Patiënten op een acute psychiatrische afdeling zijn daar vaak niet uit vrije wil. Als arts in opleiding tot psychiater (AIOS) werkte ik de afgelopen maanden op zo’n afdeling. Het is er soms hectisch, druk en chaotisch, maar mijn onderzoekende brein stond niet stil. In gesprekken met patiënten vielen me dingen op waarvan ik er hier een met jullie wil delen.
Op een acute psychiatrische afdeling zijn patiënten vaak zo ziek dat ze het contact met de realiteit (tijdelijk) zijn kwijtgeraakt. Soms hebben ze niet door dat ze ziek zijn, of zien ze de psychiater niet als oplossing voor hun probleem. In de acute psychiatrie bestaat een groot deel van je werk dan ook uit motiverende gespreksvoering. Een van mijn patiënten riep elke keer als hij me zag het volgende: “mevrouw de Boer, ik zei toch, ik heb geen psychehater nodig!”.
Behalve dat dit een leuke woordgrap is, is het ook vanuit een psychiatrisch oogpunt interessant. Patiënten die een psychose doormaken (zoals deze man), gebruiken vaak ‘neologismen’, wat Grieks is voor nieuwe-woorden. Ze gebruiken dus woorden die niet bestaan. Er zijn meerdere verklaringen voor dit fenomeen.
Wanen en hallucinaties
De eerste verklaring is dat mensen die psychotisch zijn het contact met de werkelijkheid verliezen. Kenmerkend voor een psychose is de aanwezigheid van wanen (sterke overtuigingen die niet op de werkelijkheid berusten) en hallucinaties (zintuigelijke waarneming van iets dat er in de werkelijkheid niet is). Soms gaan die wanen of hallucinaties zo ver dat patiënten een nieuw woord moeten verzinnen voor iets wat ze in hun psychose ervaren. Stel je voor dat iemand in zijn psychose een beest ziet dat lijkt op een vis met vleugels, dan wil hij dat beest een naam wil geven. Zo krijg je dan een neologisme.
Een andere verklaring voor het ontstaan van neologismen is dat mensen met psychotische klachten vaak ook cognitieve problemen hebben. Ze hebben moeite met het structureren van hun denken, het ophalen van informatie uit hun geheugen. Ook hebben ze moeite met aandacht en concentratie en taal in het bijzonder lijkt ook verstoord te zijn.
Woorden selecteren
Als het proces van denken en spreken minder goed verloopt, ontstaan daarin soms ook ‘fouten’ en komt het voor dat je klanken produceert die eigenlijk geen woord zijn. Om te begrijpen hoe dat werkt, moeten we eerst snappen wat er gebeurt als je een woord uitspreekt.
Bij gezonde mensen is het zo dat als je een woord hoort of zegt (bijv. ‘kat’), je hersenen alvast woorden activeren die daarmee te maken hebben. Als ik tegen jou praat over een kat, is het best waarschijnlijk dat ik het dan ook over een hond of een poes of een muis ga hebben. Het is dan efficiënt (en snel!) om die woorden vast te activeren, dan kun je ze makkelijker gebruiken als je ze nodig hebt.
Omgekeerd heeft het geen zin om woorden te activeren die er niks mee te maken hebben. De woorden ‘Afrika’ of ‘lamp’ heb je bijvoorbeeld waarschijnlijk niet nodig in dit gesprek. Ook is het zo dat als ik begin met praten en je hoort ‘ka..’’, het handig is om woorden die daarmee beginnen vast te activeren in je hoofd; dan selecteer je makkelijk om welk woord het gaat. Bijvoorbeeld de woorden ‘kamp’ en ‘kast’ worden dan dus ook alvast geactiveerd in je hoofd.
Psychose
Sommige onderzoekers denken dat dit proces misgaat bij patiënten die een psychose doormaken. Het idee is dat deze patiënten minder goed zijn in het selecteren van woorden die ze nodig hebben, en moeite hebben met het onderdrukken/niet activeren van woorden die ze niet hoeven te gebruiken. Als je aan het praten bent over een ‘kat’, en alle andere woorden in je hoofd worden ook geactiveerd, dan is het best lastig om door te praten over dat onderwerp. Of als ik ‘kat’ zeg, maar ‘kamp’ is in je hoofd zo sterk mee geactiveerd, is het niet gek dat je dan verder praat over dingen die met een kamp te maken hebben.
In dit geval denk ik dat de tweede verklaring beter verklaart waarom ik een psychehater werd genoemd. Door zijn psychose werden mogelijk allerlei (klank)associaties actief die bij een gezond persoon sneller onderdrukt worden. Psychiater klinkt natuurlijk best wel als een psychehater. Dat hij ook nog boos was dat ik hem medicatie wilde geven, hielp daarin niet mee.