Ongeveer acht procent van alle baby’s wordt vroeger dan 37 weken geboren. Deze kinderen hebben vervolgens een hogere kans op gezondheidsklachten op de korte en lange termijn. Om vroeggeboorte bij de bron aan te pakken, brachten wetenschappers aan de Stanford Medical School een mechanisme achter het ontstaan van weeën in kaart, op zoek naar een mogelijk medicatiedoelwit.
Vroeggeboren kinderen krijgen vaak te maken met gezondheidsproblemen – niet alleen op de korte maar ook op de lange termijn. In de laatste paar weken van de zwangerschap zijn de organen, waaronder de longen, zich nog volop aan het ontwikkelen. Om deze reden hebben vroeggeboren kindjes vaak hulp nodig bij het ademen. Ze lopen risico op slechter zicht en hersenafwijkingen en op de lange termijn zijn ze onder andere gevoeliger voor mentale klachten zoals depressie.
Sleutelrol voor calcium
Een baby wordt te vroeg geboren wanneer de spieren van de baarmoederwand vroeger dan 37 weken in de zwangerschap weeën gaan produceren. Tot nu toe was er weinig bekend over het mechanisme achter deze vroege weeën. Er bestaan wel medicijnen die vroeggeboorte enigszins tegengaan, maar deze werken niet optimaal en we snappen eigenlijk niet hoe ze werken. Wetenschappers onderzoeken het mechanisme achter de weeën om te ontdekken hoe ze daar een rem op kunnen zetten. Dat zou ervoor kunnen zorgen dat baby’s langer in de baarmoeder blijven. Nu hebben onderzoekers van de Stanford Medical School onder leiding van Lihua Ying gevonden dat calcium, in de vorm van calcium-ionen, een cruciale rol speelt.
Het calcium-ion (Ca2+) is essentieel voor het samentrekken van spieren in je hele lichaam, inclusief die in de baarmoeder. Om zijn werk te doen, moet Ca2+ binnendringen in de spiercellen van de baarmoederwand. Het kan echter niet zomaar een spiercel binnendringen – toegang wordt gereguleerd via mobiele tunneltjes in de celwand, Ca2+-kanalen.
Rem
Ying en zijn mede-onderzoekers deden onderzoek naar Ca2+-kanalen in de spieren van de baarmoederwand, hier zitten de zogenaamde _transient receptor potential vanniloid 4_-kanalen (TRPV4). De onderzoekers ontdekten dat er in baarmoederspierweefsel van zwangere vrouwen en muizen veel meer TRPV4-kanaaltjes zijn dan in niet-zwangere vrouwen en muizen.
De werking van de Ca2+-kanalen wordt gereguleerd door het eiwit β-arrestine, dat de kanaaltjes verhindert om in de celwand in te bouwen. Hierdoor heeft de Ca2+ geen weg de cel meer in. Het team van Ying verwijderde β-arrestine uit muizen en zag dat veel meer jongen vroeg werden geboren. Ze sloten vervolgens TRPV4-kanalen in zwangere muizen af en ontdekten dat ze langer zwanger bleven – het sluiten van de kanalen ging dus vroeggeboorte tegen.
Het mechanisme moet nog getest worden in mensen maar mogelijk leidt dit onderzoek in de toekomst tot betere medicijnen tegen vroeggeboorte.