Nederlands, Engels, Frans en andere talen die tot de Indo-Europese taalfamilie behoren hebben zoveel overeenkomsten dat er sprake moet zijn van één gezamenlijke oertaal. Waar deze oude taal ooit gesproken werd is al lang onderwerp van discussie. Nieuw-Zeelandse taalwetenschappers denken een antwoord te hebben.
Het Nederlands is hoorbaar verwant aan het Duits en aan het Engels, maar ook aan het Grieks en zelfs aan het Perzisch. Samen met nog zo’n 400 andere talen maken ze deel uit van de Indo-Europese talen, de grootste taalfamilie ter wereld. Taalkundigen vermoeden dat de Indo-Europese talen terug te voeren zijn op één oertaal, het zogenaamde Proto-Indo-Europees. Hoe dat precies klonk is moeilijk te achterhalen, omdat er geen geschreven bronnen bestaan. Wel zijn er redelijk betrouwbare reconstructies gemaakt.
Goede dag/nacht!
Dieum/nokwtm h’sum!
(Bron: Alain Corbeau, Hoe en wat in het Proto-Indo-Europees)
Op de vraag waar het Proto-Indo-Europees ooit werd gesproken zijn twee mogelijke antwoorden. Vaak wordt aangenomen dat deze taal zijn wortels heeft op de steppen ten noorden van de Zwarte Zee. Maar een rivaliserende theorie zegt dat de bron van deze oertaal in Anatolië, het huidige Turkije ligt. Dit is een langlopende discussie die nog niet definitief in het voordeel van een van de kampen beslecht is. Een groep Nieuw-Zeelandse, Belgische en Nederlandse taalkundigen hebben met een nieuwe methode beide mogelijkheden nog eens getest.
De groep, onder leiding van Remco Bouckaert van de Universiteit van Auckland, leenden voor hun onderzoek een methode waarmee biologen de verwantschap tussen verschillende virussen bepalen op basis van gelijkenissen in hun DNA. Door veranderingen in DNA terug te volgen in de tijd kunnen biologen de ‘oervariant’ van zo’n virus vaststellen. In plaats van soorten vergeleken de taalkundigen talen en in plaats van gelijkenissen in DNA zochten de taalkundigen naar gelijkenissen in woorden.
Deze gelijkenissen heten ‘cognaten’. Het zijn verschillende woorden met een gemeenschappelijke herkomst. In hoeverre verschillende talen cognaten delen zegt iets over hun verwantschap. Door in kaart te brengen hoe cognaten ontstaan en weer verdwijnen is de ontwikkeling terug te volgen tot een enkele oertaal. Ongeveer op de manier als in een familiestamboom.
Een van de betrokken taalwetenschappers is Michael Dunn van Max Planck Institute for Psycholinguistics in Nijmegen. “Wat nieuw is aan ons onderzoek is dat we niet alleen konden achterhalen wanneer het Proto-Indo-Europees ontstaan moet zijn”, zegt hij. “Door gegevens te verzamelen over waar de verschillende talen gesproken worden – of gesproken werden, in het geval van uitgestorven talen – konden we voor het eerst ook de geografische herkomst van de oertaal herleiden. Die geografische data wijst er overduidelijk op dat het Proto-Indo-Europees in Anatolië ontstaan is.”
Meeliften met de landbouw
De oorsprong van het Proto-indo-Europees ligt volgens deze onderzoekers in het hedendaagse Turkije. De oertaal zou daar 7000 tot 10.000 jaar geleden gesproken. Duidelijke steun voor de Anatolië-hypothese dus. Onderdeel van de hypothese is dat de verspreiding van de Indo-Europese taalfamilie parallel liep met de verspreiding van de landbouw, die zich ook in die tijd via Anatolië over Europa verspreidde.
Dat is ook niet onwaarschijnlijk, want bij de verspreiding van veel andere grote taalfamilies ging het precies zo, schrijven de onderzoekers. Ook komen de resultaten van de taalwetenschappers overeen met archeologische vondsten die de verspreiding van de landbouw in kaart brengen.
De hypothese dat onze taalfamilie van de steppen rond de Zwarte Zee komt mag voorlopig niet helemaal overboord. De onderzoekers maken weliswaar aannemelijk dat het Proto-Indo-Europees in Anatolië ontstaan is, ze wijzen er ook op dat de landbouw niet de enige manier kan zijn waarop de taalfamilie zich vervolgens over heel Europa heeft uitgebreid. In West-Europa begonnen Indo-Europese talen zich bijvoorbeeld pas 2000 tot 4500 jaar geleden te ontwikkelen. Dat is lang nadat de landbouwrevolutie zich voltrok. En uit de archeologie blijkt dat juist in die periode steppenvolken uit het oosten richting Europa trokken.
http://www.youtube.com/watch?v=0pa7SPns8fQ