Technologieën zoals CRISPR-Cas maken het mogelijk om het DNA van embryo’s aan te passen. Dit brengt veel ethische, filosofische en religieuze vraagstukken met zich mee. Hoe kijken katholieken hier tegenaan? Een interview met pater en bioethicus Joseph Tham.
“Wanneer IVF en het doen van experimenten met embryo’s algemeen geaccepteerd raken, zullen embryo’s gezien worden als een ‘ding’”, zegt pater en bioethicus Joseph Tham, van de Pontificio Regina Apostolorum universiteit in Rome. In juni 2019 is hij een van de panelleden tijdens een conferentie in Wageningen, over de maatschappelijke impact van genbewerkingstechniek CRISPR-Cas. Hij vindt dat hij vanuit zijn geloof niet achter het aanpassen van embryo-DNA kan staan. “Dan wordt een embryo een product dat je genetisch kunt manipuleren of verbeteren. Vanuit katholiek perspectief trekken we daar dus een grens. Dat willen we niet.”
Tham organiseert regelmatig bijeenkomsten waarin bio-ethici uit verschillende religies met elkaar in discussie gaan over nieuwe technieken die betrekking hebben op de mensheid. Het aanpassen van menselijk DNA met CRISPR-Cas is een van de onderwerpen waar zij recent over gesproken hebben. “Elke bio-ethicus schrijft van tevoren een stuk over zijn religieuze perspectief op dit onderwerp, en daar reageert dan vervolgens een bio-ethicus vanuit een ander geloof op.” Daarna publiceert hij die artikelen in boekvorm.
In 2016 organiseerde u een bijeenkomst waarin bio-ethici met verschillende religieuze achtergronden samenkwamen om te discussiëren over het aanpassen van menselijk DNA. Wat kwam er uit die bijeenkomst?
“Elke twee jaar houden we zo’n sessie voor ongeveer vijftig geleerden. We kijken dan naar de religieuze aspecten van bio-ethiek. In 2016 ging de discussie over het gebruik van nieuwe technologieën waarmee mensen voor bepaalde ziektes behandeld kunnen worden of waarmee mensen te verbeteren zijn. Ook bespraken we wat er gebeurt met de identiteit wanneer je de menselijke natuur verandert. Uit die sessie kwam naar voren dat de drie Westerse, monotheïstische geloven – het christendom, islam en jodendom – sterk het gevoel delen dat mensen gemaakt zijn naar het evenbeeld van God. Dat geeft ons een identiteit, een ziel, een menselijke natuur. Wanneer technologieën gebruikt worden om mensen te verbeteren, dan zijn alle drie de geloven daar op tegen. Je verbetert dan het evenbeeld van God. Je zegt dan dat God niet perfect is. Uit de sessie bleek ook dat de boeddhisten, hindoes en confucianisten aan de andere kant staan. De bio-ethici uit die religies stonden juist wel open voor het gebruik van technologie om de mens te verbeteren. Mits het veilig kan, mits het eerlijk gebeurt en mits toepassingen niet leiden tot discriminatie.”
Was er ook iets dat alle religiewetenschappers met elkaar deelden?
“Alle zes de religies delen met elkaar dat dit leven maar tijdelijk is. En, dat als je een goed leven leidt, je verlicht raakt of naar een hemel gaat. Maar wanneer we het hebben over het verbeteren van mensen, ligt de focus vooral op fysieke verbetering. Men wil een mens maken die 200 jaar oud wordt, een mens die heel knap of heel slim is. Maar wanneer zo’n verbeterd mens geen goed mens is, heb je een monster gemaakt. Onze kritiek op het verbeteren van mensen is dus dat je nieuwe technieken niet kunt gebruiken om het morele gevoel van mensen te verbeteren.”
Waren er ook ethici die het hier niet mee eens waren?
“Ja, de transhumanisten. Die geloven niet in een leven na de dood. Zij willen nieuwe technologieën gebruiken om zichzelf fysiek te verbeteren, door heel intelligent te worden, of door eeuwig te leven. Zij willen zelf een almachtig, god-achtig wezen zijn in dit leven.”
Wat vinden katholieken van het aanpassen van menselijk DNA om zieke mensen te genezen?
“Het gebruiken van technologieën om lichamelijke of genetische ziektes bij mensen te genezen vinden katholieke bio-ethici oké.”
Waarom zijn katholieken dan tegen het genetisch bewerken van embryo’s om ziektes te voorkomen?
