Naar de content

Op de Nederlandse crèche zit Engels niet in de weg

Twee kinderen zitten op een schommel in een achtertuin.
Twee kinderen zitten op een schommel in een achtertuin.
Pixabay, kokabdeen

Kinderen die op de kinderdagopvang Nederlands én Engels horen, worden beter in Engels. Bovendien heeft het Engels geen nadelig effect op hun Nederlandse taalontwikkeling. Dat blijkt uit onderzoek van de UvA. De minister wil de meertalige opvang daarom wettelijk mogelijk maken.

21 februari 2022

Tweetalig onderwijs vinden we in Nederland inmiddels heel gewoon. Er zijn al veel middelbare scholen waar je lessen de ene keer in het Nederlands en de andere keer in het Engels zijn, en er komen ook steeds meer tweetalige basisscholen. Maar meertaligheid op de kinderopvang is wettelijk niet toegestaan. Daar komt snel verandering in als het aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ligt.

Twee kinderen zitten op een schommel in een achtertuin.

Lees meer artikelen over onderzoek naar meertaligheid op NEMO Kennislink via deze link.

Pixabay, kokabdeen

Een maand geleden maakte de nieuwe staatssecretaris bekend dat er een wetsvoorstel in de maak is om meertalige kinderopvang toe te staan. Aanleiding voor dit besluit is een onderzoeksrapport van een team van taalwetenschappers van de Universiteit van Amsterdam. Uit hun onderzoek kwam naar voren dat het aanbieden van een extra taal – in dit geval het Engels – aan kleuters op de kinderopvang geen nadelige invloed heeft op hun Nederlandse taalontwikkeling. Er zijn zelfs aanwijzingen dat meerdere talen elkaar versterken.

Ruim 70 verschillende thuistalen

In opdracht van het ministerie deed het UvA-onderzoeksteam een grootschalige studie tussen 2018 en 2022 aan tien koepels van meertalige (Nederlands-Engelse) kinderdagverblijven. “Officieel bestond de meertalige kinderopvang nog niet voordat wij aan ons onderzoek begonnen”, licht Josje Verhagen toe. Zij is een van de onderzoekers en gespecialiseerd in meertalige ontwikkeling.

“Toch zijn er al zo’n twintig jaar kinderdagverblijven die ook Engels aanbieden, op basis van een speciale regeling voor expats. Als er meerdere expatkinderen op een crèche zitten, mag je in Nederland een andere taal gebruiken naast het Nederlands. Die kinderdagverblijven deden dus mee aan ons onderzoek, maar er waren er ook die speciaal voor dit onderzoek begonnen met het aanbieden van Engels.”

Zijn het dan vooral expats die hun kinderen naar een meertalige opvang brengen? Nee, die groep is veel breder, legt de onderzoeker uit. “In de Randstad zagen we wel dat de meeste kinderen uit expatgezinnen kwamen. Maar in Nijmegen en Enschede bijvoorbeeld was de taalachtergrond van de kinderen heel divers: er waren kinderen die thuis alleen maar Nederlands hoorden, en kinderen die thuis meerdere talen meekregen. We hebben meer dan zevenhonderd kinderen getest, en telden ruim zeventig verschillende thuistalen.”

Engels en Nederlands door elkaar

De deelnemende kinderdagverblijven moesten aan twee eisen voldoen: ze mochten niet meer dan 50 procent Engels aanbieden en de pedagogisch medewerkers die Engels spraken moesten minimaal niveau B2 hebben. Daarmee kun je je aardig redden in het Engels. “Onder de leidsters waren zowel native speakers (niveau C2), als leidsters die Nederlands als moedertaal hadden en speciaal voor dit onderzoek hun Engels gingen bijspijkeren naar B2-niveau”, legt Verhagen uit.

Het Europees Referentiekader voor de Talen (ERK) onderscheidt zes beheersingsniveaus voor vreemde talen. A1 en A2 zijn niveaus van de basisgebruiker, B1 en B2 van de onafhankelijke gebruiker die zich zelfstandig kan redden in de taal, en C1 en C2 van de vaardige gebruiker die de taal met veel gemak spreekt. Een moedertaalspreker zit op C2-niveau.

Verder stond het de crèches vrij om te kiezen op welke manier ze Nederlands en Engels aanboden. Sommige kozen voor de ‘one teacher one language’-aanpak. Dat betekent dat elke leidster ofwel Nederlands ofwel Engels spreekt met de kinderen. Meertalige gezinnen kiezen hier ook vaak voor: dan spreekt de vader bijvoorbeeld Nederlands en de moeder Engels. Zes van de tien kinderdagverblijven deden het op deze manier, maar volgens Verhagen is het in de thuissituatie niet per se de beste methode. “Onder het grote publiek leeft nogal het idee dat dit de beste strategie is in een meertalige opvoeding. Toch blijkt uit onderzoek dat het voor de taalontwikkeling van kinderen niet uitmaakt of die talen door elkaar heen of gescheiden worden aangeboden.”

