Je hart bonkt in je keel, je handen zijn zweterig en je kan niet meer helder denken. In dit eerste deel van een tweeluik over stress kan je alles lezen over acute stress. Wat gebeurt er precies in het brein als hij (het brein zelf) de alarmbellen aan zet? En kun je je hersenen trainen om de stressreactie te temperen?
Kun je je de Amerikaanse presidentskandidaat Rick Perry nog herinneren? Vast niet… Deze Republikeinse politicus was tijdens de verkiezingen van 2012 weliswaar populairder dan Mitt Romney, maar is tijdens de verkiezingsrace door de gevolgen van acute stress in één klap roemloos ten onder gegaan. Hoe dat precies ging, is te zien in het onderstaande filmpje.
http://www.youtube.com/watch?v=ByGf8lP87HU
Perry’s blunder is misschien grappig is om naar te kijken, maar de gevolgen van acute stress kunnen volgens Erno Hermans, stress-onderzoeker aan het Donders Instituut van de Radboud Universiteit Nijmegen, ook levensbedreigend zijn. Hij verwijst naar de agent op station Den Haag Holland Spoor, die in een impuls een ongewapende jongen neerschoot.
Wat gebeurt er precies wanneer je lichaam zich paraat maakt om een stressvolle uitdaging aan te gaan? Welke stresshormonen razen door je bloedbaan, hoe zorgen deze ervoor dat je niet meer helder kunt denken en later een black-out hebt? En niet onbelangrijk: kunnen we onze acute stressreactie zelf temperen?
Beren op de weg
“Onze omgeving zit vol bedreigingen die ons – zowel mentaal als fysiek – uit evenwicht kunnen brengen”, begint Hermans zijn uitleg. “De subjectieve beleving van deze stressoren heet ‘stress’; deze helpt ons om het gevaar te trotseren.” Tegenwoordig hoeven we nauwelijks meer te vluchten voor wilde dieren of bosbranden te blussen, maar vormen sollicitatiegesprekken, het geven van presentaties, of het voeren van debatten onze uitdagingen. Nadert zo’n beproeving, dan start de stressrespons, die bestaat uit een snelle en een langzame reactie.
“Eerst moet je lichaam zichzelf in staat stellen om te kunnen handelen – de welbekende _flight or fight_-reactie”, vervolgt Hermans. “Je amygdala – het emotiecentrum van het brein – registreert het gevaar, en zet de alarmbellen aan. Binnen enkele seconden wordt in je hersenstam de neurotransmitter noradrenaline vrijgemaakt, die via razendsnelle neuronale communicatie vrijwel je hele brein infiltreert zodat deze zich volledig concentreert op het enige dat op dat moment belangrijk is: overleven. Een slordige minuut later laten je bijnieren adrenaline door je bloedbaan gieren. Hierdoor gaat je hart sneller pompen, wordt je spierspanning groter en krijg je klamme handjes: ook je lichaam is nu in opperste staat van paraatheid.”
Leren van de situatie
De langzame tak van de acute stressreactie maakt dat je kan leren van de situatie, legt Marian Joëls uit. “Deze zorgt ervoor dat je de stress onthoudt in de juiste context: wat er gebeurt, waar, wanneer en waarom. Zodat je in de toekomst precies weet wanneer je deze bedreiging weer kan verwachten.” Om deze reactie in gang te zetten, geeft de amygdala de bedreiging door aan de hypothalamus, een regelcentrum ter grootte van een pinda, dat aanzet tot basale gedragingen zoals eten, vechten, vluchten en paren. De hypothalamus maakt vervolgens corticotropine-releasing hormoon (CRH) aan en zendt deze naar de hypofyse, de hormoonklier die adenocorticotroop hormoon (ACTH) de bloedbaan in stuurt. Wanneer deze je bijnierschors bereikt, maakt deze het bekende stresshormoon cortisol aan. Joëls is hoogleraar Neurobiologie aan zowel de Universiteit van Amsterdam als aan de Universiteit Utrecht, en directeur van het Rudolf Magnus Instituut.
Black-out
Vervolgens treedt cortisol in werking in de hersenen. Na één tot twee uur na het begin van de stressreactie activeert het hormoon allerlei neurotransmitters en hersengebieden in je brein, waaronder je hippocampus – de poort naar en van het langetermijngeheugen – en de prefrontale cortex: het stuk hersenschors dat processen als aandacht en overdachte besluitvorming medieert. “Hierdoor kan je je later goed herinneren wat er is gebeurd en wanneer”, legt Joëls uit.
Daarom hebben mensen die in acute stress verkeren vlak voor, tijdens en vlak na een stressvolle gebeurtenis ook vaak een black-out, verklaart Joëls. “Je brein vindt de geheugenopslag tijdens de stressperiode zo belangrijk, dat het alle beschikbare voorzieningen om informatie op te slaan en op te halen, naar zich toe trekt. Mensen die veel stress hebben ondervonden aan een situatie, herinneren zich hier een paar dagen later dan ook veel meer van dan mensen die deze stress niet hebben ervaren.”
Na deze geheugenvorming zorgt cortisol ervoor dat je niet in je stressreactie blijft hangen: als de receptoren op de hippocampus registreren dat dit hormoon zich ophoopt, beveelt hij de hypothalamus om de CRH-productie te stoppen. Zo komt je lichaam langzaamaan weer tot rust.
Slechte naam
De slechte naam die cortisol als het stresshormoon heeft, is dus eigenlijk onterecht, concludeert Hermans. “Het kalmeert juist. Als je extra cortisol toedient bij proefpersonen, kan je een uur later juist het tegenovergestelde van een stressrespons observeren. Zo kunnen mensen met een spinnenfobie veel beter met de aanwezigheid van deze dieren omgaan als ze een pilletje cortisol hebben gekregen, dan wanneer ze een placebo hebben geslikt.”
Hermans onderzoekt nu zelf wat er gebeurt bij een tekort aan cortisol, en ontdekte dat als je proefpersonen een middel toedient dat de aanmaak van cortisol in de bijnieren verhindert, de stressreactie langer aanblijft. Kortom, je hebt cortisol dus juist nodig om van je stressreactie af te komen.
Zelf je stress temperen
Maar ja, tot die tijd heb jij beperkte of zelfs geen toegang tot je geheugen. Mooi vervelend, als je een presentatie moet geven. Kan je daar zelf iets aan doen? Kan je je brein trainen om de acute stressreactie te temperen?
Volgens Joëls is dat wel degelijk mogelijk. Via de langzame reactie op stress – de geheugenvorming die wordt geactiveerd door cortisol – kan je grip leren krijgen op de acute fase, waar adrenaline en noradrenaline hoogtij vieren.
“Maar de mate waarin deze geoefend kan worden”, relativeert Joëls, “hangt af van je genenpakket, wat je hebt meegemaakt in je leven en je karakter. Zo is de stressreactie bij iedereen anders afgesteld: sommige mensen produceren van nature bijvoorbeeld heel weinig of juist veel cortisol. Ook speelt mee wat mensen hebben meegemaakt, vooral tijdens de gevoelige periode van de vroege jeugd.”
Ten slotte is je karakter van belang, vooral of je hoog scoort op neuroticisme, de gevoeligheid voor negatieve emoties. Als je die mensen presentaties laat oefenen, blijven ze ook na tien presentaties even zweterig en even vergeetachtig als voorheen. “Mensen die echter laag scoren op neuroticisme, degenen die zich over het algemeen niet zo druk maken, die boeken resultaat. Die krijgen controle over hun stressreactie.”