Naar de content

Plastic in de ban

Plek voor plastic: kunnen we nog terug?

Rijen met blauwe plastic stoeltjes op een tribune.
Rijen met blauwe plastic stoeltjes op een tribune.
Freepik

Hoewel plastic een relatief nieuwe uitvinding is, lijkt deze niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Kunnen we terug naar een wereld zonder plastic? “We kunnen leren van het verleden.”

16 september 2024

Het is een grappig onderzoek, met een serieuze ondertoon. New York Times-journalist A.J. Jacobs probeert één dag te leven zonder plastic: hij mag het niet gebruiken en niet aanraken. Vanaf het moment dat hij opstaat, kan hij zijn voeten niet op het tapijt zetten, dat is gemaakt van nylon. Hij wil zijn slaapkamer uit, maar om de deurklink zit een plastic omhulsel. In de badkamer gebruikt hij een bamboetandenborstel met een borstel van varkenshaar. De tandpasta koopt hij in een niet-plastic tube. Hij zit op een houten stoel in de trein. Voor een lunchzaak zit hij opnieuw op een houten stoel, waar hij met een bamboevork uit een glazen schaal eet. Ondanks al zijn voorbereidingen mislukt het experiment hopeloos. ‘Ik probeerde plastic de hele dag níet aan te raken en ik heb het waarschijnlijk honderden keren aangeraakt’, vertelt hij in een uitzending van WNG News. ‘Ik wist dat het moeilijk zou worden, maar ik wist niet dat het zo onmogelijk was.’

Hutje op de hei

Zelfs in producten waarvan je denkt dat er geen plastic in zit, kan het soms toch zitten, vertelt Ernst Worrell. Hij is hoogleraar energie, grondstoffen en technologische verandering aan de Universiteit Utrecht. “Ook al denk je plastic te vermijden, dan nog gebruik je het waarschijnlijk. Ik weet niet waar het met onze maatschappij naartoe zou gaan, maar echt veel goeds zou een volledig plasticvrije wereld niet betekenen.”

Je moet je afvragen of plastic kuipstoeltjes een groot probleem zijn

— Ernst Worrell

Ook Marieke Brouwer, onderzoeker duurzaam verpakken aan de Wageningen University & Research (WUR), denkt dat een leven zonder plastic ‘een utopie’ is. “Ik ben best een voorstander van terugkeren naar de basis. Vroeger leefden we zonder plastics en kon het wel. Maar dat was een maatschappij zonder moderne apparaten, met een veel kleinere bevolkingsdichtheid. We kunnen moeilijk massaal terug naar een hutje op de hei. Ik denk ook niet dat we zonder plastic de basale levensbehoeften als voedselproducten bij de mens krijgen. En denk eens aan mobieltjes – die kan je niet even maken uit hout.”

Stedelijke omgeving

Auto’s, koffiezetapparaten, computers, verpakkingen, huishoudelijke apparaten – ze zijn allemaal heel lastig te maken zonder plastic. Brouwer: “Plastic heb je nodig als je een product of productonderdelen in een bepaalde vorm wil hebben. Dat kan vaak niet uit metaal of hout. Of denk aan onze auto’s: als die over de snelwegen moeten zoeven, dan moeten ze zo veel mogelijk van licht materiaal zijn gemaakt.”

In een stedelijke omgeving zie je in haast elke willekeurige situatie plastic. In een voetbalstadion als de Johan Cruijff Arena in Amsterdam zijn niet alleen de bekers van plastic, maar ook de cornervlag, een deel van het beeldscherm en ruim vijftigduizend stoeltjes. Zelfs in de leren business seats zit plastic verwerkt. Worrell: “Kunststof heeft een hele hoop voordelen. Je moet je daarom afvragen of plastic kuipstoeltjes een groot probleem zijn. Als ze van hout zijn, moet je er waarschijnlijk ook lak op doen. Plastic gaat redelijk lang mee en de stoeltjes veroorzaken niet heel veel problemen. Ze zullen niet snel spontaan afbreken, hoewel plastic door uv-licht van de zon broos kan worden. Plastic stadionstoeltjes zijn redelijk te managen.”

