Naar de content

Psychopaat: slachtoffer van zijn eigen brein?

Een 3D-print van onze hersenen.
Een 3D-print van onze hersenen.
Wikimedia Commons, Nevit via CC BY-SA 3.0

Een psychopaat kent nauwelijks het verschil tussen goed en kwaad en schroomt niet om anderen te manipuleren. Uit onderzoek blijkt dat kinderen al psychopathisch kunnen zijn. Er zijn ook aanwijzingen dat er in hun hersenen en reactie op stress al van alles mis gaat. Zijn psychopaten slachtoffer van een biologisch ‘foutje’ in zijn brein of ligt de oorzaak toch in hun jeugd?

6 december 2007

Panisch achterom kijkend probeert het meisje met trillende handen de sleutels in het slot van de voordeur te krijgen. Achter die voordeur bevindt zich een telefoon, waarmee ze de politie kan bellen. Redding lijkt nabij, maar dan zwelt de muziek aan. Om de hoek komt, met starre en langzame passen, de moordenaar dichterbij. Het meisje gilt en rammelt nog fanatieker aan het slot. Als hij bijna achter haar staat lukt het om de deur te openen. Ze vlucht naar binnen, maar het is al te laat. Met een onbewogen blik steekt de psychopaat op haar in…

Een liefhebber van horrorfilms komt deze scène vast bekend voor. Er is een heel genre gebaseerd op het principe van ‘de psychopaat en het gillende meisje’. Helaas bestaan er ook buiten het witte doek psychopaten, en plegen die – vaker dan anderen – allerlei misdrijven. Maar wat is psychopathie eigenlijk? Word je als psychopaat geboren of gaat er in de ontwikkeling iets mis? En kun je ook van psychopathie genezen?

Ongeveer 3% van de mannen en 1% van de vrouwen heeft psychopathische trekken. Deze percentages lijken niet afhankelijk te zijn van etniciteit of IQ, maar psychopathie komt wel meer voor onder mensen met een lage socio-economische status.

Een typische psychopaat

De meeste wetenschappers gaan ervan uit dat psychopathie een stoornis in iemands persoonlijkheid is. Het is een specifieke vorm van een zogenaamde antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) dat zich al op vroege leeftijd kan manifesteren in een gebrek aan sociaal gedrag, bijvoorbeeld liegen, niet samen willen spelen met andere kinderen en agressie.

Een typische psychopaat voelt zich niet schuldig als hij – psychopathie komt drie keer zo vaak voor onder mannen dan vrouwen – anderen kwaad doet. In plaats daarvan geeft hij anderen de schuld of ontkent hij dat hij iets gedaan heeft. Hij is hardvochtig en toont alleen emotie als hij daarmee anderen kan manipuleren. Het gebeurt bijna nooit dat een psychopaat een oprechte emotie deelt met zijn omgeving, zo hij die al heeft en begrijpt.

Naast diverse neurologische en biologische factoren, spelen ook sociale omstandigheden een rol bij de ontwikkeling van psychopathie. Zo zijn psychopathische criminelen vaak opgegroeid in een gezin waar een van de ouders miste of de ouders veel geweld gebruikten tegen elkaar.

Zo’n 15 tot 30% van de criminelen in de gevangenis lijdt aan psychopathie. Lang niet elke crimineel is dus psychopaat, hoewel psychopaten wel 50% meer misdrijven plegen dan andere criminelen. Het is ook niet zo dat elke psychopaat een misdrijf pleegt. Sommige leiden een – relatief – normaal en productief leven. Maar over het algemeen vertoont een psychopaat een zeer ernstige en gewelddadige vorm van antisociaal gedrag, dat ook bijzonder moeilijk bij te sturen is. Het lijkt er zelfs op dat psychopathie eigenlijk onbehandelbaar is.

Psychopathische kinderen

Onderzoek naar psychopathie onder kinderen is moeilijk en stuit vaak op weerstand. De vraag wat er gedaan moet worden met een psychopathisch kind leidt tot vele ethische hoofdbrekens. Een goede behandeling die ook op de lange termijn effect heeft, is er niet. Opsluiten voor iets dat een kind nog niet heeft gedaan – en mogelijk ook nooit gaat doen – kan, met reden, niet in ons land. Maar zo’n kind vrij rond laten lopen en het risico voor lief nemen dat hij later iemand verwond of zelfs vermoord is eigenlijk ook geen optie. Om dit soort dilemma’s te vermijden is het in sommige staten van Amerika verboden om te onderzoeken of een kind lijdt aan psychopathie.

