Afgelopen week werd hij op een parcours in Rotterdam gereden. In de Shell Eco-marathon proberen studententeams elkaar met eigengemaakte voertuigen af te troeven op zuinigheid. Kennislink sprak met de drie teams van de Nederlandse Technische Universiteiten over hun resultaten, de race en de toekomst van het zuinig rijden.
Dit jaar was hij er weer, de Eco-marathon, net als vorig jaar. In totaal deden er zo’n 3000 Europese studenten aan mee, verdeelt over 200 teams die allemaal hun eigen bolide samenstelden om te racen tegen elkaar, én de benzinetank.
De naar schatting 50.000 bezoekers van de Eco-marathon zullen niet achterover geslagen zijn van duizelingwekkende snelheden. De race vond plaats op een 1,6 kilometer langs stratencircuit in Rotterdam, waar een wagen tien rondjes op moest volbrengen binnen 39 minuten. Dat komt neer op een gemiddelde snelheid van minimaal 25 kilometer per uur.
Geen ‘race-waardige’ snelheden zul je zeggen, maar het gaat dan ook niet om de snelste rondes, maar om de zuinigste. Die worden in verband met bijvoorbeeld de luchtweerstand juist gehaald met een zo laag mogelijk snelheid. En zuinigheid, daar draait het natuurlijk om in deze race.
In het geval van geval van auto’s op batterijen en waterstof wordt deze uitgedrukt in kilometer per kilowattuur, en in het geval van wagens op ethanol, benzine, diesel en gas in kilometer per liter. Ook wordt er soms omgerekend tussen deze eenheden. Zo maakt men van kilowatturen liters door te kijken hoeveel joule er in een kilowattuur gaan en wat de verbrandingsenergie is van een liter benzine.
Een ander belangrijk verschil is te maken tussen de prototypes en de urban concept cars. De protoypes mogen minder dan vier wielen hebben, de bestuurder mag liggen en de auto mag kleinere afmetingen hebben. Daardoor rijden deze wagens doorgaans nog zuiniger dan de urban concept cars. Kennislink maakt een rondje langs de team van de Technische Universiteiten in Nederland, die allen in een andere categorie streden om het goud.
Prachtig, een paar duizend kilometer rijden op een liter benzine, maar hoeven we straks maar één keer per jaar te tanken? Rijks denkt van niet: “Bij echte auto’s speelt bijvoorbeeld het comfort een grote rol, en daar denken wij niet aan bij het ontwerp van onze auto.”
Bartelds vult hem aan: “Veiligheid is natuurlijk belangrijk. Een auto moet nu eenmaal degelijk zijn om de snelweg op te kunnen, en ja, een airco wil je waarschijnlijk ook hebben…”
Voldoende speling in de industrie
Eén ding lijkt duidelijk, de Eco-marathon was een prachtige ervaring voor de studenten, tegenslagen of niet. Rijks: “We konden hier de kennis uit de collegebanken in de praktijk te brengen. Het was echt leuk en leerzaam tegelijk.”
Bartelds: “De hele race was een geweldige ervaring. Je bent echt een groot project aan het managen. We moesten bovendien alles zelf regelen, van de PR tot het bouwen van de auto. Dat maakt het een heel mooi geheel.”
En of de autofabrikanten straks dezelfde soort bolides fabriceren? Bartelds denkt van niet: “Zij zullen zo’n race niet op de voet volgen, maar feit is wel dat dezelfde innovaties die wij toepassen ook hun weg vinden naar auto’s op de weg. De Eco-marathon is dan ook vooral bedoeld om bewustzijn te creëren. Bewustzijn dat we veel verder kunnen gaan met het ontwikkelen van zuinigere auto’s. Daar draagt deze race wel aan bij, voor zowel technici als het grote publiek.”
Rijks: “Deze race laat zien dat een groep studenten erg ver kan komen qua zuinigheid. Dat betekent dat er in de auto-industrie nog voldoende speling is om auto’s zuiniger te maken.”