Het immens populaire ChatGPT zorgt voor veel schreeuwerige nieuwskoppen over de gevaren van kunstmatige intelligentie. Wetenschapsjournalist Bennie Mols weet die hijgerige doemverhalen mooi te debunken in zijn pocketboekje Slim, slimmer, slimst.
De afgelopen maanden schreeuwden de nieuwskoppen om het hardst dat kunstmatige intelligentie, of AI (artificial intelligence), banen gaat inpikken en mogelijk zelfs het voortbestaan van de mensheid bedreigt. Zeker door de opkomst van tekstgenerator ChatGPT is het debat over nut en noodzaak van AI weer opgelaaid. Dan is het prettig om het geruststellende boek Slim, slimmer, slimst van wetenschapsjournalist Bennie Mols te lezen, waarin hij de meest absurde toekomstscenario’s vakkundig naar de prullenbak verwijst.
Wereld vol paperclips
Zo noemt hij het paperclipvoorbeeld van de Zweedse filosoof Nick Bostrom. In een artikel uit 2003 beschreef Bostrom een slim AI-systeem dat als enige doel heeft om paperclips te maken, en dat alles in het werk stelt om dat doel te behalen. Dan kan de mens een sta-in-de-weg worden, want het systeem zou het menselijk lichaam als grondstof kunnen gebruiken voor het maken van paperclips. Wat we dan overhouden, is een wereld vol paperclips, maar zonder mensen. Zeer onwaarschijnlijk, stelt Mols. “Dit angstbeeld is volgens mij sterk beïnvloed door de manier waarop we in de loop van de geschiedenis verhalen hebben verteld over intelligente machines, veel meer dan door de stand van zaken in de wetenschap.” We zijn natuurlijk allemaal dol op verhalen over intelligente machines met kwade intenties, van het toneelstuk R.U.R. uit de jaren twintig tot films als 2001: A Space Odyssey en Ex Machina.
Ten eerste stelt Mols dat AI nog lang niet zo slim is als de mens. Op bepaalde vlakken, bijvoorbeeld als het gaat om impliciete kennis of intuïtieve psychologie, doet een peuter het nog veel beter. Zo snapt een jongetje van anderhalf al dat hij de kast open moet doen voor iemand die met een grote stapel papier aan komt lopen. Hij begrijpt de intentie van die persoon, en hij weet dat je in een kast dingen kunt opbergen. Pas als de twee hoofdstromingen in AI, machinaal redeneren en machinaal leren, gecombineerd worden, komen superintelligente toepassingen die de mens evenaren binnen handbereik. Maar het combineren van die vakgebieden is “al een ongelofelijk moeilijke opgave, waaraan pas recent is begonnen”, stelt hij.
Ten tweede vraagt hij zich af: waarom zou een superslim AI-systeem eigenlijk de mensheid willen vernietigen? “Er is geen enkele natuurwet die voorschrijft dat superintelligente AI de wereld wil overnemen.”
Copiloot
Mols is er juist van overtuigd dat we AI hard nodig gaan hebben om allerlei maatschappelijke problemen, zoals geopolitieke spanningen, klimaatverandering en migratie, op te lossen. Hij ziet AI-systemen dan ook eerder als een copiloot die ons helpt om allerlei activiteiten te optimaliseren. Zo noemt hij als voorbeeld hoe mens en AI samenwerken om Holocaustslachtoffers te identificeren, om eiwitten in kaart te brengen (wat voor grote wetenschappelijke en medische doorbraken zorgde) en om Dode Zeerollen te ontcijferen. De mens is nog altijd nodig voor de eindregie, zeker als er veel van afhangt, zoals in de rechtbank, in de gezondheidszorg, in het verkeer of in het onderwijs.
Maar de lat gaat wel hoger liggen, denkt Mols, en dat geldt zeker voor de creatieve beroepen. ChatGPT kan uitstekend een goedlopende tekst formuleren, al is het waarheidsgehalte nog wel een serieus aandachtspunt. Naast zulke fast text zal er behoefte blijven aan slow text, denkt hij, die persoonlijker en menselijker is.
Er bestaan inmiddels ook kunstgenerende programma’s als Dall-E, Midjourney en Stable Diffusion, waarmee je de meest waanzinnige afbeeldingen kunt creëren. Maar als de maker tachtig uur in het creëren van een schilderij met behulp van dat programma heeft gestoken, is dat schilderij dan door het programma of door de mens gemaakt? Deze vraag deed zich voor bij de Amerikaan Jason Allen, die een door Midjourney geproduceerd schilderij had ingediend voor een kunstwedstrijd. De jury had nog nooit van Midjourney gehoord en hij won de prijs. Maar ook nadat de juryleden over de AI-assistent hoorde, vonden zij dat de prijs terecht naar Allen ging. “Hij had een concept en een visie die hij tot werkelijkheid bracht, en het is echt een prachtig beeld”, schreef de jury.
Bovendien, zo schrijft Mols, lost AI in de kunstwereld eigenlijk helemaal geen probleem op. Waarom zouden we niet de behoefte blijven houden om de intentie en visie van mensen via een kunstwerk, en ook via een journalistiek artikel zoals dit, tot ons te nemen? Een prettig geruststellende gedachte.