Op ons artikel over luchtstromen, aerosolen en de werking van mondkapjes kwamen veel reacties binnen. We leggen een selectie van lezersvragen voor aan hoogleraar medische implementatie Ruud Verdaasdonk (Universiteit Twente).
Niezen in de elleboog lijkt een slimme manier om anderen minder snel te besmetten. Maar in werkelijkheid vernauw je de ruimte waardoor de druppels die uit je mond en neus komen verder kunnen reiken. Dat blijkt uit uit onderzoek van Ruud Verdaasdonk, waar wij onlangs over schreven. Hij vertelde ook dat mondkapjes grote druppels tegenhouden en lekken aan de zijkanten. Hier lees je dit interview terug, met uitgebreide uitleg over het onderzoek van de Universiteit Twente.
Op dit stuk kwamen veel reacties en vragen binnen. Die leggen we in dit interview voor aan Verdaasdonk.
Jullie onderzochten de werking van mondkapjes en concludeerden dat ze lekken aan de zijkanten. We kregen meerdere vragen binnen over of ze dan toch de kans op besmetting verminderen.
“Dat doen ze zeker. De mondkapjes houden de grotere druppels tegen. Die druppels bevatten de meeste virusfragmenten en daardoor is de kans op verspreiding daarbij groter. Dat zie je met name nu bij jongeren die elkaar opzoeken of op vakantie zijn. Ze gaan weer naar uitgaansgelegenheden. Daar staat de muziek hard, dus gaan ze luider praten, welhaast schreeuwen. Als je veel drinkt, wordt de mond vochtig en produceert meer druppels. Dat is mogelijk een goede verklaring voor de piek die je nu ziet.”
Mondkapjes gaan dit tegen?
“Inderdaad. Daarom pleit ik ervoor dat mondkapjes binnen en buiten op drukke plekken worden gedragen. Dat is een belangrijke oplossing om druppels tegen te houden. Ik begrijp niet waarom de regering hier zo moeilijk over doet. Ik ben net terug van vakantie in België, daar is het heel normaal in bijvoorbeeld de supermarkt. Uiteraard is het beter als we allemaal 1,5 meter afstand houden, maar daar houden te weinig mensen zich aan.”
Toch zien we in België ook veel besmettingen. Een van de redenen om geen mondkapjes te gebruiken is dat ze niet goed toegepast worden. Mensen zitten bijvoorbeeld met hun handen aan de voorkant of binnenkant van het mondkapje, in plaats van aan het elastiek wat veel hygiënischer is.
“In een supermarkt heb je in Nederland op dit moment geen controle over hoe anderen jou benaderen en eventueel kunnen besmetten. Bij een mondkapje ben je zelf verantwoordelijk voor hoe je het ding draagt. Die discipline moet je zelf opbrengen en daardoor heb jij daar zelf de controle over. Dat is beter.”
“Er is nog geen keihard bewijs dat aerosolen, de kleine deeltjes die in de ruimte blijven hangen, schadelijk zijn. Er zijn wel aanwijzingen. Daarom is het verstandig om te ventileren. Zet ramen tegen elkaar open, zodat verse lucht binnenkomt.”
Een van onze lezers heeft een vraag over ventilatie. Ze heeft heteluchtverwarming, waarbij de lucht wordt afgezogen, door een filter gaat en dan weer opnieuw wordt gebruikt. Kan dit kwaad bij virusbesmettingen?
“Daarbij wordt de lucht opnieuw gecirculeerd. De vraag is dan hoe goed deze gefilterd wordt. In principe is het beter om altijd verse lucht te krijgen. Als aerosolen schadelijk zijn, dan moet zo’n filter heel fijnmazig zijn. Dat levert weer hogere weerstand op, waar je de lucht goed doorheen moet blazen. Dat dient allemaal op elkaar afgestemd te worden. Het verschilt per installatie of dit mogelijk is.”
Helpen ventilatoren om de lucht beter te circuleren?
“Jazeker, wanneer je ze plaatst bij een raam, zodat je verse lucht naar binnen blaast of juist de oude lucht naar buiten laat gaan. Je moet dan wel zorgen dat je twee ramen tegen elkaar openzet, zodat aan de ene kant verse lucht binnenkomt en aan de andere kant vieze lucht naar buiten gaat. Wanneer het waait gebeurt dit vaak vanzelf. Is het windstil dan kan een ventilator een beetje helpen.”
We kregen een aantal vragen over mensen die thuiswerken en daar hun klanten ontvangen, bijvoorbeeld van een zanglerares. Zij kan nu nog de ramen openzetten voor goede ventilatie. Maar hoe moet het als het straks kouder wordt?
“Houd dan zo lang mogelijk nog de ramen open, doe als je het koud krijgt warmere kleren aan. Is het daar echt te fris voor? Lucht dan na de zangles de ruimte een kwartier door alle ramen open te zetten en zelf naar een andere plek te gaan. Je kunt ook nieuwe mechanische ventilatie aan laten leggen. Maar dat is een investering en je moet dan wel eerst nagaan hoe goed het werkt. Kijk uit voor bedrijven die hier een slaatje uit willen slaan.”
Dat doet me denken aan bedrijven die ventilatiesystemen maken en nu actief de media zoeken. Zo had RTV Noord onlangs een interview met een eigenaar van zo’n bedrijf. Hij beweerde dat de ventilatie op middelbare scholen mogelijk niet goed was, zonder echt onderzoek te hebben gedaan. Diegene probeerde natuurlijk vooral zijn eigen systemen te verkopen. Wat is een juiste aanpak om te bepalen of de ventilatiesystemen op scholen en in kantoren goed werken?
“Je moet eerst de luchtstroom goed in kaart brengen. Vaak is het probleem dat de lucht niet overal wordt ververst. Het mooiste is wanneer de luchtbewegingen alle hoeken en gaten bereiken. Meestal heb je aan een kant een invoer en aan de andere kant een afvoer. Daartussen wil je turbulentie veroorzaken, zodat de nieuwe en oude lucht mengen en alles wordt ververst. Met stromingsonderzoek ga je na of dit afdoende werkt in een ruimte.”
Moeten we nu dan massaal die ruimtes gaan onderzoeken?
“Nee, ik zou daar nu niet op wachten. Ik zou nu met de huidige inzichten zo praktisch mogelijke maatregelen nemen. We weten al van veel dingen dat het werkt. Bijvoorbeeld de lucht bij de invoer hard genoeg naar binnen blazen. Ook is het verstandig ventilatoren te plaatsen op bepaalde plekken waar onvoldoende beweging van de lucht is, bijvoorbeeld in de hoeken en aan de zijkanten. Zo dwing je de lucht zichzelf te verversen. Dit is met name belangrijk als zo’n punt ver van de invoer van verse lucht zit.”
Jij pleit ervoor dat mensen niezen in hun shirt of een (zelfgemaakte) hoestzak. Lezers vragen zich af of een zakdoek een nog beter alternatief is.
“Nee, dat is het niet. Een deel van de druppels vang je op, maar als je een doek zo dicht bij je neus houdt dan is de snelheid daar het hoogst en creëer je een vernauwing die als een soort springplank van de druppels dient. Dat is vergelijkbaar met niezen in de binnenkant van je elleboog. Bij een hoestzak en een shirt kunnen geen druppels ontsnappen. Je vernauwt dan ook niks, maar vangt alles op in een grote ruimte. Bovendien raak je een zakdoek met je handen aan en daarmee besmet je mogelijk weer anderen.”