Naar de content

Online bij de les blijven

Een persoon die een laptop gebruikt om online een les van school te volgen. Op het beeldscherm is te zien dat er een persoon bij een schoolbord staat.
Een persoon die een laptop gebruikt om online een les van school te volgen. Op het beeldscherm is te zien dat er een persoon bij een schoolbord staat.
Tumisi voor Pixabay

De scholen zijn weer open, maar online onderwijs is nog altijd aan de orde van de dag. NEMO Kennislink vroeg communicatiedeskundigen hoe deze online lessen het best gegeven én gevolgd kunnen worden.

1 oktober 2020

De tijden van elke dag online onderwijs thuis aan de keukentafel zijn inmiddels gelukkig – voorlopig? – voorbij. Maar elke ouder met kinderen in het basis- of voortgezet onderwijs weet dat de laptop er nog steeds regelmatig bijgepakt kan worden. Soms omdat de leerling symptomen heeft en dus de les thuis moet bijwonen. Soms omdat het de docent is die wacht op zijn corona-testuitslag en daarom de lessen vanuit huis moet geven.

Een rij houten stoelen in een klaslokaal.

Op middelbare scholen vinden de laatste tijd veel besmettingen plaats. Soms besluiten scholen tijdelijk weer helemaal online les te geven.

Pxhere via CC0

Hoe dan ook wordt er nog altijd veelvuldig online lesgegeven. En dat stelt zowel docent als leerling voor uitdagingen, met name op het gebied van interactie en aandacht. “Online leren is nu eenmaal niet hetzelfde als face to face leren”, stelt Jana Basnakova, cognitief neuropsycholoog aan de Radboud Universiteit. In haar thuisland Slowakije gaf ze tijdens de lockdown workshops waarin ze ouders adviseerde hoe ze hun kinderen het best konden begeleiden bij hun schoolwerk.

Online lesgeven vraagt om heel andere vaardigheden van een docent, aldus Basnakova. “Denk bijvoorbeeld aan het geven van instructies. Online is er minder ruimte voor extra uitleg dan in de klas, dus kan de docent het best direct zo helder en eenvoudig mogelijk aangeven wat hij van de leerlingen verwacht. Ook zullen docenten harder hun best moeten doen om leerlingen betrokken te houden. Dat kan door de interactie op te zoeken, bijvoorbeeld met apps voor polls en quizzen, door direct vragen te stellen of door leerlingen in kleine groepjes te laten werken in zogenaamde breakout-rooms.”

Aandacht erbij

De aandacht van de leerlingen online vasthouden is een bijna ondoenlijke taak, stelt Eliane Segers, hoogleraar leren en technologie aan de Radboud Universiteit. “In het klaslokaal is dat al lastig, maar daar kan de docent bijsturen als hij ziet dat een leerling naar buiten staart of als hij vragende blikken ziet”, zegt ze. “Online is dat veel lastiger. Leerlingen loggen in met zwarte vakjes, dus de docent heeft geen idee wie bij de les is. Ik hoor van mijn eigen kinderen dat sommigen ondertussen gewoon zitten te gamen of in bed liggen.” Leerlingen zijn niet verplicht hun webcam aan te zetten; vaak kan dit zelfs niet vanwege de beperkte bandbreedte.

Het is voor scholieren thuis sowieso nog moeilijker om hun aandacht erbij te houden. Segers: “Dat geldt voor iedereen: er is thuis veel meer afleiding, je hebt steeds je smartphone bij de hand, je gedachten dwalen af. Maar bij pubers is de prefrontale cortex, het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor aandacht, ook nog volop in ontwikkeling, dus voor hen is het nog moeilijker om hun hoofd erbij te houden. De externe controle van de docent is weg, er zijn geen medeleerlingen die ze aandachtig zien luisteren, dus ze moeten het helemaal zelf opbrengen.”

Segers’ tips voor leerlingen:

  • Ga thuis naar school. “Je eigen slaapkamer is de ruimte waar je ook slaapt en relaxt, daar is het moeilijk om ‘naar school’ te gaan. Dan kun je beter aan de keukentafel gaan zitten, al heeft natuurlijk lang niet iedereen die mogelijkheid.”
  • Zorg voor rust, reinheid en regelmaat. “Heel cliché, maar wel waar. Zorg dat je elke dag op tijd je bed uit komt, ontbijt en je dag begint in een opgeruimde omgeving.”
  • Schakel externe hulp in om je aandacht erbij te houden. “Er zijn apps die sites voor een bepaalde tijd blokkeren. Of vraag een van je huisgenoten om tijdelijk even je smartphone in bewaring te nemen.”
  • Beloon jezelf. “Stel jezelf kleine beloninkjes in het vooruitzicht als het je lukt om goed bij de les te blijven. Een lekker broodje van de bakker, een uurtje gamen, net wat binnen je mogelijkheden ligt.”