Je kunt twee talen op verschillende manieren naast elkaar aanbieden.

Franziska Köder voor NEMO Kennislink

Er zijn dus ook andere manieren om Engels en Nederlands aan te bieden, waarbij de talen meer afgewisseld worden. “Sommige crèches kozen vaste momenten om Engels te praten. Dan haalden ze bijvoorbeeld een handpop tevoorschijn en gingen Engelse liedjes zingen met de kinderen. Andere gebruikten de sandwich-methode: dan begin je een zin in het Nederlands, herhaal je diezelfde zin in het Engels en eindig je weer met dezelfde zin in het Nederlands.”

Met video-opnames legden de onderzoekers vast hoe de gesprekjes op het kinderdagverblijf verliepen. “Dat gaf veel inzicht. In de crèches die de ‘one teacher one language’-methode hanteerden, zagen we dat de talen soms door elkaar liepen. Als de leidsters Engels spraken en de kinderen in het Nederlands antwoordden, stonden ze dat Nederlands toe. En als het kind verdrietig was zag je ook vaak dat ze van taal wisselden. Hoewel ze op papier aangaven dat ze de talen strikt gescheiden hielden, gebeurde dat in de praktijk veel minder. En dat is maar goed ook, wat je wilt niet dat kinderen niet begrepen worden. Sociaal en emotioneel moeten ze zich natuurlijk ook goed ontwikkelen.”

Taalspelletjes

Om de taalontwikkeling van de kinderen in kaart te brengen, namen de onderzoekers verschillende testjes af, op vier verschillende meetmomenten. Voor de kinderen waren het een soort spelletjes, waarbij hun Engelse en Nederlandse woordenschat werd gemeten. De uitkomsten van het onderzoek lieten een positief effect zien van het Engels: voor alle kinderen gold dat hun Engelse woordenschat toenam naarmate ze op de opvang meer Engels hoorden. Bovendien had het Engels geen negatieve invloed op hun Nederlandse taalontwikkeling. Verhagen: “Dat was een belangrijke uitkomst voor het ministerie. Van tevoren lag er de vraag of meertalige opvang ten koste zou gaan van de Nederlandse taalontwikkeling. Daar vonden wij geen enkele aanwijzing voor.”

In het onderzoek was speciale aandacht voor kinderen die thuis geen Nederlands horen. Als zij naar de basisschool gaan, moet hun Nederlandse taalontwikkeling immers wel op hetzelfde niveau zitten als dat van hun leeftijdsgenoten. Het onderzoek liet zien dat deze kinderen logischerwijs wel een lager taalvaardigheidsniveau bezaten. Maar ook voor deze groep gold dat meer Engels op de crèche geen negatieve invloed had op hun Nederlandse taalontwikkeling.

Verhagen: “Nederlands is de omgevingstaal; de taal die kinderen horen op heel veel andere plekken, en het maakt wellicht niet uit of je 60, 80 of 90 procent Nederlands hoort op het kinderdagverblijf.”

Talen versterken elkaar

Op basis van deze uitkomsten bracht het onderzoeksteam een positief advies uit over meertalige kinderopvang, dat de minister inmiddels heeft overgenomen. “Wel moet er nog worden nagedacht over de precieze voorwaarden”, zegt Verhagen. Het gaat dan om vragen als hoeveel procent van de tijd een andere taal gesproken mag worden en welke taaleisen er gesteld worden aan de pedagogisch medewerkers. Maar ook om de vraag welke talen toegestaan zijn.

De onderzoekers pleiten ervoor om deze vorm van opvang zo toegankelijk mogelijk te maken voor kinderen uit alle sociale milieus, ook door andere talen dan het Engels toe te staan op het kinderdagverblijf. “Uit internationaal onderzoek blijkt dat talen elkaar kunnen versterken. Als kinderen thuis bijvoorbeeld Turks spreken en ze horen Turks en Nederlands op de crèche, dan kan het Turks ze helpen als opstapje naar het Nederlands. Zeker als je het op de juiste manier aanbiedt, en de talen aan elkaar verbindt. Kinderen kunnen prima twee talen tegelijk leren.”

Meer over project MIND lees je op deze pagina van de UvA. Je vindt er onder andere het onderzoeksrapport en de brief van de minister aan de Tweede Kamer. Een livestream met een presentatie van het onderzoek vanuit De Balie kun je hier terugkijken. Meer artikelen over meertaligheid op NEMO Kennislink vind je hier.
ReactiesReageer