Regelmatig wordt de Nederlandse geschiedenis ingezet en geclaimd in het debat over de nationale identiteit. Dat zat veel historici niet lekker, dus schreven ze de Wereldgeschiedenis van Nederland, een dikke pil vol verhalen over hoe het wel zit.
Het onlangs uitgekomen boek Wereldgeschiedenis van Nederland is op Twitter al weggezet als linkse hobby, vertelt Marjolein ‘t Hart, één van de redacteuren van het boek. Ze is bijzonder hoogleraar Geschiedenis van Staatsvorming in Mondiaal Perspectief aan de Vrije Universiteit Amsterdam en hoofd van de afdeling Geschiedenis bij het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis. “Totaal onterecht! Ik zal niet ontkennen dat de meeste redacteuren links zijn, maar dat geldt zeker niet voor de ruim honderd wetenschappers die hier aan meegewerkt hebben. Het draagvlak was zeer breed en er zijn ook zeker CDA- en SGP-stemmers onder de auteurs, om maar een voorbeeld te noemen.”
De bedoeling van het boek is juist om geen politieke kant te kiezen, maar het genuanceerde verhaal over de Nederlandse geschiedenis te vertellen. “In het verleden zijn met name politici nog wel eens aan de haal gegaan met de geschiedenis om hun verhaal te bekrachtigen. Dat willen we hier rechtzetten, zonder de Nederlandse geschiedenis zwart te maken of de mooie kanten ervan te ontkennen. Neem bijvoorbeeld Willem van Oranje, die later tot Vader des Vaderlands is gebombardeerd. De goede man sprak waarschijnlijk helemaal geen Nederlands.” Dat geeft toch een ander beeld van deze über-Nederlander.
Monsterproject
Het klinkt als een ingewikkelde klus, een boek schrijven met ruim honderd wetenschappers, maar het ging volgens ‘t Hart vrij soepel. Wat haar nog het meest verbaasde, waren de enorme aantallen enthousiaste reacties van wetenschappers die wilden meeschrijven aan het boek. “In augustus 2017 deden we een oproep en binnen no time hadden we 135 reacties. Niet alleen van historici, maar ook van archeologen, cultuurwetenschappers, letterkundigen, noem maar op. De meesten hadden goede ideeën voor een hoofdstuk en hielden zich netjes aan de voorwaarden. We hebben de uitgever over kunnen halen om geen hoofdstukken te schrappen, waardoor het boek een stuk uitgebreider én dikker is geworden dan de bedoeling was.”
Het boek is naar Frans voorbeeld gemaakt, waarbij elk hoofdstuk een link moest hebben met het buitenland, recente wetenschap moest bevatten en geen opsommend, droog verhaal mocht zijn. “In Frankrijk ontstond veel ophef over dat format. De rechtse politicus Marine Le Pen was furieus, omdat het boek schreef dat de filosoof Descartes (1596-1650), nu een nationale held, zijn boeken in het buitenland moest schrijven. In eigen land werd hij namelijk vervolgd vanwege zijn ideeën.”
Nederland basis voor Engelse macht
Wereldgeschiedenis van Nederland bevat uiteindelijk 116 losse hoofdstukjes in chronologische volgorde die door grotendeels verschillende wetenschappers zijn geschreven. “Met het boek willen we laten zien hoe Nederland zich in de geschiedenis verhield tot andere landen. Welke rol wij speelden in andere landen en hoe het buitenland van invloed is geweest op ons. In het verleden handelden, werkten en reisden mensen namelijk over veel grotere afstanden dan tot enkele decennia geleden werd gedacht.”
Uit het boek blijkt dat wat wij echt Nederlands vinden, vaak geen Nederlandse oorsprong heeft. Een mooi voorbeeld is onze grondwet uit 1848, geschreven door de politicus Thorbecke. Politiek historicus Adriejan van Veen (Radboud Universiteit) noemt het de on-Nederlandse grondwet, omdat de wet gebaseerd is op teksten uit het buitenland. Maar we hebben ons niet alleen maar laten inspireren, Nederland heeft door de eeuwen heen ook veel invloed gehad op het buitenland. ‘t Hart schreef zelf een hoofdstuk over de opkomst van Engeland als wereldmacht door de inbreng van Nederlandse systemen.
“Voor de komst van de Nederlandse Willem III, die in 1689 koning werd van Engeland, was de financiële situatie belabberd in dat land. Door het invoeren van accijnzen, leningenstelsels en een geprofessionaliseerd landleger naar Nederlandse voorbeelden, stegen de staatsinkomsten fenomenaal, kon Engeland een staand leger betalen en vervolgens uitgroeien tot een wereldmacht. Ik zie het als een omgekeerde Brexit. Nu roepen Engelse politici wel hard dat ze zich als land helemaal zelf hebben opgebouwd, maar dat is zeer onterecht. We mogen in Nederland echt wel trotser zijn op deze uitvindingen.”