Dat is juridisch misschien wel een oplossing, maar de wetenschap schiet er niks mee op. Daarom is het voor de forensische psychologie goed dat landen als Engeland en Nederland zo’n verbod niet kennen: zo waren er bijvoorbeeld voor de Londense onderzoekers Jones en Viding geen juridische belemmeringen in hun onderzoek. Hun conclusie: ook kinderen kunnen al psychopathische trekken vertonen.

De MacDonald-driehoek

MacDonald omschreef als eerste drie soorten gedrag die een voorbode zijn van psychopathie.
1. Bedplassen op een leeftijd waarop je eigenlijk mag verwachten dat een kind daar overheen is gegroeid.
2. De neiging om dingen te vernielen, met name door brandstichting
3.Wreed gedrag tegen dieren. Dit gaat verder dan zout strooien op een slak of de poten uit een spin trekken. Psychopaten-in-de-dop vermoorden vaak grotere dieren als honden of katten.

Sommigen zien bedplassen, brandstichten en het ombrengen van huisdieren ook als waarschuwing dat een kind later een seriemoordenaar kan worden.

Het lijkt er bovendien op dat de mate van antisociaal gedrag onder deze kleine psychopaten genetisch bepaald is. De onderzoekers speculeren dat dit komt omdat hun amygdala niet goed werkt. Dit hersengebiedje speelt een belangrijke rol bij emotioneel en met name agressief gedrag. Bij volwassen psychopaten was al eerder aangetoond dat hun amygdala niet echt reageert op emotionele prikkels. Ook bij psychopathische kinderen blijkt nu dat ze ongevoelig zijn voor de ellende van anderen. Het onderzoek hiernaar staat echter nog in de kinderschoenen.

Verkeerd reageren op stress

Het idee dat psychopathie en biologie nauw samenhangen, komt ook naar voren in onderzoek onder jongeren. Dit is in het onderzoek naar psychopathie een belangrijke groep, want hoewel psychopathisch gedrag dus al in de kindertijd voorkomt, openbaart het zich meestal ten volle in de puberteit. De Amsterdamse onderzoeker Popma en zijn collega’s keken hoe jongeren reageerden op stress. Het is namelijk bekend dat iemand die nauwelijks op stress reageert, minder angst voelt en eerder crimineel gedrag vertoont.

Om erachter te komen hoe dat bij puberpsychopaten zat stelden de onderzoekers hen bloot aan stress en keken toen naar de hoeveelheid cortisol. Dit hormoon heb je nodig om stress te kunnen voelen. Het lichaam maakt cortisol aan als het daarvoor opdracht krijgt van een hersengebied genaamd de hypofyse. Dit proces noemen we wel de HPA-as. Popma en zijn collega’s ontdekten dat antisociaal gedrag niet direct samenhangt met een afwijkend cortisolniveau, maar wel met een verstoorde activiteit in die HPA-as. Psychopathische pubers reageren dus inderdaad anders op stress en voelen daardoor minder opwinding en angst.

De HPA-as

De ‘hypothalamus-pituitary-adrenal’ as is in ons lichaam verantwoordelijk voor de stressreactie. Het begint in de hypothalamus, een hersengebiedje ter grootte van een pinda dat dicht bij de hersenbasis ligt. Is er bijvoorbeeld sprake van gevaar, dan stuurt de hypothalamus via een soort ‘hotline’ een signaal naar de hypofyse.
De hypofyse is een schakelstation tussen je hersenactiviteit aan de ene kant, en de hormonale activiteiten aan de andere kant. In het geval van stress reageert de hypofyse onder andere door een signaalhormoon (corticotropine) naar de bijnieren te sturen.
De bijnieren maken dan het stresshormoon cortisol aan. Dit hormoon maakt je alerter, waardoor je beter in staat bent om op gevaar te reageren. Ook zet het je spijsvertering tijdelijk op een laag pitje, zodat je meer energie hebt om te vechten of vluchten. Om te voorkomen dat je in de stress blijft, remt de cortisol tegelijkertijd de activiteit van de hypothalamus en de hypofyse af, zodat er niet steeds weer nieuw stresshormoon wordt aangemaakt.

Het lijkt er op dat psychopathisch gedrag komt door een zekere ongevoeligheid voor stress en emoties. Dat de oorzaak – in ieder geval deels – biologisch is wil echter niet zeggen dat er psychopathie volledig onbehandelbaar is. Zo stemt een interventieprogramma voor jeugdige criminelen optimistisch omdat aan het eind hun cortisolniveaus normaliseerden en de agressie was afgenomen. Er is echter nog een lange weg te gaan voordat we zulke programma’s op grote schaal kunnen toepassen, en zelfs dan blijft het de vraag of psychopathie ooit echt goed te behandelen zal zijn.

