Naar de content

Recyclen uit de kleren

Pixabay, romankac via CC0

Veel van ons textiel verdwijnt in de afvalbak. Dat is eeuwig zonde, want uit oude kleren kun je nog een hoop waarde halen. Maar hoe doen we dat nou precies, textiel recyclen?

22 september 2017

Veel mensen zijn niet zo bezig met het recyclen van textiel.

Flickr, Lauren Jong via CC BY-ND 2.0

Er zit een gat in je sok, je T-shirt heeft een vlek die er niet meer uit gaat of je handdoek begint nu zo te rafelen dat je echt een nieuwe moet kopen. Jaarlijks gooi je meer textiel weg dan je misschien in eerste instantie denkt: zo’n veertien kilo per persoon per jaar. Slechts dertig procent daarvan gaat gescheiden in de textielbak, de rest gooien we bij het restafval. Met campagnes proberen sommige gemeentes hun bewoners zover te krijgen dat ze meer textiel gaan scheiden. Maar wat gebeurt er eigenlijk met de kleren die we in de textielbak gooien?

Tweedehands

“We kunnen veel meer doen met afgedankt textiel”, zegt Gerrit Bouwhuis, associate lector Smart Functional Materials aan Hogeschool Saxion. “Op dit moment gaat er nog veel te veel bruikbaar materiaal verloren.” Bouwhuis doet onderzoek naar het recyclen van textiel en zou graag zien dat iedereen nadenkt over de waarde van dit materiaal. “Sommige mensen gooien een shirt na twee keer dragen weg omdat de kleur niet meer in de mode is. Dat is eigenlijk belachelijk.”

Om textiel efficiënt te recyclen kun je kleren volgens Bouwhuis het beste overdragen binnen de familie en vriendenkring. Ouders die hun kinderen in de oude kleren van een broer, zus, neef of nicht hijsen of de kleren in de ‘zak van Max’ stoppen zijn dus heel milieubewust bezig. Winkels die tweedehands kleding verkopen doen het uiteraard ook erg goed op de duurzaamheidsschaal, maar het transport van die kleding zorgt wel voor een beetje vervuiling.

Alles mag in de bak

Veel van die tweedehands winkels krijgen hun voorraad van klanten of uit de textielbakken. Mede daarom denken veel mensen dat je geen kapotte kleren in deze bakken mag gooien. Maar alle textiel is welkom: beddengoed, sokken, theedoeken en zelfs knuffels, met scheuren of zonder, zolang er maar geen verf- of olievlekken in zitten. De inzamelingsbedrijven scheiden alles wat in de bak terechtkomt en het kapotte textiel gaat naar een derde stroom van recycling.

Deze derde stroom van recycling vergt meer moeite. “We vervezelen het textiel, halen het uit elkaar om er weer nieuwe producten van te maken”, legt Bouwhuis uit. De vezels uit de kleding vind je vervolgens terug in bijvoorbeeld poetsdoeken, wielkasten van auto’s of als nieuw garen. “Je wil eigenlijk van al deze spullen weer garen maken, dan haal je er nog de meeste waarde uit”, zegt Bouwhuis. Helaas zijn sommige kleren te vervuild of staan er grote bedrijfslogo’s op, waardoor recyclebedrijven het uiteindelijk niet meer kunnen gebruiken.

Deze kleren kun je op twee manieren recyclen: mechanisch of chemisch.

Wikimedia Commons, Ellen Sillekens via CC BY-SA 4.0

Twee manieren

Het textiel dat wel geschikt is voor recycling kun je op twee manieren behandelen: mechanisch of chemisch. Bij mechanische recycling trekt een machine het textiel helemaal uit elkaar, tot op vezelniveau. Vervolgens meng je deze vezels met een aantal langere vezels en spin je een nieuwe draad. Een vrij makkelijke manier van recycling, maar de vezels die je uiteindelijk overhoudt zijn wel erg kort. “Je maakt er geen hoogwaardige materialen meer van, want zulke korte vezels vallen sneller uit elkaar”, zegt Bouwhuis.

Bovendien ontkleurt dit proces de stof niet, dus zit je vast aan de kleur die het textiel in eerste instantie had. Toch is er zeker een markt voor dit type recycling. Winkelketen WE had enkele jaren terug zelfs een hele collectie van truien en vesten die op deze manier waren gemaakt. “Ik heb een van die vesten in mijn kast hangen”, vertelt Bouwhuis. “Het vest is prima, maar door de korte vezels ziet het er minder mooi uit dan mijn andere vesten.”

De katoenvezel komt van de katoenplant.

Max Pixel via CC0

Tot op vezelniveau

Daarom kijken Bouwhuis en zijn collega’s liever naar chemische recycling. Zij behoren tot een van de zes groepen die hier wereldwijd onderzoek naar doen. Met een mengsel van de stof NMMO (N-methylmorfoline-N-oxide) en water lossen ze katoen op. “De katoenvezel bestaat uit een netwerk van cellulosepolymeren. Na ons proces hou je individuele moleculen over die we vervolgens weer met elkaar verbinden”, zegt Bouwhuis. “Zo maken we de draad zo lang als we zelf willen.”

Inmiddels lukte het de onderzoekers om met deze techniek honderd kilo garen te produceren. Momenteel zoeken ze partners voor een verdere opschaling. “Onze techniek heeft niet de nadelen van mechanisch recyclen, we vormen lange vezels die bovendien sterker zijn dan de natuurlijke variant”, zegt Bouwhuis trots.

Textielmengsels

Het proces van Bouwhuis en zijn collega’s is alleen geschikt voor cellulosevezels die in katoen zitten, maar dat vormt volgens de onderzoeker geen probleem: “Elk jaar produceren we wereldwijd 90 miljard kilo vezels: 60 miljard kilo polyester en 25 miljard kilo katoen. Meer dan genoeg om mee te werken.”

Toch kijkt de groep ook naar polyester-katoenmengsels. “We kunnen polyester losmaken met natriumhydroxide en dan uitwassen met water”, legt Bouwhuis’ collega Jens Oelerich uit. Dit proces is alleen rendabel voor textiel met kleine hoeveelheden polyester. “We ontwikkelen op dit moment een methode om bijvoorbeeld 50-50-mengsels te scheiden”, zegt Oelerich. “Op kleine schaal is dit al gelukt en deze nieuwe methode is zelfs geschikt voor katoen-elastaanmengsels, het meest lastig te scheiden textielmengsel. Het kan dus veel extra waarde opleveren.”

Chemie neemt over

Uiteindelijk zal chemische recycling de markt zeker over gaan nemen, denkt Bouwhuis: “Mechanische recycling loopt tegen technische grenzen aan en levert gewoon minder kwaliteit op.” Maar dan moet het publiek wel genoeg textiel aan blijven leveren. Campagnes van bijvoorbeeld het Frankenhuis en De Boer Groep proberen mensen bewuster te maken en door heel Europa gaan steeds meer kledingmerken nadenken over gerecycled materiaal. Maar het kan altijd beter, vindt Bouwhuis: “Stapje voor stapje gebeurt er wel van alles, maar het is nog niet genoeg. Mensen moeten kleren gewoon niet in de normale vuilnisbak gooien.”

ReactiesReageer