Kleine giraffe Marius voegt biologisch gezien niks toe aan de kudde in een Deense dierentuin. Integendeel, er dreigt zelfs inteelt. De film ‘Life and other problems’ staat stil bij zijn euthanasie.
Wat is leven? Dat is de vraag die centraal staat in de documentaire ‘Life and Other Problems’. Het brengt filmmaker Max Kestner van communicerende paddenstoelen naar eigenwijze cellen en van het begin van de wereld tot de dood van een jonge giraffe. Het resultaat is een ietwat fragmentarische documentaire, waarvan de vragen meer beklijven dan de antwoorden.
Levensvraag
Het hele project wordt in gang gezet door Marius, een jonge giraffe in de dierentuin van Kopenhagen. In 2014 haalt Marius het wereldnieuws omdat de directeur van de dierentuin hem wil afschieten. Als giraffenpuber is het dier namelijk overbodig voor de kudde en het beschermde ecosysteem van de dierentuin. Zo simpel is het. Althans, dat blijkt uit de zeer zakelijke houding van de verschillende medewerkers van de dierentuin die Kestner spreekt, bioloog Bengt Holst voorop.
Volgens de hoofdbioloog van de dierentuin heeft de beslissing een solide wetenschappelijke onderbouwing: Marius’ genen zijn oververtegenwoordigd in de kudde en dus is zijn leven biologisch gezien inwisselbaar. Het dier zal in de toekomst geen rol kunnen vervullen in het broedprogramma, omdat de genenpoel dan te klein zou worden en het tot een vorm van inteelt zou leiden. Daarnaast heeft het, opnieuw puur biologisch gezien, geen effect op het welzijn van de kudde als Marius er niet meer is. Marius laten opnemen in een kudde in een andere dierentuin zou volgens Holst ook daar een negatief effect kunnen hebben op de genenpoel. En dus is de enige logische uitkomst: euthanasie.
Zowel de visuele stijl als de keuze voor de geïnterviewden suggereren dat de filmmaker zelf ook gelooft in een puur wetenschappelijk antwoord op de allesomvattende hoofdvraag van zijn film. De documentaire is opgebouwd uit verschillende interviews die worden afgewisseld met prachtig archiefbeeld van experimenten, oude wetenschappelijke prenten, shots van wilde dieren, en scenes van spelende kinderen en mensen op een strand die eruitzien als fotonegatieven. Daarnaast worden door Kestner diverse voorwerpen – een appel, een soort tijgerkop, een muis op sterk water, familiefoto’s – met militaire precisie op een snijmat gelegd. Je weet wel, zo’n donkergroene placemat met een ruitpatroon en een gradenboog. Wat Kestner op die manier precies wil meten, blijft gissen.
![Still uit ‘Life and other problems’ tijgerkop op een groene meetkundige mat](https://images.nemokennislink.nl/uploads/Life-and-other-problems-_cred.-Max-Kestner.jpeg?auto=format&fit=crop&crop=focalpoint&fp-x=0.5&fp-y0.5&ar=0.8&w=625)
Still uit ‘Life and other problems’
Max KestnerKestner legt zijn vragen voor aan wetenschappers uit een veelvoud aan disciplines. Van een dierenarts tot een geneticus en van een geoloog tot een herpetoloog (iemand die zich specialiseert in reptielen en amfibieën). Daar komen de gesprekken met medewerkers van de dierentuin en dierenactivisten nog bovenop. Want van die levensvraag keert ‘Life and Other Problems’ steeds weer terug naar giraffe Marius.
Bewustzijn
Wat als vraag aan de empirische wetenschap wordt gepresenteerd, blijkt al snel vooral een filosofische vraag te zijn. In het licht van de ethische discussie die ‘de zaak Marius’ opwerpt, is de vraag namelijk niet ‘wat is leven’, maar ‘wanneer heeft leven waarde?’ Zeker wanneer het feit dat Marius door de dierentuin als overbodig wordt verklaard, bij Kestner de vraag oproept hoe overbodig hij zelf is, wanneer je zijn leven evolutionair beschouwt. Zijn kinderen staan steeds meer op eigen benen, heeft hij daarmee zijn rol in de kudde vervuld?
Hierdoor blijft er iets wringen in de documentaire, want Kestner lijkt nooit helemaal tevreden met de wetenschappelijke redenaties van zijn sprekers. Hij probeert Holst, maar ook andere wetenschappers, regelmatig met zijn vragen richting dat filosofische te trekken. Bijvoorbeeld door vragen te stellen in termen van goed en fout en door te spreken over de zin, de waarde en het doel van leven. Of doordat hij de wetenschappelijke argumenten van zijn bronnen vervolgens laat doorklinken in de persoonlijke en meer filosofische mijmeringen in de voice-overs.
Daar komt bij dat er soms bepaalde aannames in Kestners redenaties besloten liggen. Een van de wetenschappelijke conclusies die de filmmaker presenteert is het feit dat schimmels en cellen een bewustzijn hebben, net als Marius en Kestner zelf. Daarmee duwt hij zijn verhaal toch in de richting van een vorm van bewustzijn als onderdeel van een waardevol leven, zonder dit wetenschappelijk of filosofisch expliciet te beargumenteren.
Kestner zegt in zijn film dat het leven ergens in de nabijheid van de geboorte begint en ergens in nabijheid van de dood eindigt. ‘Life and other problems’ begint en eindigt ergens in de nabijheid van antwoorden. De documentaire komt eerder met mogelijke argumenten dan met heldere conclusies en balanceert vaak op de grens tussen wat we weten en wat we vinden of voelen. De kijker mag zelf tot zijn eigen slotsom komen.