Digitale communicatie helpt ouderen om herinneringen op te halen én om bij de tijd te blijven. Maar online contact is geen oplossing voor eenzaamheid.
Vaak wordt gedacht dat ouderen niet of weinig online zijn. Toch blijkt dat nogal mee te vallen. De afgelopen jaren is de helft van de 75-plussers zelfs dagelijks online, zo blijkt uit onderzoek van het CBS. “De leeftijd van de groep die niet digitaal vaardig genoeg is, schuift steeds verder op”, zegt Marije Blok. Zij promoveerde dit jaar aan de Vrije Universiteit Amsterdam op het gebruik van digitale middelen onder ouderen.
Wel gebruiken ouderen digitale toepassingen, zoals bijvoorbeeld sociale media, anders dan jongeren. Ze zitten op andere platforms, zoals Facebook, en maken gebruiken van andere devices, zoals tablets en de smart-tv. Maar ze maken dus net zo goed gebruik van digitale middelen. “De groep mensen die nooit online is, wordt steeds kleiner. Mensen die op deze manier geïsoleerd zijn, vormen echt een minderheid.”
Alledaagse dingen
Uit het onderzoek van Blok bleek bovendien dat het aanleren van digitale vaardigheden voor ouderen niet de belangrijkste drempel vormt. Dat zit veel meer in de waarde die ouderen hechten aan digitale middelen. “Ouderen zien niet altijd de toegevoegde waarde ervan”, licht Blok toe. “Maar waar ze die wel zien, doen ze volop mee. Contact houden met de belangrijkste mensen in hun leven, zoals kinderen en kleinkinderen, is een goed voorbeeld. Dat doen ze vaak via Whatsapp. Mantelzorgers vertelden mij soms dat ouderen in een familiegroepsapp zaten zonder zelf echt deel te nemen aan het gesprek. Maar daardoor krijgen ze wel het gevoel dat ze erbij horen, dat ze nog meedoen in de maatschappij.”
“Het gebruik van digitale toepassingen helpt ouderen ook als ze meer beperkingen krijgen, om meer regie te ervaren over hun leven”, vervolgt Blok. “Ik sprak bijvoorbeeld iemand die niet goed meer kon praten, maar via Wordfeud veel gesprekken had met bekenden. En mensen die zeiden: ik mail liever met bekenden, want dan kan ik wat langer nadenken dan in een-op-eencontact. Of een vrouw die foto’s maakte van de boodschappen die ze nodig had. Dus ouderen gebruiken technologie voor alledaagse dingen en vinden dan vaak heel creatieve oplossingen.”
Herinneringen
In één van haar studies keek Blok naar de functie die digitale middelen hebben bij het ophalen van herinneringen. Een groep van 75-plussers hield gedurende 3 weken een dagboek bij. Daarin noteerden ze de situaties waarin ze herinneringen ophaalden. Het bleek dat het internet hen in staat stelde om terug te gaan in de tijd, en dus hielp om herinneringen op te halen. “Mensen vinden bijvoorbeeld oude vrienden terug via Facebook, of gebruiken Google Streetview om door een straat te lopen waar ze vroeger hebben gewoond. En op YouTube zoeken ze vaak muziek op van vroeger.”
Het viel de onderzoeker ook op dat er tegenwoordig allemaal apps ontwikkeld worden speciaal gericht op ouderen. Maar als je kijkt wat ouderen gebruiken, dan zijn het eigenlijk vooral de ‘gewone’ apps, zoals Whatsapp, e-mail en Facebook. “Daarmee kunnen ouderen zich prima redden. Zo sprak ik een vrouw die ’s ochtends een hartje stuurt aan haar kinderen als teken van leven. Daar heb je dus geen speciale medische app voor nodig. Bovendien hebben ouderen minder dan jongeren behoefte aan het uitproberen van allerlei nieuwe technologische snufjes.”
Ook bleek uit het onderzoek van Blok dat ouderen digitale middelen vooral op een hybride manier inzetten, om activiteiten in de offline setting te versterken. “Zo was er een vrouw wiens geheugen achteruitging. Zij keek graag met haar dochter foto’s op haar tablet. Of in een zorgboerderij die ik bezocht, gebruikten mensen Pinterest ter inspiratie om een vogelhuisje in elkaar te knutselen.”
Mix
Binnen het onderzoek werd ook een vragenlijst uitgezet onder zo’n 1300 ouderen. Dit was een onderdeel van de zogeheten LASA-studie (Longitudinal Aging Study Amsterdam), waarbij sinds 1992 een grote groep ouderen in Amsterdam wordt gevolgd die om de paar jaar vragenlijsten invullen. Daaruit bleek onder meer dat ouderen online minder over zichzelf delen dan jongere mensen. “Maar ook offline delen ze minder over zichzelf. Dat heeft dus weinig te maken met online versus offline, maar veel meer met processen in het ouder worden.”
In deze laatste studie keek Blok ook of online communicatie eenzaamheid bij ouderen kan verminderen, maar dat bleek niet zo te zijn. “Het hielp ouderen wel om hun netwerk te onderhouden en hulp om zich heen te organiseren. Dus het heeft zeker een toegevoegde waarde. Om zich minder eenzaam te voelen is een mix van online en offline contact voor ouderen van belang – en daarin kunnen digitale middelen zeker een rol spelen.”