Geschiedenis in debat
De wetenschappers laten met het boek zien dat de Nederlandse identiteit niet ontstaan is door achter de polderdijken te blijven, maar in wisselwerking met het buitenland. “In het huidige verhitte debat over onze identiteit wordt onze geschiedenis er met de haren bijgesleept. Door te claimen dat we als Nederlanders al eeuwen bepaalde dingen doen, wordt gedrag gerechtvaardigd. Maar dit verhaal is te beperkt.”
“De acceptatie van homo’s bijvoorbeeld, en het benadrukken van hun rechten, wordt vandaag de dag als iets typisch Nederlands gezien en passend bij onze tolerante volksaard. Maar dat valt tegen. Die tolerantie is een importproduct waar we, naar Frans en Duits voorbeeld, heel langzaam naar toe gegroeid sinds het einde van de negentiende eeuw. Om het ons vervolgens toe te eigenen.” Met gay capital Amsterdam als gevolg. Want als we iets doen, doen we het goed, toch?
Geen Jodenvervolging
Het boek is een selectie van interessante verhalen, maar geen totaalplaatje van de Nederlandse geschiedenis, aldus ‘t Hart. “We hebben klachten gekregen over de te geringe bijdragen over de Tweede Wereldoorlog en het ontbreken van de Jodenvervolging. Maar we claimen ook absoluut niet volledig te zijn. We wilden alleen het beeld dat bestaat van de Nederlandse geschiedenis nuanceren. Geschiedenis is fluïde en een nationale identiteit ontwikkelt zich met horten en stoten.”
Het nationalistische geluid dat de laatste jaren klinkt, met een nadruk op de eigen cultuur en identiteit, is een recente ontwikkeling, volgens ‘t Hart. “In Nederland is de angst voor dreiging uit het buitenland iets van de laatste jaren. We hebben altijd heel open gestaan ten opzichte van andere landen en migranten, zo blijkt ook uit het boek. Er zijn periodes in de geschiedenis waarin veel meer migranten naar Nederland kwamen dan nu, zonder dat we dat als een bedreiging zagen.”
Mythes doorprikken
Nationale mythes zijn hardnekkig doordat ze jarenlang op school zijn onderwezen. ‘t Hart gaf al een paar mooie voorbeelden van mythes die niet helemaal waar bleken te zijn, maar we lichten er ter afsluiting nog een paar uit. Te beginnen met de Nederlandse Statenbijbel uit 1637, de eerste officiële protestantse Bijbelvertaling in druk. Deze Bijbel staat niet aan de basis van het Standaardnederlands, zoals in de negentiende eeuw werd beweerd. Toen vergeleken taalkundigen de Statenbijbel met Luthers Duitse vertaling uit 1522, die wel een trendsetter was geweest. Het taalgebruik in de Statenbijbel daarentegen was in zijn eigen tijd al ouderwets. Dat deze mythe is blijven hangen blijkt uit de verkiezing van de Statenvertalers tot de invloedrijkste taalgebruikers aller tijden, door de lezers van het tijdschrift Onze Taal in 2004.
Gelijke rechten vinden we heel erg Nederlands, maar in vergelijking met de rest van EUropa hadden – en hebben – we weinig vrouwelijke hoogleraren. In 1919 werd Tine Tammes de tweede vrouwelijke hoogleraar in Nederland, wat ook aan de late kant was. Wel weer opmerkelijk is dat ze de dochter was van een Groningse winkelier. Haar afkomst maakt haar hoogleraarschap tussen de mannen des te bijzonder, in vergelijking met haar elitaire vrouwelijke collega’s in het buitenland. Ook dat is erg Nederlands.
De komst van de pil in 1964 is ook een mooi verhaal, geschreven door Theo Engelen (hoogleraar Historische demografie aan de Radboud Universiteit Nijmegen). We denken dat de anticonceptiepil de seksuele revolutie heeft veroorzaakt en het aantal kinderen drastisch heeft verminderd. Maar uit onderzoek blijkt dat gehuwden vanaf het einde van de negentiende eeuw al steeds meer anticonceptie gingen gebruiken, omdat de kindersterfte daalde en de kosten stegen (kinderen mochten niet meer werken en moesten naar school). De plotselinge daling in het aantal geboortes in 1965 is te verklaren door een geboortegolf daar vlak voorafgaand en niet door massaal pilgebruik. De daling was een logische voortzetting van een proces van industrialisering, modernisering en secularisering dat al aan het einde van de negentiende eeuw begon, aldus Engelen.