“In principe vinden we het verbeteren van embryo-DNA goed, als je daarmee kunt voorkomen dat een kind ziek wordt. Desalniettemin zijn er drie redenen waarom we het niet kunnen goedkeuren. Ten eerste sleutel je aan de genenpoel van de mensheid. We zien de genenpoel als iets heiligs. Wanneer we daaraan gaan sleutelen, sleutel je aan het werk van God. Daarnaast heb je IVF nodig als techniek om embryo’s te verkrijgen. En ten derde is er niet echt de noodzaak om het DNA aan te passen want in de meeste gevallen zijn niet alle embryo’s erfelijk belast met een ziekte. Er zullen bijna altijd embryo’s zijn die de ziekte niet hebben.”
Waarom is de kerk zo terk tegen IVF?
“Bij IVF worden embryo’s gecreëerd, gemanipuleerd, en behandeld als een ding. Dat vinden we mensonwaardig. Daarnaast wordt dit nieuwe leven gemaakt zonder geslachtsgemeenschap tussen een toekomstige vader en moeder.”
Wanneer zien katholieken een embryo als menselijk?
“We weten niet wanneer een embryo een persoon wordt, of iets als een ziel krijgt. Er is geen bewijs voor en er is dus ook geen definitief punt te noemen. Ga maar terug in de tijd: wanneer begon jij ‘jij’ te zijn? Was dat op het moment dat je geboren werd? Of is er een moment in de baarmoeder te benoemen? We weten het niet. Er is na de conceptie geen duidelijk moment van verandering geweest waarop een embryo mens wordt. Het enige moment waarbij er wel een verandering plaatsvindt, is het moment waarop twee geslachtscellen samenkomen en een nieuw genoom vormen.”
Kun je in de Bijbel iets lezen wat van toepassing is op het aanpassen van embryo-DNA?
“Nee, net als in de Koran staat er in de Bijbel niets over het aanpassen van menselijk DNA.”
Is er een voorbeeld waarbij de kerk toch zijn mening bijstelde?
“De kerk gebruikt redeneringen om mee te gaan met de tijd. Orgaandonatie is zo’n voorbeeld. Eerst werd dat gezien als zelfmutilatie van je lichaam. Later werd het meer gezien als een daad van naastenliefde. En stemde de kerk ermee in.”
Zou dat ook kunnen gebeuren bij het aanpassen van embryo-DNA?
“Bij het aanpassen van embryo-DNA heb je de eerder genoemde drie problemen, de genenpoel, IVF en de noodzaak die ontbreekt. Stel dat je in theorie door middel van redeneren anders naar die drie dingen kunt gaan kijken, dat kan ik me indenken dat de kerk zijn mening verandert. Maar ik denk dat het in dit geval moeilijk zal zijn. Stel dat we niet in embryo’s, maar in zaad- of eicellen genen kunnen veranderen, zou dat één probleem omzeilen. Maar dit is moeilijk voor te stellen zonder IVF. En dan nog heb je de kwestie omtrent het veranderen van de genenpoel van toekomstige generaties.”
U was in Hongkong in november 2018 bij een andere conferentie over CRISPR-cas. Chinese onderzoeker Jiankui He vertelde toen dat hij een tweeling resistent gemaakt had voor hiv-besmetting, met behulp van crispr-cas9. Wat vond u daarvan?
“Jiankui He werd behandeld als het zwarte schaap. Hij kreeg de schuld van alles. Men vond het een slechte wetenschapper, want hij ging onethisch te werk. Maar waar weinig over gesproken werd is dat Jiankui He het product is van hoe het moderne wetenschappelijke systeem nu werkt. Je maakt het pas als wetenschapper wanneer je onderzoeksgeld binnensleept en prijzen wint. He dacht dat hij zichzelf kon vergelijken met Nobelprijswinnaar Robert Edwards, de Britse fysioloog die de eerste IVF-baby ter wereld maakte en daarbij ook risicovol te werk ging. Dit wetenschappelijke systeem heeft Jiankui He zo gevormd. Hij heeft daar zelf geen schuld aan.”
Wat vindt u zelf van het werk van Jiankui He?
“Ik vind het een slechte manier van wetenschap beoefenen. He heeft niet nagedacht over de consequenties. Ik vraag me ook af of de ouders van de tweeling zich bewust waren van wat hij deed, en ik vraag me af wat zijn relatie met die ouders was. He is geen dokter, maar een biofysicus. Maar ja, we weten het niet; er is niets over gepubliceerd.”
Denkt u dat er in de toekomst meer genen van embryo’s aangepast gaan worden?
“Ja, dat gaat zeker gebeuren, het is een kwestie van tijd. Net als met iPhones wil je steeds een perfectere versie hebben. Mensen willen een betere baby, dat is een sterke drijfveer. Er zal vast veel interesse in zijn en veel geld in omgaan. Dus het wordt big business.”