Roofdier of impulsieve psychopaat?

Wat de zaak er ook niet makkelijker op maakt, is dat de ene psychopaat de andere niet is. Hoewel ze allemaal gemeen hebben dat ze erg agressief en gewelddadig zijn, maakt het bijvoorbeeld uit of een psychopaat verdedigend of aanvallend is ingesteld. Of, met andere woorden: reageert hij op een provocatie of gebruikt hij geweld als instrument om iets te bereiken? De meeste psychopaten vallen in de laatste categorie, concluderen Walsh en collega’s. En juist dit type psychopaat brengt extra veel schade aan zijn slachtoffers toe doordat hij op het oog charmant maar ondertussen ook erg manipulatief is.

De Maastrichtse onderzoekers Cima, Tonnaer en Lobbestael maken ook onderscheid tussen deze twee soorten psychopaten. Enerzijds heb je de ‘predatory psychopaths’, die een roofzuchtig soort jachtgedrag laten zien. Aan de andere kant zijn er de impulsieve psychopaten, die spontaan gewelddadig gedrag vertonen. Cima en haar collega’s vroegen zich af of deze twee typen psychopaten ook elk een ander moreel gevoel hadden.

Impulsieve psychopaten gedragen zich vooral verdedigend: ze reageren op provocatie. Veruit de meeste psychopaten gebruiken agressie en geweld als instrument om iets te bereiken; ze gedragen zich als een soort roofdier en kennis geen onderscheid tussen goed en kwaad.

Dat bleek ook het geval. Impulsieve psychopaten zijn emotioneler en gebruiken geweld vaak als reactie op iets of iemand. Hoewel dit zomaar kan gebeuren, hebben ze wel besef van goed en kwaad. Bij de ‘roofdierpsychopaten’ ontbreekt dit besef verontrustend genoeg. Ze zijn hardvochtiger en tonen een groot gebrek aan emoties. Ook hebben ze geen schuldgevoel, waardoor ze helemaal niet van plan zijn hun gedrag bij te stellen. In plaats daarvan geven ze de schuld aan anderen, wiens gedrag ze al snel als vijandig beschouwen. Kortom: de onderzoekers constateerden dat het deze roofdierpsychopaten aan elk moreel gevoel ontbrak.

Psychopathie: aangeboren of aangeleerd?

Cima en collega’s denken dat het verschil tussen een impulsieve – en roofdierpsychopaten zich misschien uitstrekt tot de hersenen: de aanvallende roofdierpsychopaten en de verdedigende impulsieve psychopaten disfunctioneren elk op een andere manier. Bij psychopathie zijn verschillende hersengebieden betrokken, omdat het uiteindelijke gedrag gevormd wordt door complexe problemen met onder andere de besluitvorming, het verwerken van emoties en sociale cognities.

Dat psychopathie vooral een biologische oorzaak heeft, wil niet zeggen dat er niks aan te doen is. Zo zijn er interventieprogramma’s die succesvol iemands cortisolniveau kunnen normaliseren, en dus juist ingrijpen op die biologie.

Ook bij psychopathische kinderen en pubers lijken afwijkingen in hun biologische – en hersenprocessen een doorslaggevende rol te spelen. Dat deze al in de kindertijd aanwezig zijn, is een aanwijzing dat psychopathie aangeboren is. Er kan echter tussen de geboorte en de kindertijd een hoop gebeuren, en uit onderzoek is ook gebleken dat bijvoorbeeld geweld tussen de ouders of opgroeien in een éénoudergezin risicofactoren zijn voor het ontwikkelen van psychopathie. Opvoeding speelt dus ook een rol als het gaat om het ontwikkelen van deze uiterst gevaarlijke en gewelddadige stoornis.

Maar of iemand nu als psychopaat geboren of getogen wordt, een effectieve behandeling is van het grootste belang. Want iemand zonder besef van goed en kwaad, bereid om te manipuleren en geweld te gebruiken tot zelfs de dood erop volgt, kun je niet zomaar aan zijn lot overlaten. Niet alleen omdat een psychopaat slachtoffer is van zijn eigen brein, maar ook omdat ieder van ons daarom zijn volgende slachtoffer kan zijn.

Zie ook:

  • Dit artikel is onderdeel van het dossier Forensische Psychologie