Een knalroze of toch maar een zo-normaal-mogelijk-zwarte omafiets? Dezelfde rugzak als het populaire clubje van de klas, of de degelijke rugzak (aangesmeerd door de tassenverkoper) die me de bijnaam ‘schildpad’ oplevert? Wie zal ik eens ‘groetjes-kusjes’ op mijn boekenkaft laten schrijven? En wat ik wil ik later eigenlijk worden? Als middelbare scholier word je overstelpt met complexe keuzes.
En dan had je nog de profielkeuze en studiekeuze waar alle leraren maar over bezig bleven. “Kies wat je leuk vindt”. “Kies iets wat te maken heeft met de vakken waar je goed in bent”. “Kies iets waarin werk te vinden is”. Ik wist wel dat dit ergens op mijn prioriteiten-lijstje moest staan, maar het leek me toch echt belangrijker om na te denken over hoe mijn haar moest zitten voor het eerste schoolgala.
Leuke vakken, saaie boeken
Mijn profielkeuze was dan ook snel gemaakt: Natuur en Gezondheid. Ik had redelijk goede punten voor wiskunde, en ik vond biologie ‘wel leuk’. Van kinds-af-aan riep ik al dat ik mensen wilde helpen, dus ik zag mezelf misschien wel medicijnen studeren. Of zoiets. Op de vraag van mijn vader, zelf een techneut, of ik niet beter Natuur en Techniek kon kiezen, had ik mijn antwoord al lang klaar: “Ik ga toch niet iets met techniek doen?! En dan zit ik de hele dag tussen de nerds”.
Maar het waren juist de technische vakken die me het meeste aanspraken in de bovenbouw, vooral wiskunde. Als ik eraan terugdenk komt dat misschien wel het meeste doordat we een goede leraar hadden, en het fatsoenlijk uitgelegd werd in de boeken (oké, misschien ook wel een beetje door het lollige clubje dat ik had opgericht met een vriendin achterin de klas). Natuurkunde, daarentegen, kon echt wel beter: de boeken waren chaotisch en de enige les die ik onthouden heb van de leraar was zijn uitleg van ‘significantie’ als “kleine kaboutertjes door hoog gras lopen”.
Voorlichtingsavonden… en nog meer voorlichtingsavonden
Ondertussen kwam de studiekeuze steeds dichterbij. Sommige klasgenoten wisten al vanaf de 4e dat ze medicijnen wilden studeren, en hadden het over niets anders dan de loting en hun gemiddelde punt. Maar ik had, eerlijk gezegd, nog geen flauw idee wat ik wilde gaan studeren. Ik ging braaf naar alle voorlichtingsavonden die op school georganiseerd werden: Op de HBO voorlichtingsavond ging ik naar fysiotherapie, op de WO voorlichtingsavond naar farmacologie, geneeskunde, bewegingswetenschappen, technische geneeskunde, en voedingswetenschappen.
Wat deze opleidingen gemeen hadden was dat ze een mix van exacte en biologische vakken aanboden. Want die vakken vond ik “wel leuk”, en het paste in het plaatje van ‘mensen helpen’. Bij farmacologie, technische geneeskunde, en voedingswetenschappen ging ik ook eens kijken op de universiteit tijdens een open dag. De vakken tijdens de Bachelor zijn meestal redelijk breed, en ik vond ze allemaal wel interessant, dus dat gaf niet echt een doorslag. Wat nu?
Ik kreeg de goede tip om me eens te verdiepen in een beroep na de studie, en ik liep stage bij een apotheek. Na die ervaring ging ik de studiekeuze op een andere manier bekijken: wat kon ik ermee? Sommige studies zijn meer gericht op een bepaald beroep dan andere: ik zag mezelf niet echt als apotheker of arts (zou ik de verhalen van patiënten wel van me af kunnen zetten?) dus misschien paste geneeskunde of farmacologie toch niet zo goed bij mij.
Toch de techniek in!
Het kwartje viel denk ik toen ik een grote studiebeurs in Utrecht bezocht. Twee klasgenoten gingen eens kijken bij biomedische technologie (BMT) op de Technische Universiteit Eindhoven. Ik raakte met iemand aan de praat die me vertelde over het verschil met andere opleidingen zoals technische geneeskunde: BMT heeft meer technische vakken dan biologische en legt de focus op de techniek met toepassingen in de geneeskunde. Op de manier kon ik toch mensen helpen, maar op een meer indirecte manier, door de technologie te verbeteren. Dat klonk uitdagend en tegelijkertijd super nuttig!
