Naar de content

Ook de vergeten doden tellen

Naamloze slachtoffers van oorlog en terreur opsporen met statistiek

wikipedia

Tijdens oorlogen en opstanden is vaak heel onduidelijk hoeveel slachtoffers er vallen. De Human Rights Data Analysis Group zet statistische technieken in die ook worden gebruikt voor het tellen van schuwe diersoorten om de onzekerheidsmarges drastisch verkleinen. Dat is belangrijk voor politieke beslissingen, en om achteraf recht te spreken – als dat er ooit van komt.

28 september 2015

Gewonden worden in Aleppo (Syrië) naar een ziekenhuis gebracht.

wikipedia

Van maart tot juni 1999 werden tussen de negen- en twaalfduizend burgers en opstandelingen gedood bij een terreurcampagne van het Servische leger tegen de Albanese bevolking van Kosovo. Dat althans concludeert een rapport uit 2002, hoewel er maar 4400 gedocumenteerde sterfgevallen waren. Het rapport, opgesteld door de Human Rights Data Analysis Group (HRDAG), wekte dan ook scepsis en kritiek. Waar haal je een slordige vijfduizend onopgemerkte sterfgevallen vandaan?

Al of niet ingrijpen

Niettemin werd hun schatting in 2010 door twee onderzoeken bevestigd, toen er weer vrede was en uitgebreid onderzoek ter plekke mogelijk werd. HRDAG is een in de Verenigde Staten gevestigde organisatie met als kerntaak om zo goed mogelijk de boekhouding van gewelddadige conflicten bij te houden. Dat is vaak belangrijk bij beslissingen van de internationale gemeenschap om al of niet in te grijpen. En natuurlijk ook achteraf, om verantwoordelijken aan te wijzen en zo mogelijk te berechten.

Nieuwsmedia publiceren graag dit soort grafiekjes, maar die zijn gebaseerd op een simplistische inventarisatie uit allerlei bronnen. Betrouwbaar zijn ze daarom allerminst. Onderzoekster Megan Price van HRDAG: “Media moeten persoonlijke verhalen vertellen, maar dienen de analyse van gegevens eigenlijk aan ons over te laten. Helaas duurt dat te lang, ik snap ook wel dat de media daar niet op gaan wachten.”

wikipedia

HRDAG stuurt niet zelf waarnemers naar conflictgebieden, maar maakt gebruikt van zoveel mogelijk al bestaande bronnen en leidt uit alle data gezamenlijk een totaalbeeld af. Dat is zeker niet alleen maar een kwestie van slachtoffers turven. Zie bijvoorbeeld de Syrische burgeroorlog: allerlei hulp-organisaties en individuen rapporteren over de zeer chaotische strijd. Dezelfde slachtoffers worden soms door meerdere bronnen gerapporteerd. Van andere slachtoffers brengt niemand de dood naar buiten.

Volkomen verkeerd beeld

Megan Price, onderzoekster bij het HRDAG, hield over dit werk een lezing op het derde Heidelberg Laureate Forum. Dit is de jaarlijkse bijeenkomst, in augustus, van de winnaars van de belangrijkste wiskunde- en informaticaprijzen. “Als je alleen maar de aantallen slachtoffers optelt die diverse partijen rapporteren, kun je een volkomen verkeerd beeld krijgen van een conflict.” Dat is van veel meer dan louter boekhoudkundig belang. Bijvoorbeeld wanneer nieuwsmedia, door een naïeve manier van tellen, berichten dat een conflict oplaait nadat nog een partij zich in de strijd heeft gemengd. Of ze brengen juist het bericht dat een nieuwe ontwikkeling leidde tot een flinke daling van het wekelijkse aantal slachtoffers. Dat kan grote invloed hebben op de beslissing door Westerse landen om te interveniëren. Of om een van de partijen te steunen met wapens of geld.

