Vergeet wat je weet over Afrika. Schrijver en BBC-journalist Zeinab Badawi herschreef de geschiedenis van het continent door de ogen van Afrikaanse wetenschappers.
Wie aan de geschiedenis van Afrika denkt, ziet waarschijnlijk de piramides van Egypte voor zich. Maar weinigen weten dat iets zuidelijker, in de woestijn van Noord-Soedan, nog veel meer piramides staan. Die zijn gebouwd door de bewoners van het oeroude koninkrijk Koesj, een hoogontwikkelde samenleving. In de geschiedschrijving is het koninkrijk in de schaduw komen te staan van het Egyptische rijk, maar dat is een vertekening van de geschiedenis. Want het koninkrijk Koesj ontstond eerder, al in de zevende eeuw voor Christus, en bestuurde zelfs enige tijd Egypte.
Of neem Mansa Musa, koning van het Malinese koninkrijk in de veertiende eeuw. Hij was de rijkste man ooit ter wereld, en bezat, als je het omrekent naar geld van nu, 400 miljard dollar. Toen hij op bedevaart ging naar Mekka bestond zijn gevolg uit zijn enorme huishouden van twaalfduizend leden, zestigduizend dragers, en nog eens vijfhonderd persoonlijke bedienden die in zijde gekleed en met goud behangen waren. Daarbij kwamen dan ook nog honderd kamelen die zo’n twintig ton goud droegen. Op de terugweg gaf Mansa Musa zoveel goud uit dat de wereldwijde marktprijs ervan met een kwart zakte.
Het zijn onbekende verhalen uit de rijke geschiedenis van Afrika die Zeinab Badawi beschrijft in haar boek 'Afrika, een Afrikaanse geschiedenis', waarvan onlangs een vertaling in het Nederlands uitkwam. Het boek beperkt het verleden van Afrika niet tot kolonisatie en armoede, maar beschrijft de eeuwenoude geschiedenis en ontwikkeling in alle hoeken van het continent. Badawi is gelauwerd BBC-journalist en is zelf geboren in Soedan. Naast het boek maakte ze ook een veelbekeken BBC-documentaire.
Afrikaans perspectief
Wat vertelt deze geschiedenis ons?
“De middeleeuwse Afrikaanse koning Mansa Musa bestuurde een groot deel van West Afrika, stichtte bibliotheken in Timboektoe en bracht geleerden uit Europa en Afrika bijeen. En dat in een tijd waarin Europa in de greep was van de pest en de bevolking er gedecimeerd en verarmd raakte. Het laat zien dat Afrika niet geïsoleerd was, maar eeuwenlang in het centrum van de ontwikkeling van de mensheid heeft gestaan. Afrikanen zijn niet een soort onderontwikkelde Europeanen, wat je wel zou kunnen denken als je alleen Europese boeken over de geschiedenis van Afrika leest.”
Het overgrote deel van onze evolutionaire geschiedenis vond plaats in Afrika
Het was hoog tijd, vond Badawi, dat er een toegankelijk boek zou komen over de hele geschiedenis van Afrika, geschreven vanuit Afrikaans perspectief. “Stel je voor dat jij naar een boekwinkel gaat om een geschiedenis van Nederland te zoeken, maar alleen maar boeken vindt die geschreven zijn door buitenstaanders. Dat zou een beetje vreemd zijn, nietwaar? Afrikanen werd lang verteld dat hun geschiedenis pas begon met de komst van de Europeanen. Maar zij hebben zelf een rijke en lange geschiedenis en verdienen daarvoor respect.”
Omdat dat boek over Afrika er nog niet was, besloot Badawi het zelf te schrijven. Ze reisde zeven jaar lang door dertig Afrikaanse landen en sprak met veel Afrikaanse historici en wetenschappers. Ze baseerde zich ook op andere Afrikaanse bronnen, zoals mondeling overgeleverde verhalen. En op haar eigen ervaring. Want ze bezocht alle locaties waar ze over vertelt, en schrijft er met zwier over. Daardoor voelt het alsof je zelf in de woestijn van Soedan rondloopt en de piramides van de Koesj bewondert.
Is het belangrijk dat u zelf van Afrikaanse komaf bent?
“Ja, ik denk dat het van betekenis is. Ik ben geboren in Noord-Soedan. Toen ik twee jaar was zijn we verhuisd naar Engeland. Daardoor sta ik met twee benen in twee werelden. Ik heb altijd een nauwe band gehouden met Afrika. En niet alleen met Afrika bezuiden de Sahara, maar ook met het Arabische Noord-Afrika.” Op haar reizen door Afrika gingen daardoor deuren open die voor anderen gesloten blijven. “Ik heb fantastische gesprekken gevoerd met honderden mensen. En ik denk dat ik makkelijker werd ontvangen dan een buitenstaander.”