Volgens Worrell is een (bijna) plasticvrije toekomst niet mogelijk en niet wenselijk. Toch kunnen we volgens hem met veel minder plastic af. “Waar we ons als wetenschappers tegenwoordig ernstig zorgen om maken zijn microplastics. Deze losse, kleine deeltjes komen vrij bij het gebruik van plastics, belanden vervolgens in het milieu en zijn mogelijk zeer schadelijk voor onze gezondheid. Microplastics kunnen al vrijkomen als jij een zakje snoep openmaakt. Daarom moeten we plastic niet gebruiken wanneer het niet nodig is. Nu wordt het vaak toegepast, omdat het zo gemakkelijk is. Ook is het goed om op termijn over te gaan op bioafbreekbaar plastic, dat kan worden opgenomen in de natuurlijke omgeving en gemaakt is van natuurlijke materialen.’”Ook Brouwer, die zelf in een onderzoeksgroep zit die zich bezighoudt met de ontwikkeling van dit soort ‘groene plastics’, heeft hier hoge verwachtingen van. “Ik heb goede hoop dat we met bioplastics grote vooruitgang zullen boeken. De techniek moet zich echter nog ontwikkelen.”

Shampooflessen

Een niet van plastic gemaakt mobieltje mag dan een utopie zijn, maar voor veel andere producten gebruiken we ‘ongelooflijk veel onnodig plastic’, zegt Brouwer. “De huidige kunststoffen, gemaakt van fossiele aardolie, lekken in de natuur. Dat kan door slijtage of doordat het op de grond valt. Geen enkel systeem is zonder lekken.” Ook bioplastic moet ‘binnen de planetaire grenzen passen’, vertelt ze. “Als we alle plastic van plantjes maken, dan kost dat nog steeds een hele hoop energie, land en water. We hebben maar één planeet.”

Vier zeepblokken (drie witte en één roze) liggen met schuim op witte tegeltjes.

Shampooflessen zijn een toepassing van plastic die niet per se nodig is. Ouderwetse zeepblokken volstaan ook.

Freepik

Volgens haar kunnen we veel leren door eenvoudigweg naar het verleden te kijken. “We zijn shampoo gaan verpakken in flessen. Dat is een toepassing van plastic die niet per se nodig is. We zouden ermee kunnen stoppen en de innovatie in feite terugdraaien. Ik gebruik weer ouderwetse blokken zeep, een uitvinding die volgens mij teruggaat naar de oude Egyptenaren. In eerste instantie denk je: bah, moet ik met een blok zeep weer mijn handen en haren wassen? Maar als je dit soort dingen zelf probeert, dan mis je die fles helemaal niet. Zeep is echt een heel mooi voorbeeld van hoe we bepaalde markten eenvoudig plasticvrij kunnen maken.”

Opnieuw bekleden

Ook moeten we volgens Brouwer leren van ons consumptiegedrag in het verleden. “Toen kocht je één goede stoel, die je voor de rest van je leven hield. Ik heb nog zo’n stoel die van mijn oma is geweest. Is de stof versleten, dan laat je de stoel opnieuw bekleden.” Stoelen zijn doorgaans slechts ten dele van kunststof gemaakt, maar volgens Brouwer zou je zo’n mentaliteit op de hele huiskamer kunnen toepassen. “In de interieurbranche zijn de doorloopsnelheden van de trends wat mij betreft nu veel te hoog. Dat is een nadeel van de toegenomen welvaart. We moeten weer repareren in plaats van alles nieuw aan te schaffen.”

Ook Worrell pleit voor een drastische mentaliteitsverandering om een wereld met minder plastic mogelijk te maken. “Toen ik student was, nam niemand een eigen waterfles mee. Nu doet iedereen dat. Het kost een aantal jaren en een hoop tegenwind, voordat zoiets de norm wordt.” Op eenzelfde manier zouden we afscheid moeten nemen van plastic en papieren bekertjes koffie, meent hij. “Je hebt goed afsluitbare koffiebekers, die je prima kan meenemen. Als ik op bezoek ben bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wordt al aan mij gevraagd of ik een eigen beker mee heb voor de koffie. Als meer organisaties die houding overnemen, dan wordt dit stapje voor stapje routine. Dat is noodzakelijk, want we kunnen niet zo doorgaan.”