Hoe ziet de wereld eruit in 2050? Sommige bezoekers van ‘Energy Junkies’ kunnen zich er geen voorstelling van maken en tekenden vraagtekens in plaats van toekomstdromen. “We zijn niet gewend onze verbeelding aan te spreken als het gaat om een verre toekomst.”
Schets een beeld van de toekomst in 2050. Deze opdracht krijgen bezoekers van de tentoonstelling ‘Energy Junkies’, die draait om ons energieverbruik en de daaraan gelinkte klimaatverandering. Hoe zie je de wereld over dertig jaar? Een simpele vraag, met een niet zo simpel antwoord. Sommige mensen schetsen utopische toekomstbeelden, met natuur, bloemen en vlinders. Anderen gaan uit van het tegenovergestelde, met rokende schoorstenen en dode dieren. Iemand tekende beide werelden, met daarboven een vraagteken: wat gaat het worden? Een ander kwam niet verder dan een vel papier vol met alleen vraagtekens. Waarom is het zo lastig om je een voorstelling te maken van de verre toekomst?
Bekijk een kleine greep uit de toekomsttekeningen via onderstaande slideshow:
“Voor veel mensen is het moeilijk om verder te denken dan een paar jaar”, zegt Loes Damhof van de UNESCO Leerstoel in Futures Literacy aan de Hanzehogeschool in Groningen. Futures Literacy, haar expertise, is een vaardigheid waarbij je herkent welke aannames je doet over de toekomst. “Als de toekomst onzeker voelt, bijvoorbeeld door klimaatverandering of de coronapandemie, vinden mensen het nóg moeilijker om met verbeeldingskracht in de toekomst te komen.”
Plannen en voorbereiden
Zo meteen word je gebeld door je leidinggevende, dus je pakt je telefoon er vast bij. Ondertussen schrijf je een boodschappenlijstje, zodat je straks in de supermarkt niet meer hoeft na te denken over wat je nodig hebt. Het zijn twee kleine voorbeelden waaruit blijkt dat mensen continu bezig zijn met de toekomst en daarop hun acties en beslissingen in het nu baseren. De hele dag door anticiperen we op de nabije toekomst, door iets te plannen of voor te bereiden. “Dat is de normale manier waarop wij de toekomst gebruiken”, zegt Damhof. “Wat we nooit doen, is onze verbeeldingskracht de vrije loop laten om te zien wat onze waarden en blinde vlekken zijn over de toekomst.”
Je kunt de toekomst dus ook gebruiken om wild te fantaseren of te grasduinen in toekomsten die verder liggen dan volgend jaar. Daar zijn we alleen niet in getraind. “Wat dat betreft is onze verbeeldingsspier heel rigide. Als je mag nadenken over de wereld in 2050, dan doe je dat natuurlijk niet om iets te plannen of voor te bereiden. Wie nadenkt over de wereld over dertig jaar, spreekt de toekomst aan op een andere manier die we niet gewend zijn. Toekomstdenken vraagt oefening.”
Hoe gekker, hoe beter
Er zijn ook tekenaars die hun verbeeldingsspier wel heel ver oprekken. Zo is er een toekomstbeeld van een onderwaterstad, zoals de verzonken stad Atlantis, met torenhoge gebouwen onder de zeespiegel. Op een andere tekening staat een ondergronds dorp, waar iemand over ‘straat’ loopt tussen de boomwortels door. Creatief, maar dat gaat nooit gebeuren, toch? “Precies dit soort overtuigingen, dat bepaalde ideeën onzin zijn, blokkeren je om op een andere manier naar dingen te kijken”, zegt Damhof. “Een toekomstbeeld hoeft niet realistisch te zijn. Juist niet! Hoe diverser en gekker, hoe beter.”
Zij vindt scenario’s als ondergronds wonen heel interessant. “Onrealistische, krankzinnige scenario’s geven veel informatie over wat iemand belangrijk vindt. Het vertelt je welke waarden en overtuigingen er onder zo’n toekomstbeeld zitten. Bedenk je een dorp onder het aardoppervlak, dan ga je er bijvoorbeeld van uit dat de aarde het oké vindt dat erin wordt gegraven, dat de mens er überhaupt nog is, en ook nog in staat is een nieuwe samenleving te ontwerpen.”
Aannames omdraaien
In zekere zin hebben bezoekers die hun tekening versieren met vraagtekens, het bij het rechte eind: geen enkele toekomst bestaat. Er zijn oneindig veel toekomstbeelden te bedenken. Maar dat betekent ook dat elk beeld goed is, hoe dystopisch of onrealistisch ook.
Een toekomstdroom tekenen is niet bedoeld om antwoorden te vinden op de klimaatcrisis, benadrukt Damhof, die betrokken was bij de ontwikkeling van de opdracht in de tentoonstelling ‘Energy Junkies’. Het gaat erom onze aannames over een bepaald toekomstbeeld te achterhalen. “Een scenario waarbij mensen ondergronds wonen, kan van alles oproepen: angst, beklemming, opluchting. Voor iedereen is het anders. Het is interessant om na te denken waarom je zo reageert. Misschien omdat je aanneemt dat wij als mensen niet meer in de natuur kunnen leven, maar als aparte soort worden afgesloten van de rest. Wat als je die aanname zou omdraaien, en zegt: wij zijn onderdeel van de natuur, hoe kunnen we leven op een manier waarbij de omgeving ons insluit? Door je aannames om te draaien, zul je zien dat er allerlei andere toekomsten opkomen.”