Slechte geschiedschrijving
Is het onrechtvaardig dat de geschiedenis van Afrika voorheen door westerlingen geschreven werd?
“Ik zou eerder zeggen dat het belerend was. Het is een aanfluiting dat we terugvallen op westerse bronnen voor onze kennis over de geschiedenis van Afrika. Je kan het onrecht noemen, maar het is eigenlijk vooral slechte geschiedschrijving. Betere geschiedschrijving is een geschiedenis die volledig, divers en inclusief is. Ik wil de geschiedenis die de Europeanen schreven niet vervangen. Ik wil het aanvullen met een meer authentieke stem van Afrikanen.”
Zo staan er meer onbekende geschiedenissen in het boek. Zoals de ruïnes van de steden van Groot Zimbabwe, opgericht in het jaar 1100. Westerse ontdekkingsreizigers konden niet geloven dat die steden door Afrikanen gebouwd waren.
Of neem Yaa Asantewaa, de koningin van de Asante in het huidige Ghana. Toen de Britten het volk probeerden te overmeesteren in 1900, sprak Yaa Asantewaa de Asante mannen toe. Ze noemde ze lafaards en wist zo een leger van 20 duizend man te mobiliseren. De queen warrior voerde zelf de oorlog tegen de Britten aan en wist ze zeven maanden op afstand te houden.
Hoe komt het dat dit soort verhalen eerder niet vaak verteld werden?
“Dat komt onder meer omdat Afrikaanse geschiedkundigen, archeologen, paleontologen en andere wetenschappers het vaak met veel minder middelen moeten doen dan hun westerse collega’s. Net als de Afrikaanse geschiedenis, wordt ook de Afrikaanse wetenschap onvoldoende gezien en gewaardeerd. De wereld kan heel veel leren van Afrika en van Afrikaanse wetenschappers. Denk aan praktische zaken zoals de bestrijding van ziektes, maar ook hoe we onze samenleving organiseren. Afrikaanse samenlevingen zijn meer op de gemeenschap gebaseerd en minder op het individu. Veel stamhoofden vertelden me: de mens gedijt in sterke gemeenschappen. Dat zijn westerlingen vergeten.”
Gemeenschappelijke oorsprong
U eindigt het boek met een blik op de toekomst. En u bent hoopvol. Hoe komt dat?
“Ik ben hoopvol, omdat ik de geschiedenis op de langere termijn bekijk. Natuurlijk zijn er in het Afrika van nu problemen. Maar als je iets verder kijkt zie je dat sommige van de snelst groeiende economieën zich op het Afrikaanse continent bevinden. En dat de bevolking jong is met een gemiddelde leeftijd van 19 jaar. (In Nederland is de gemiddelde leeftijd 42, red). Een jonge bevolking is productief. Jonge ondernemers in de groeiende steden profiteren maximaal van nieuwe technologie, en zetten bijvoorbeeld ineens de stap van geen elektriciteit naar duurzame elektriciteit, en van geen telefoon naar mobiel internet. Het continent levert de arbeidskrachten van de toekomst en is rijk aan grondstoffen.”
U benadrukt die langetermijnvisie door uw boek te beginnen met een hoofdstuk over de oorsprong van de mensheid.
“Ik wil onze gemeenschappelijke oorsprong benadrukken. De geschiedenis van de moderne mens begon honderdduizend jaar geleden in Afrika toen de mensapen evolueerden tot de eerste moderne mens (homo sapiens sapiens). De eerste mens ontstond in Afrika en had een donkergekleurde huid, en wij allen stammen daarvan af.”
“Het overgrote deel van onze evolutionaire geschiedenis vond plaats in Afrika. Tot zo’n acht tot twaalfduizend jaar geleden hadden alle mensen een donkere huidskleur. De mens met blond haar, een bleke huidskleur en lichte irissen bestaat nog maar een fractie op het gehele bestaan van de mensheid. Het is een relatief recente aanpassing aan het koudere klimaat waar de mens in terechtkwam toen die richting het noorden zwierf. In een wereld die zo verdeeld is en waarin racisme nog steeds bestaat helpt het om de gedachte mee te geven dat racisme, dat onderscheid maakt tussen mensen, een constructie is die nog maar relatief kort bestaat.”