De overheersende politieke voorkeur van de plaatselijke bevolking is een goede voorspeller van het succes van een film in een stad of dorp. Dat ontdekte universitair docent Jason Roos van Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit, na onderzoek in Amerika. Het blijkt zelfs een betere indicator dan de traditionele marketingvariabelen zoals leeftijd, opleidingsniveau en inkomen.
Flop of top?
Welke criteria voorspellen of een film een kaskraker wordt of een flop? Online beoordelingen of recensies in kranten blijken vaak belangrijk. Maar ook lokale factoren kunnen een belangrijke rol spelen: wat het lokale publiek wil zien op het gebied van pas uitgekomen films, is immers wat er toe doet in de plaatselijke bioscopen. Maar hoe kom je als bioscoop nou achter welke soort films jouw lokale publiek aanspreekt?
Om dat te achterhalen analyseerde Jason Roos over een periode van vijf jaar de verkoop van filmkaartjes door bioscopen in maar liefst 25 Amerikaanse staten.
Hij ontdekte dat plaatselijke politieke voorkeuren het succes van een film in een bepaald gebied in belangrijke mate bepaalden: “Waar Republikeinse stemmers een voorkeur hebben voor films met een vrouwelijke blanke actrice als hoofdpersonage, zien Democraten juist liever films met Afrikaans-Amerikaanse mannen in de hoofdrol.” In gebieden waar overwegend Republikeinen wonen heeft een film met Charlize Theron of een andere blanke actrice in de hoofdrol daarmee pakweg meer kans om te scoren dan in gebieden waar juist veel Democraten wonen.
De invloed van politieke voorkeuren op filmkeuze bleek zelfs de meest bepalende factor in filmkeuze in de onderzochte gebieden. “Dit terwijl lang aangenomen werd dat variabelen zoals leeftijd, inkomen en opleidingsniveau, die ons consumptiegedrag vaak sturen, het meest bepalend waren.”
Bye bye lievelingsfilms?
Tegelijkertijd was de invloed die van politieke voorkeuren zeker niet allesbepalend voor iemands filmkeuze. “Het gaat echt om gemiddelden . Er waren ook best films met zwarte Amerikaanse acteurs die het prima deden in gebieden waar overwegend Republikeinen wonen en films met blanke actrices die prima scoorden in Democratische regio’s. Wat dat betreft blijft politieke voorkeur slechts één factor in filmvoorkeuren naast vele andere.”
Amerikaanse bioscoopliefhebbers hoeven dan ook niet bang te zijn dat ze bepaalde typen films niet meer kunnen zien, mochten hun bioscopen in de toekomst hun filmaanbod meer willen afstemmen op de plaatselijke politieke voorkeuren. “Welnee, bioscoopeigenaren zouden wel gek zijn, daarvoor is er echt teveel diversiteit in filmvoorkeuren.” Wel kan Roos zich voorstellen dat mochten bioscopen de politieke voorkeur van hun klandizie mee gaan nemen in het filmaanbod, films die minder kans lijken te hebben flink te scoren op minder of kleinere schermen aangeboden zouden kunnen worden.
De Nederlandse situatie
“Interessant hoor”, zeg je nu misschien. “Maar dit onderzoek gaat over de V.S. Hoe zit het eigenlijk met Nederland. Laten wij ons ook -al dan niet bewust – leiden door onze politieke standpunten bij bezoekjes aan de bioscoop?”
Roos denkt van wel. “Ik denk dat je iemands filmvoorkeur ook in Nederland deels zult kunnen voorspellen op basis van zijn of haar politieke oriëntatie, maar dat de relatie tussen die twee factoren meer genuanceerd en minder rechttoe rechtaan is dan in de V.S. Daar is immers een tweepartijensysteem met scherpe tegenstellingen tussen Democraten en Republikeinen waardoor mensen zich sterker kunnen identificeren met hun politieke voorkeur dan in Nederland met haar flexibele meerpartijenstelsel. Hoe dan ook is meer onderzoek nodig.”
Wat Roos betreft zou onderzoek naar de invloed van iemands politieke voorkeur op zijn of haar consumptiegedrag overigens niet beperkt hoeven te worden tot zijn of haar filmkeuze. “Je zou je kunnen voorstellen dat het ook in andere branches, zoals bijvoorbeeld de auto-industrie, een factor van gewicht zou kunnen zijn.”