In plaats van onderzoek te doen met embryo-modellen, kun je beter geld uitgeven aan het voorkomen en bestrijden van armoede en ziektes, zeggen de effectief altruïsten.
In juni 2021 kregen Nederlandse onderzoekers groot nieuws: zeven teams mochten starten binnen het PSIDER-programma. Ze kregen elk tussen de 3,5 en 4 miljoen euro om te zoeken naar alternatieven voor onderzoek met menselijke embryo’s. Daarmee willen ze bijvoorbeeld achterhalen hoe erfelijke ziektes ontstaan of waarom sommige vrouwen niet zwanger kunnen worden.
Het PSIDER-programma komt voort uit een afspraak in het regeerakkoord van 2017-2021, waarin het kabinet de ambitie uitsprak om alternatieven te vinden voor onderzoek met embryo’s. Wetenschappers gebruiken speciale cellen, pluripotente stamcellen (iPS), die bijvoorbeeld uit huidcellen van volwassenen kunnen worden gemaakt. In het lab worden deze cellen omgevormd tot modellen die op embryo’s lijken. Er zijn ook ethici bij betrokken die nadenken over de morele en filosofische kant van dit onderzoek.
Het PSIDER-programma kost in totaal 35 miljoen euro. Dat roept de vraag op: is dit wel de beste manier om ons onderzoeksbudget in te zetten? Zou dat geld niet beter anders besteed kunnen worden?
Malarianet
Onderzoek naar embryo-modellen kan ons helpen erfelijke ziektes beter te begrijpen, zoals de spierziekte FSHD, maar er zijn grote onzekerheden. Wetenschappers proberen ‘echte’ embryo’s na te maken, maar deze embryo-modellen zijn niet exact hetzelfde als natuurlijke embryo’s die zijn ontstaan uit een zaadcel en eicel. Dus of de resultaten ook toepasbaar zijn op menselijke embryo’s is nog niet zeker. Om dat uit te zoeken, is veel meer onderzoek nodig, en dat kost veel geld.
In landen als België en het Verenigd Koninkrijk, waar geen verbod geldt op het kweken van embryo’s voor onderzoek, mogen wetenschappers wel ‘echte’ embryo’s creëren. Toch heeft dit tot nu toe niet geleid tot baanbrekende resultaten op het gebied van erfelijke ziektes of ivf. Hoe aannemelijk is het dat onze embryo-modellen wél die inzichten opleveren?
Ondertussen stijgen de zorgkosten in Nederland. We moeten goed nadenken over hoe we ons geld besteden, want we kunnen het maar een keer uitgeven. Als ons doel is om de gezondheid van mensen te vergroten of zoveel mogelijk levens(jaren) te redden, zou het dan niet verstandiger zijn om te investeren in behandelingen die al bewezen effectief zijn?
Sterker nog, waarom al dat geld in Nederland investeren, waar de zorg al op hoog niveau is? Wereldwijd sterven elk jaar tienduizenden kinderen aan malaria. Voor een paar euro koop je een klamboe die een kind kan beschermen tegen een dodelijke beet. Met drieduizend dollar aan de Against Malaria Foundation red je statistisch gezien al één leven. Vergelijk dat met duur embryo-onderzoek waarvan de impact nog onzeker is. Kunnen we het geld niet veel beter besteden aan bewezen effectieve oplossingen die nú levens redden?
Effectief altruïsme
Dit sluit aan bij de denkwijze van effectief altruïsme, een beweging die zich richt op het doen van zoveel mogelijk goed met de beschikbare middelen. Het idee is simpel: kies voor acties die wereldwijd de grootste positieve impact hebben, bij voorkeur onderbouwd met wetenschappelijke cijfers. Een bekende voorstander van deze aanpak in Nederland is historicus Rutger Bregman, die zich verzet tegen verspilling van talent en middelen.
Effectief altruïsten richten zich op problemen die groot, verwaarloosd en oplosbaar zijn, zoals extreme armoede, wereldwijde gezondheidsproblemen, dierenleed en de gevaren van klimaatverandering of kunstmatige intelligentie. Ze stellen zichzelf voortdurend de vraag: ‘Is dit de beste inzet van mijn tijd, middelen en geld?’
Dit betekent dat we het ons niet kunnen veroorloven om ons te verliezen in onderzoek dat geen concrete impact heeft, hoe fascinerend of inspirerend dat op zichzelf ook mag zijn. Het oplossen van de meest urgente problemen van de wereld – van ziekte tot ongelijkheid – vraagt van ons dat we onze middelen efficiënt en doelgericht inzetten.
Elitair
Toch is niet iedereen het eens met deze benadering. Kritiek op effectief altruïsme gaat vaak over de nadruk op cijfers en meetbaarheid. Hierdoor krijgen radicaal nieuwe oplossingen weinig kans, omdat deze vaak gepaard gaan met een hoge mate van onzekerheid.
De nadruk op effectiviteit kan ook leiden tot het verwaarlozen van moeilijk kwantificeerbare aspecten van het menselijk leven, zoals kunst, cultuur en menselijke verbinding. Een middagje in de speeltuin met een kind uit de buurt lijkt misschien niet de wereld te veranderen, maar het maakt wél een verschil. En is het niet waardevol om meer inzicht te krijgen in de oorsprong van leven, ook als die kennis ons niet direct iets ‘oplevert’?
Daarnaast wordt de beweging soms als elitair gezien, waarbij een selecte groep bepaalt welke doelen het meest waardevol zijn, zonder brede democratische betrokkenheid. Dit kan leiden tot een technocratische benadering die voorbijgaat aan de complexiteit van sociale en politieke kwesties.
Wat denk jij?
Het blijft een interessante vraag: hoe besteden we ons geld en onze tijd het beste? Jij kunt hierover meepraten. NEMO Kennislink organiseert op 7 februari 2025 een dialoog over de argumenten die in deze serie besproken worden.
Welke argumenten vind jij belangrijk om regels en wetten te bepalen? Zet ze in volgorde in de peiling hieronder door te slepen met je muis.