Aardbeien, champignons en peren die langer houdbaar zijn dankzij verbeterd plastic. Dat hopen wetenschappers uit Wageningen te bereiken. Ze ontwikkelen een nieuwe folie voor groente en fruit.
Een sappige peer, zoete aardbei en frisse appel smaken alleen lekker als ze nog vers zijn. Anders krijg je een kleffe smaak, rotte plekken of zelfs schimmel. En als een aardbei een witte vacht heeft, is de smaak toch een stuk minder lekker. Wetenschappers willen nu de aftakeling die inzet na het plukken flink vertragen.
In de boodschappentas
Ze doen dat met een nieuwe folie, die bestaat uit verschillende lagen. “Nadat groente en fruit geplukt zijn, zijn ze nog niet dood maar gaan ze wel een stervensproces in”, zegt Eelke Westra. Hij is expert op het gebied van groente en fruit na de oogst bij Wageningen food & biobased research, een onderdeel van de universiteit van Wageningen. “Vervolgens wordt groente en fruit steeds minder vers. Dat proces wordt versneld door temperatuurschommelingen.”
Een paprika gaat van de kweker via transport naar de winkel. Hierbij treden al kleine temperatuurverschillen op. Het grootste verschil treedt op als gekoeld fruit wordt uitgestald in de winkel, daarna in de boodschappentas belandt en thuis weer in de koelkast wordt gedaan. Dan gaat het van koel naar warm en weer naar koel.
Opmerkelijk genoeg bestaan groente en fruit nog uit levende cellen. “Een peer is geplukt van een boom, maar nog niet dood. De vrucht zit in een stervensproces. Alle cellen verbruiken nog zuurstof en produceren koolzuur”, legt Westra uit. “Dit noemen we respiratie, een soort ademhaling. De gewassen produceren energie om zichzelf in stand te houden.” Je kunt hun levensduur verlengen door de ademhaling naar beneden te brengen en dat lukt door te koelen. Zo vertraag je het afstervingsproces.
De ademhaling van fruit
Nog meer speelt daarbij een rol. Zoals de gascondities in een verpakking aanpassen. “Want daarmee kan je de zuurstofconcentratie verlagen en zo beïnvloed je de ademhaling en ga je kwaliteitsverlies tegen”, zegt Westra.
Met de nieuwe slimme folie kan je deze zuurstofconcentratie beïnvloeden. Bij een hoge temperatuur gaat de ‘ademhaling’ van groente en fruit omhoog, daardoor moet de folie op dat moment meer doorlatend voor zuurstof en koolzuur zijn. “Je kunt het vergelijken met hardlopen. Dan krijg je het ook warm en wil je meer ademhalen.”
Als groente en fruit gekoeld wordt, en de ‘ademhaling’ lager is, dan moet de folie juist minder doorlatend zijn. “Dit is precies wat onze verpakking moet doen.” Het product bestaat uit een vochtabsorberend- en vochtdoorlatend deel. Deze twee stukken reageren op elkaar en naarmate de temperatuur op- of afloopt, wordt meer zuurstof en koolzuur doorgelaten.
‘Mislukt’ onderzoek
De slimme folie zit nu in een testfase bij een bedrijf. De wetenschappers slaan daarbij de handen ineen met een producent van verpakkingsmateriaal. “We kijken er specifiek naar hoe we het vochtdoorlatende en vochtabsorberende deel moeten samenstellen. Dat is waarschijnlijk weer anders voor verschillende soorten fruit en groente en ook weer afhankelijk van wanneer verwacht wordt dat een product de koeling verlaat.”
Cruciaal is daarbij dat de folie niet te duur wordt. “We verwachten dat fruit en groente langer goed blijft en houdbaar is, waardoor het meer waarde krijgt met de folie.” De vochtabsorberende laag wordt gemaakt van een zetmeel en is biologisch afbreekbaar. “De vochtdoorlatende laag nog niet, maar dat kunnen we waarschijnlijk wel bereiken.”
De tests vinden plaats op champignons, aardbeien en peren. Vooral de laatste fruitsoort lijkt erg positief te reageren op de folie. Opmerkelijk genoeg kwamen de onderzoekers daar bij toeval achter. “Collega’s waren jaren geleden bezig met een dichte folie, die niet doorlaatbaar moest zijn. Maar hun experiment mislukte. De folie bleek wel doorlaatbaar. We merkten dat peren heel goed op dit verpakkingsmateriaal reageerden. Mijn collega’s zagen het als een mislukking wat ze hadden gemaakt, maar wij zagen mogelijkheden. Die folie hebben we gebruikt als basis voor ons huidige onderzoek. Zo merk je maar weer dat er soms iets heel waardevols uit zogenaamd ‘mislukte’ onderzoeken kan komen.”