico onzichtbaar te worden, ondanks je goede resultaten en publicaties. Daarom is een prijs als deze belangrijk, omdat het de zichtbaarheid van vrouwelijke onderzoekers vergroot.”
Maar hetzelfde geldt toch voor mannelijke onderzoekers met jonge kinderen?
“Dat zou je denken, maar in mijn ervaring hebben de meeste mannelijke onderzoekers een vrouw die minder werkt of helemaal niet, waardoor zij zich volledig op hun werk kunnen storten. Dat maakt echt uit. Mijn man werkt ook heel veel, hij is ceo van een start-upbedrijf en wij moeten daardoor steeds weer keuzes maken en als een hecht team opereren. Het is goed om te laten zien dat het zo ook kan en dat je als vrouw niet hoeft te kiezen tussen je wetenschappelijke carrière en je gezin.”
De winnares van de Athenaprijs moet als rolmodel fungeren. Voel je dat ook zo?
“Jazeker. In de eerste plaats wil ik natuurlijk een rolmodel zijn voor mijn eigen jongens, maar ik hoop dat ik ook studenten kan inspireren. Niet alleen jonge vrouwen, zeker niet. Ik vind het ook heel belangrijk dat jonge mannen zien hoe je zaken kunt organiseren en dat vrouwen niet altijd een stap terug hoeven te doen. Als we het systeem willen veranderen, moeten we daar allemaal, vrouwen én mannen, aan werken.”
De discussie over de ondervertegenwoordiging van vrouwen op hoge posities in de wetenschap, maar ook in het bedrijfsleven, speelt al heel lang. Wat moet er veranderen?
“Het is voor mij moeilijk om daar iets over te zeggen, omdat ik als buitenlander wat verder van het Nederlandse systeem af sta. Ik wil niet pretenderen dat ik wel weet hoe het moet. Toen ik opgroeide en studeerde in Roemenië was de situatie anders. Aan de universiteit waren er best veel vrouwelijke hoogleraren. Dat was misschien wel het enige positieve aan het communisme, het streven naar een gelijkwaardige positie van vrouwen. Wat je hier in Nederland zou moeten doen? Het zou vast helpen als er betere en flexibelere kinderopvang mogelijk is, zodat het geen probleem is als je bijvoorbeeld op een zondag moet vertrekken naar een conferentie. Maar het zit niet alleen in dit soort organisatorische zaken. Soms denk ik dat vrouwen hun eigen strengste criticus zijn en zichzelf extreem hoge eisen opleggen.”