In de toekomst krijgt Nederland te maken met een toenemende verzilting van de kustgebieden. In de Haarlemmermeerpolder is die verzilting al aan de gang. De herkomst van het zout gaat duizenden jaren terug, toen de kustlijn nog diep landinwaarts lag. Promovendus Joost Delsman pleit voor een slimmer waterbeheer.
Het grondwater in onze kustgebieden bevat steeds meer zout. Anders dan vaak wordt gedacht, is dit water niet afkomstig van de huidige Noordzee; daar stroomt het grondwater te langzaam voor. De huidige verzilting wordt grotendeels veroorzaakt door veel ouder zout, dat duizenden jaren geleden in de bodem is geïnfiltreerd. Dit zoute water, dat zwaarder is dan zoet regenwater, is tot enkele honderden meter diep in de bodem gezakt en vindt zijn weg nu weer omhoog.
Hydroloog Joost Delsman promoveert binnenkort op verzilting van sloten door zout grondwater en deed onderzoek in de Haarlemmermeerpolder. Boeren in deze polder hebben nu al last van zout grondwater, is zijn stellige overtuiging. “De verwachting is dat we steeds vaker te maken zullen krijgen met een tekort aan zoet (rivier-)water door drogere zomers. Nu komen die tekorten eens per tien jaar voor. Bij gebrek aan zoet water kunnen de polders minder goed doorgespoeld kunnen worden en dringt het zoute grondwater verder door naar het oppervlak.”
Barsten in het basisveen
“Het zoute grondwater vindt nu met name een weg naar boven op plaatsen waar zich barstjes in het 10 cm dikke basisveen bevinden”, vertelt Delsman. “Die barstjes, waardoor het grondwater naar het oppervlak sijpelt, zijn de zogeheten ‘wellen’.”
Het basisveen is de oudste veenlaag in de ondergrond van Nederland. Het vormde zich toen de grondwaterstand in het begin van het Holoceen steeg en er veenmoerassen ontstonden. Deze werden later overspoeld door de stijgende zeespiegel.
“Het probleem van verzilting is typisch voor de kustregio van het westen van Nederland”, vertelt Delsman. “Het zoute grondwater vinden we tot wel enkele tientallen kilometers landinwaarts, tot aan de oude transgressiegrens: tot waar de Noordzee is gekomen tijdens hoge zeewaterstanden. Tussen 8000 en 2000 jaar geleden kwam de zee maximaal landinwaarts. Het zout water infiltreerde in de bodem. In Noord-Nederland en de Zeeuwse delta is het zeewater tot nog later ver landinwaarts gekomen.
Slechte oogst
Hoewel het moeilijk hard te maken is, is Delsman ervan overtuigd dat boeren nu al te maken hebben met een slechtere oogst door beregening uit zoute sloten. “Het zoutgehalte wordt niet systematisch gemeten en bovendien is het niet eenvoudig om de precieze oorzaak van een slechtere opbrengst rechtstreeks met de zoutvracht in verband te brengen. Een slechte oogst kan ook te maken hebben met overmatige regenval, perioden van droogte of de ziektedruk.” In de Haarlemmermeerpolder worden veel aardappels geteeld, maar ook bloemen zoals pioenrozen, die een stuk gevoeliger zijn voor zout.
Slimmer waterbeheer
De Haarlemmermeerpolder wordt doorgespoeld met Rijnwater, en het is nu juist dit zoete rivierwater dat in de toekomst in sommige periodes schaars zal zijn. Bovendien vindt de doorspoeling van de polder niet zo efficiënt plaats omdat het doorspoelwater maar in een beperkt aantal sloten komt en snel te zout wordt voor gebruik. Van oudsher is het waterbeheer in Nederland gericht op het snel afvoeren van een teveel aan water en was er minder oog voor watertekortsituaties. Delsman pleit er daarom voor om beter te kijken waar en wanneer inlaatwater nodig is, om zo de inlaat van zoet rivierwater te beperken.
De beschikbaarheid van zoetwater voor de Haarlemmermeer wordt overigens niet alleen door de aanvoer van de Rijn bepaald, maar ook door de mate waarin het zoute water vanuit de Noordzee direct binnendringt via de rivier (de zoutwatertong).
“Tegen verzilting van de bodem kun je in principe weinig doen en het zal alleen maar erger worden”, aldus Delsman. Het is een natuurlijk proces. “We moeten daarom toe naar een slimmer waterbeheer”, is zijn boodschap. “We zullen slimmer moeten gaan doorspoelen, zodat je water bespaart. Dat betekent dat je niet de hele periode van 1 april tot 1 oktober doorspoelt, maar de periodes selecteert waarin het echt nodig is. Of bewuster te kijken waar bepaalde zoutgevoelige gewassen binnen een polder het best kunnen worden geteeld. Ook zou je in de sloten waarin wellen uitkomen een hoger peilbeheer kunnen introduceren.”
Animatie
Delsman nam monsters in de vaart en de sloten in de Haarlemmermeerpolder en gebruikte deze voor zijn grondwatermodellen. In samenwerking met onder meer geoloog Peter Vos maakte hij een animatie van de verzilting van het grondwater vanaf 8500 jaar geleden tot nu. De animatie (klik op het filmpje hieronder) kwam tot stand doordat ieder waterdeeltje een eigen kleur kreeg, afhankelijk van de leeftijd en herkomst (zoals regenwater of geïnfiltreerd tijdens een oude transgressie). Dateren van water gebeurt onder meer met de C14-methode vanwege de aanwezigheid van CO2 dat in het water is opgelost. Hiermee kan worden vastgesteld of het waterdeeltje vóór of na 10.000 jaar geleden in het grondwater terecht is gekomen.
http://youtu.be/BUfSIVfxxvY