Op deze poster vind je nog meer tips voor online onderwijs:

Handbewegingen

De meeste docenten staan ook veel liever voor een klas dan voor een webcam. Velen voelen zich behoorlijk opgelaten tijdens het online lesgeven, zo blijkt uit een rondgang onder docenten aan de Radboud Universiteit. Ze zien zichzelf op het scherm en zijn zich extra bewust van hoe ze overkomen. Dat herkent ook Stefan van der Stigchel, hoogleraar cognitieve psychologie aan de Universiteit Utrecht. Uit zijn onderzoek blijkt dat we vooral naar onszelf kijken als we een scherm met gezichten voor ons zien, en ons maar moeilijk van ons eigen gezicht kunnen losweken. “Als het even kan zorg ik dat ik mezelf niet kan zien tijdens opnames, want dat leidt me erg af”, zegt hij. “Sowieso kom je veel beter over als je recht in de camera kijkt. De ander kan dan ook beter zijn aandacht bij je verhaal houden.”

Om beter over te komen helpt het ook als leerlingen niet alleen het gezicht, maar ook de handen van de docent kunnen zien, tipt James Trujillo, psycholinguïst aan de Radboud Universiteit. Uit onderzoek van zijn collega’s en hem blijkt dat je boodschap beter wordt begrepen als ook je handbewegingen zichtbaar zijn. “Bewegingen zijn een belangrijk deel van hoe we communiceren. In het dagelijks contact gaat dat automatisch, maar online moet je je handen en hun bewegingen bewust in beeld brengen, vaak hoger dan je anders zou doen”, aldus Trujillo.

De gebaren die je maakt tijdens het spreken helpen de ander om jou beter te begrijpen. Zorg er dus voor dat deze online ook zichtbaar zijn.

Tumisu voor Pixabay

Samenwerken

Veel docenten maken tijdens hun online lessen gebruik van zogenaamde breakout-rooms, waar leerlingen in kleine groepjes kunnen samenwerken, terwijl de docent zo nu en dan digitaal binnenwipt. Een goede manier om toch interactie tussen leerlingen onderling en tussen leerling en docent te stimuleren, al doen zich hierbij dezelfde struikelblokken voor als bij online vergaderingen.

De internetverbinding zorgt voor een vertraging die een natuurlijke beurtwisseling onmogelijk maakt, waardoor er ofwel pijnlijke stiltes vallen, ofwel mensen door elkaar praten. Daarnaast geven we in een normaal gesprek met subtiele signalen aan dat we iets willen zeggen: we ademen net iets sneller en hoorbaarder in, hmm-en zachtjes. Signalen die online niet overkomen of – als je ze te luid maakt – juist de beurt van de ander onderbreken.

Ook is het in een breakout-room lastig om samen tot nieuwe ideeën of oplossingen te komen. Dat is in het klaslokaal al ingewikkeld, maar online kost het meer moeite om te luisteren naar de inbreng van anderen, waardoor er nóg minder plek in je hoofd is voor het ontstaan van eigen ideeën. In dit artikel geven wetenschappers tips om hier toch nog het beste van te maken.

Opnames terugkijken

Wetenschappelijk onderzoek lijkt erop te duiden dat leerlingen van online onderwijs minder opsteken dan van klassikaal onderwijs. Een goede vergelijking is lastig te maken, omdat een online les méér is dan simpelweg een camera gericht op de docent – die doet doorgaans hard zijn best om te compenseren voor het gemis aan echte interactie. Maar uit verschillende experimenten waarbij studenten zelf konden kiezen om hun lessen klassikaal of via opnames te volgen, blijkt dat studenten die de lessen thuis volgen lagere cijfers behalen, hoe vaak ze de opnames ook terugkijken. Nu zullen het in die situatie met name de minder gemotiveerde studenten zijn geweest die ervoor kozen alleen de opnames te bekijken, maar ook als de resultaten werden gecorrigeerd voor eerder behaalde cijfers, bleef het verschil zichtbaar.

Basnakova adviseert daarom om de verwachtingen te temperen: “Concentreer je als school op de belangrijkste onderwerpen uit het curriculum. Bij jonge kinderen kan het daarnaast slim zijn om ouders tips te geven hoe ze hun kind het best kunnen begeleiden.”

Docenten, leerlingen én ouders doen hun uiterste best om er onder de omstandigheden het beste van te maken, maar uiteindelijk is te hopen dat klassikaal onderwijs gauw weer mogelijk is. Op die manier kunnen leerlingen de persoonlijke begeleiding krijgen die ze verdienen, hebben docenten weer de ruimte om echte interactie aan te gaan met hun leerlingen, en voelen ouders zich niet langer verplicht om – naast hun eigen werk – het schoolwerk van hun kinderen te begeleiden. Segers: “Het is natuurlijk fantastisch dat we in ieder geval nog digitaal onderwijs kunnen geven deze periode, maar uiteindelijk blijft het een slap aftreksel van wat het zou moeten zijn.”

Bronnen:
  • Andrew Williams, Elisa Birch and Phil Hancock (2012), The impact of online lecture recordings on student performance, Australasian Journal of Educational Technology, 28(2), 199-213.
  • James C. Roberts (2015), Evaluating the Effectiveness of Lecture Capture: Lessons Learned from an Undergraduate Political Research Class, Journal of Political Science Education, 11:45–60 (doi.org/10.1080/15512169.2014.985104)
  • Martin R. Edwards & Michael E. Clinton (2019), A study exploring the impact of lecture capture availability and lecture capture usage on student attendance and attainment, High Education (2019) 77:403–421 (doi.org/10.1007/s10734-018-0275-9)
ReactiesReageer