Uitdagend was het zeker… Naast het feit dat alle boeken in het Engels waren, hadden veel studiegenoten Natuur en Techniek gevolgd op de middelbare school en dus meer techniek gehad dan ik. Vooral de eerste paar lessen werden er vragen gesteld die voor mij Chinees waren; hoe ging ik deze opleiding ooit halen?! Op mijn manier (altijd overal schema’s en plaatjes van maken) kwam ik het eerste jaar toch door en had ik netjes op tijd mijn propedeuse. Terwijl die slimmeriken van de eerste lessen na een paar vakken al gestopt waren…
Nog meer keuzes…
Want je eerste studiekeuze blijkt lang niet altijd de beste te zijn en is ook zeker niet de laatste keuze die je moet maken voor je carrière: ik denk dat iedereen tijdens zijn opleiding wel eens te maken krijgt met het gevoel van ‘is dit het nou?’. Jawel, ik dus ook. Na twee en een half jaar hard werken en een hoop basiskennis opgedaan te hebben, kwam de overstap naar geneeskunde toch weer in beeld. Het was toentertijd mogelijk om een moeilijke test af te leggen en te switchen naar een 4-jarige geneeskunde-research master, maar de kans om te slagen met een technische Bachelor was niet zo heel erg groot. Bovendien had ik het best wel naar mijn zin in Eindhoven, dus wat nu?
Ik besloot uiteindelijk toch door te gaan met de Master bij BMT, maar het roer daarbij om te gooien: ik wilde juist dieper duiken in de techniek. Die omslag kwam denk ik doordat ik tijdens mijn opleiding had geleerd over medische beeldvorming en MRI: fascinerend om te zien hoe quantummechanica gebruikt werd om plaatjes te maken van het menselijk lichaam! Ik besloot om naast de Mastervakken bij BMT, ook bachelorvakken te gaan volgen bij Technische Natuurkunde en Wiskunde over quantummechanica en modellering. Het voelde een beetje als een tweede studiekeuze!
Mijn rol als vertaler!
Als ik er nu op terugkijk, zaten mijn keuzes op de middelbare school toch wel in de goede richting (behalve die rugzak dan). Ik zit prima op mijn plek in de techniek, met een voet tussen de deur in de gezondheidszorg. Geen pure wiskundige/natuurkundige, en geen full-time bioloog/arts, maar iemand daar tussenin die met beide specialisten kan communiceren en een brug slaat tussen de twee ‘talen’. Ik ben erg blij met mijn keuze voor de Technische Universiteit, omdat ik daar ‘een manier van denken’ heb aangeleerd die ik nu en in de toekomst op veel manieren toepas.
En over dat werken ‘tussen de nerds’ als een van de weinige meisjes? Daar had ik het helemaal mis: mijn mannelijke collega’s zijn allemaal super relaxed en met een beetje nerdy zijn is helemaal niks mis ;)
Top tips
Tenslotte nog een paar tips, als je dit leest en aan het nadenken bent over een studie:
1) Kijk verder dan de suffe leraar of dat onbegrijpelijke leerboek op de middelbare school: probeer te zien wat een vak echt inhoudt. Check YouTube: er zijn genoeg video’s van leraren die een onderwerp op een goede en vermakelijke manier uit kunnen leggen.
2) Ga naar open dagen van (dezelfde) opleiding op verschillende Universiteiten: kijk of je je er ‘thuis’ voelt. Kijk alvast eens naar het totaalplaatje: vind je de stad leuk, zijn er verenigingen waar je je graag bij zou willen aansluiten, is het vinden van een kamer makkelijk en kun je je alvast inschrijven om wachttijd op te bouwen?
3) Ga eens na of het mogelijk is om van richting te veranderen binnen een universiteit, en of er combinatierichtingen zijn. Mocht je een plan B hebben, dan is dat misschien makkelijker te realiseren als je alvast bepaalde keuzes maakt.
4) Het lijkt misschien ver weg, maar probeer je eens in te beelden wat je zou kunnen met een opleiding, en of dat je aanspreekt. Leidt een opleiding op tot een specifiek beroep (bijvoorbeeld tandarts) of leer je meer een ‘manier van denken’?
5) Laat je de eerste jaren van een opleiding niet te snel uit het veld slaan: je hebt nu eenmaal een stevige dosis basiskennis nodig. Misschien vind je sommige vakken wel mega saai, maar probeer te focussen op ‘the big picture’ en waar je het uiteindelijk voor nodig hebt.
6) Wil je zeker niet de techniek in, maar misschien wel wat technische skills aanleren? Een skill waar je erg veel aan zult hebben is programmeren. Veel collega’s die geen technische opleiding hebben gevolgd, maar wel het onderzoek in zijn gegaan, lopen er tegenaan dat bij het analyseren van data toch wel wat programmeren komt kijken. Misschien hebben ze dat soort vakken op de Universiteit of kun je het jezelf aanleren in je vrije tijd (bijvoorbeeld Python of Matlab).