Samenwerken in de wetenschap wordt steeds makkelijker. Door veel data te verzamelen en te delen worden wetenschappelijke experimenten krachtiger.
Onlangs kwam in mijn Twittertijdlijn een mooi voorbeeld langs hoe wetenschappers hun krachten bundelen: psychologen voeren bestaande experimenten opnieuw uit met universiteiten over de hele wereld. Door samen te werken kunnen de onderzoekers veel data verzamelen (meer dan 6000 participanten per onderzoek!) en daardoor met meer zekerheid bepalen hoe sterk een psychologisch effect is.
In deze grafiek van een eerder samenwerkingsproject is ieder punt een experiment van een onderzoeksgroep ergens in de wereld. Hoe verder een punt van de verticale lijn ligt, hoe sterker het bestudeerde effect is. Sommige effecten blijken sterker dan gedacht, en sommige lijken helemaal niet te bestaan!
Dit soort grote samenwerkingen en nieuwe inzichten zijn alleen mogelijk als het onderzoekstraject open is. Dit kan bijvoorbeeld door data, analyses, of voorlopige resultaten voor iedereen beschikbaar te maken. Dit wordt steeds makkelijker door online platforms zoals figshare, het open science framework, of ArXiv.
Privacygevoelige data
Helaas is het soms belangrijk voor wetenschappers om hun data, methoden, en materialen voor zichzelf te houden. Bijvoorbeeld omdat een onderzoek privacygevoelig is, of doordat onderzoekers de enige willen zijn die over hun eigen data publiceren. Want: als je veel publiceert heb je meer kans grote beurzen binnen te halen om meer onderzoek te doen. Als je data deelt kan iedereen het gebruiken, óók je concurrenten.
Als onderzoeker in de statistiek verzamel ik zelf geen data en hoef ik gelukkig niet bang te zijn dat anderen van mijn data gebruik maken. Maar ik heb er wel heel veel baat bij: ik doe onderzoek naar hoe je data analyseert, en dan helpt het nogal als je open datasets van allerlei bronnen kunt gebruiken. Ik doe wel zo veel mogelijk aan “open science”, bijvoorbeeld door een manuscript van mijn artikel online te zetten of door al mijn code beschikbaar te maken.
Er zijn dus twee kanten aan dit verhaal – enerzijds is het belangrijk voor de wetenschap dat we onderzoek open maken, maar anderzijds willen wetenschappers dat niet altijd omdat hun carrièrekansen daardoor misschien wel kleiner worden. Hoe moet dat nou?
Science Europe to the rescue
In september is een ambitieus plan gestart door de Europese wetenschapsfinanciers: Plan S. Dit is een plan om alle wetenschap vanaf 2020 open te maken voor iedereen. Hoe dat het beste kan is nog niet helemaal zeker, maar resultaten en data zullen in ieder geval zo veel mogelijk openbaar gemaakt moeten worden. Mooi nieuws voor mij als gebruiker van open data!
Het is fantastisch dat juist de wetenschapsfinanciers met dit plan komen, want misschien wordt het hierdoor ook belangrijk voor de carrière van individuele wetenschappers om hun materialen openbaar te maken. Ik hoop dat wetenschappers over een aantal jaar gek aangekeken worden als ze vertellen dat hun data niet openbaar is.
Met de komst van allerlei online platforms en de steun van de wetenschapsfinanciers zie ik de toekomst van de open wetenschap rooskleurig in! Wil je nu meer lezen over de voor en nadelen van open science dan is Wikipedia een mooi startpunt. Wikipedia is zelf ook een prachtige open science samenwerking!