In een gewelddadig conflict zijn er altijd meerdere, maar onvolledige en wellicht partijdige bronnen over slachtoffers. Een eerste stap in de analyse is zo goed mogelijk tellen hoeveel gevallen meermaals gerapporteerd zijn. Dat is door onvolledige informatie overigens niet altijd met zekerheid te zeggen.

hrdag

Er bestaan wiskundige technieken om uit zulke rommelige gegevens toch redelijk betrouwbare schattingen te destilleren: de zogeheten Multiple Systems Estimation (MSE). Een in principe simpele, maar zeer arbeidsintensieve opschoning van de data betreft hierbij de-duplicatie: zorgen dat alle meldingen van sterfgevallen herleidbaar zijn tot unieke individuen. Je wilt natuurlijk geen database waarin sommige personen onder verschillende namen meer dan één keer gesneuveld zijn. Tot januari 2014 had HRDAG in het Syrische conflict 260.000 meldingen over een gesneuvelde geteld, maar na de-duplicatie bleven daar nog 93.000 van over. Dat zijn de gedocumenteerde gevallen. Wat kun je zeggen over het werkelijke aantal gesneuvelden?

MSE maakt gebruik van wiskundige technieken die ooit zijn ontwikkeld om te schatten hoeveel exemplaren van een diersoort, bijvoorbeeld hazen, nog in een gebied leven. Het basisprincipe is capture-recapture. Je vangt dan eerst, zoveel mogelijk in het wilde weg, een stuk of honderd hazen en geeft ze een merkteken. Een paar weken later kom je terug en grijp je weer een stuk of honderd hazen. Als de populatie niet al te groot is, heb je de tweede keer ook een paar hazen gevangen die al gemerkt zijn. De relatieve grootte van deze overlap tussen de twee steekproeven levert een schatting op voor de omvang van de totale populatie (zie bovenstaand illustratiebijschrift voor uitleg met formules). Uiteraard is dit een schatting met een onzekerheidsmarge, waarvan de grootte eveneens afhangt van A, B en M.

Dit is ook de manier, waarop je de vele naamloze slachtoffers van een chaotisch gewelddadig conflict toch kunt laten meetellen. Zulke methodes zijn eerder gebruikt om te schatten hoeveel hiv-geïnfecteerden er rondlopen in een bevolkingsgroep waar dat een taboe is en zelfs het aantal lesbiennes in een zeer conservatieve regio in de Verenigde Staten. Daarbij is ook in de praktijk gebleken, dat MSE werkt en betrouwbare schattingen met een redelijke onzekerheidsmarge oplevert.

Overlappende steekproeven

Vertaald naar een oorlog als in Syrië, is elke organisatie die in een zekere periode ter plekke data over slachtoffers verzamelt een steekproef. Als meerdere bronnen onafhankelijk van elkaar hetzelfde slachtoffer rapporteren, is dit een overlapping tussen twee of meer steekproeven. Als je meer dan twee steekproeven uit een populatie neemt, kun je meer geavanceerde technieken toepassen om ook nog in rekening te brengen dat sommige steekproeven mogelijk niet onafhankelijk van elkaar zijn. Zo heeft HRDAG de vergeten doden van het conflict in Kosovo en vele andere in kaart kunnen brengen.

Tijdens haar lezing in Heidelberg gaf Price het voorbeeld van een fase tijdens de burgeroorlog in Syrië toen media berichtten dat de hevigheid van de strijd was afgenomen. Dit was gebaseerd op het simpelweg tellen van gerapporteerde slachtoffers. De analyse van HRDAG toonde aan dat de overlap tussen de diverse rapportages was afgenomen. Uit de berekening rolde dat de strijd juist was opgelaaid. Price: “Als je afgaat op berichten in de media, kun je volkomen verkeerde conclusies trekken over zulke conflicten.”

Helaas kosten analyses zoals het HRDAG die doet tijd. Tijd die nieuwsmedia zichzelf niet zullen gunnen, dat snapt Price ook. Toch pleit ze ervoor dat de media zich meer beperken tot waar ze wel goed in zijn: verslaggeving van persoonlijke verhalen, de slachtoffers een gezicht geven. En allerlei statistieken en infographics van gewapende conflicten die op redacties in één dag in elkaar gezet worden, die moeten lezers en kijkers met een flinke korrel zout nemen.

Bron
ReactiesReageer