Met de Top 2000 voor de deur is het einde van het jaar echt in zicht. Veel muziekliefhebbers stemden op hun favoriete nummers en kijken reikhalzend uit naar dit legendarische muziekprogramma. Maar waarom? Popmuziek beïnvloedt ons humeur, roept herinneringen op, geeft steun… Arno van der Hoeven onderzocht ons muzikale erfgoed en laat in zijn proefschrift zien hoe sterk popmuziek verbonden is met onze culturele identiteit.
Hoe verklaar je de populariteit van programma’s als Top 2000 aan de hand van jouw onderzoek?
“Het gevoel dat muziek oproept is sterk verbonden aan plaats en tijd. Aan de hand van muziek kun je terugkijken op je eigen leven of jeugd maar ook collectief terugblikken. Muziek is daarmee persoonlijk én sociaal. De muziek in de Top 2000 roept emoties op die je kunt koppelen aan je eigen leven, aan ervaringen en gevoelens die bij een bepaalde periode passen. Nostalgie en fijne herinneringen voeren hierbij de boventoon. Daarnaast wordt er van alles bij de muziek gehaald, zoals mode en gedragsuitingen uit de bijbehorende periode. Ook dat fascineert mensen.”
De Top 2000 is leuk, maar wat is er eigenlijk wetenschappelijk aan popmuziek?
“Ik heb voor mijn proefschrift gekeken naar identiteitsvormgeving en hoe muziek mensen samenbrengt. Op persoonlijk niveau wordt de identiteit gevormd tijdens de jeugd, wanneer muziek vaak een onderdeel is van een subcultuur. Denk aan hippies in de jaren ’70, punkers in de jaren ’80 en gabbers in de jaren ’90. Die identiteit blijft belangrijk wanneer mensen later in hun leven, als de jeugdige jaren al lang voorbij zijn, terugkijken. Op collectief niveau geeft muziek een gevoel van verbondenheid, het wij-tegen-zij. Hele generaties beluisterden dezelfde muziek en koesteren haar nu nog steeds.”
“Ik heb niet alleen onderzocht wat muziek betekent voor mensen persoonlijk of collectief, maar ook gekeken naar muziek als erfgoed voor de gemeenschap. Muziek is gebonden aan tijd, plaats én sociaal-culturele ontwikkelingen. Hier horen bepaalde objecten bij, zoals de transistorradio. Deze radio gaf toegang tot de popmuziek die de toenmalige piratenzender Veronica illegaal uitzond. Mensen hebben niet alleen emoties bij de muziek uit die tijd, maar ook bij de bijbehorende objecten zoals die transistorradio. Of de mode die typisch was voor de tijd waaruit de muziek stamt. Muziek is daarnaast verbonden aan de plaats waar mensen naar haar luisterden, haar letterlijk beleefden. Deze concertzalen, cafés of legendarische festivals als Woodstock spelen een belangrijke rol in onze geschiedenis.”
Hoe kan het dat ik nu liedjes uit mijn tienerjaren leuk vind, terwijl ik ze toen niet boeiend vond?
“Muziek uit je jeugdjaren roept niet alleen heel sterk een tijdsbeeld op, maar ook jouw gevoel uit die periode. Het is dus niet alleen de herkenning die muziek leuk maakt, maar ook het gevoel van toen dat weer terugkomt bij het beluisteren van de muziek. Daarnaast vervormen herinneringen. Ze zijn dynamisch, kwetsbaar en selectief. De verbintenis die je voelt met een periode, kan ook door de jaren heen groeien. Achteraf kunnen mensen zich bijvoorbeeld identificeren met de hippies uit hun jeugd, terwijl ze toen zelf helemaal geen hippies waren.”
“We kijken terug op het verleden met een gekleurde blik. Een mooi voorbeeld is de recente tentoonstelling The Sixties in het York Castle Museum. Hier werd onder andere gekeken hoe de idealen uit die jaren verspreid waren over de hele samenleving. Het idealistische beeld dat we hebben over die periode moest op sommige vlakken genuanceerd worden. Ideeën over ‘vrije liefde’ die vaak worden geassocieerd met de jaren zestig bleven beperkt tot een klein gedeelte van de samenleving.”
Hoe presenteren cultuur- en erfgoedinstellingen het muzikale verleden?
“Fans en verzamelaars spelen hier een belangrijke rol, zij zijn de voortrekkers. Erfgoedinstellingen hebben de waarde van popmuziek pas later ingezien en putten nu uit verzamelingen van fans. Deze samenwerking is belangrijk, juist omdat musea kritischer moeten zijn in hun aankopen vanwege bezuinigingen en volle depots. Bruikleen van fans is een goede optie en de fans vinden het leuk om hun verzameling aan een groter publiek te tonen.”
“Lokale identiteit speelt ook een rol in de kijk op muzikaal erfgoed. In de jaren negentig dacht men nog dat de lokale identiteit minder belangrijk zou worden vanwege de globalisering en de komst van het internet. Daarmee is de wereld ook wel kleiner en opener geworden, maar de lokale identiteit verdween er niet mee. Die blijft belangrijk voor mensen en is zelfs sterker geworden. Het geeft hen een gevoel van trots. Om die reden worden in heel Nederland lokale muziekarchieven en -musea over de plaatselijke muziekcultuur en de bijbehorende identiteit geopend. Neem bijvoorbeeld de Volendamse palingsound met bijbehorend museum. Zulke – vaak particuliere – initiatieven zet de gemeente op de muzikale kaart en maakt de bewoners trots.”
“Sinds 2004 hebben we zelfs een nationaal museum voor de geschiedenis van de popmuziek, Museum Rockart in Hoek van Holland. Het is het grootste popmuziekmuseum van Nederland en huisvest allerlei spullen van muzikanten, reeksen tijdschriften enzovoort. Het is opgericht door een particulier, Jaap Schut. Al in 1994 begon deze muziekliefhebber te werken aan de plannen voor een popmuziekmuseum omdat hij vond dat er te weinig aandacht was voor Nederlands popmuziekerfgoed. Het kostte hem uiteindelijk tien jaar om dit museum van de grond af op te bouwen.”
Wat weten we nu, door jouw onderzoek, wat we ons eerst niet (goed) realiseerden?
“Popmuziek is niet alleen meer van de jeugd, maar verbindt meerdere generaties. Ook de jeugd van nu geniet van muziek uit de jaren zestig en maakt daar haar eigen herinneringen bij. Hoe we muziek herinneren, blijft zich ontwikkelen. Interessant daarbij is dat we nu bewaren wat we willen dat de generaties na ons zich blijven herinneren. Bijvoorbeeld muziekarchieven, zij vormen een selectie van het muziekaanbod. Ik ben heel benieuwd wat dit betekent voor hoe wij in de toekomst over de muziekgeschiedenis zullen gaan denken.”