Obesitas verhoogt het risico op diabetes, hartproblemen en kanker. Toch aarzelen veel artsen om het onderwerp ter sprake te brengen. Ook sommige patiënten zijn zich niet bewust van de risico’s.
‘Een beetje te dik? Dan leef je langer’, kopte onder andere RTL-nieuws ruim 12 jaar geleden. Uit dit inmiddels achterhaalde en omstreden Amerikaanse onderzoek zou namelijk blijken dat mensen met obesitas (BMI van 30 tot 35) niet vaker sterven dan mensen met een ‘normaal’ gewicht. Mensen die ‘gewoon’ overgewicht hebben (een BMI tussen de 25 en de 30) zouden zelfs minder vaak overlijden dan mensen met een normaal gewicht. Het gerenommeerde artsenvakblad Medisch Contact noemde overgewicht in een bericht over het onderzoek zelfs ‘gezond’.
Ook een Rotterdamse studie uit 2009 concludeerde dat ouderen met overgewicht niet per se korter leven dan mensen met een gezond gewicht. Wel hebben ze volgens de studie een grotere kans om allerlei gezondheidsklachten te ontwikkelen.
Het zijn opzienbarende conclusies die eens in de zoveel tijd opduiken in de media. Tegelijkertijd zijn er steeds alarmerende berichten dat het aantal mensen met overgewicht en obesitas toeneemt. Deskundigen waarschuwen voor de gevolgen: te veel lichaamsvet op de verkeerde plekken is verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de kankerdiagnoses, diabetes, hart- en vaatziekten en nog veel meer nare aandoeningen. Hoe groot zijn die risico’s eigenlijk? En kunnen we de risico’s verkleinen?
Ontregelend vet
Overtollig vet dat zich opstapelt in de buik, rond de organen, is het gevaarlijkst, zagen we al in de aflevering Meer dan vet. Is je middelomtrek als vrouw groter dan 88 cm, of als man 102 cm? Dan loop je een veel groter risico. Overtollig buikvet beïnvloedt namelijk zo’n beetje alle processen in je lichaam. Ga je, door wat voor oorzaak dan ook, overtollig vet opslaan, dan worden vetcellen groter. Komt er nog meer vet bij, dan wordt vet ook opgeslagen in organen, zoals de lever.
Bij obesitas verandert de manier waarop vetcellen signalen naar de rest van het lichaam sturen. Een van de belangrijkste effecten is dat ze minder adiponectine aanmaken, een hormoon dat helpt om je lichaam gevoelig te houden voor insuline. Hierdoor kan het moeilijker worden om bloedsuiker goed te reguleren, wat uiteindelijk kan bijdragen aan type 2 diabetes. Niet iedereen die te veel buikvet heeft, wordt ongevoelig voor insuline, maar de meeste mensen met obesitas hebben wel degelijk enige mate van ongevoeligheid voor insuline.
Ongevoeligheid voor insuline en een hoog bloedsuikergehalte beschadigen bloedvaten, met onder andere hoge bloeddruk, hoge cholesterolwaarden en leververvetting tot gevolg. Overvolle vetcellen geven bovendien signalen af die schadelijke ontstekingsreacties in gang zetten.
Ziek door vet
Waar dat allemaal toe leidt? De cijfers liegen er niet om. “Obesitas veroorzaakt ruim 200 ziekten en kan vrijwel alle chronische ziekten verergeren of moeilijker behandelbaar maken”, zegt Liesbeth van Rossum, internist en hoogleraar obesitas en stresshormonen bij het Erasmus MC. Ze somt er een paar op: diabetes, hartproblemen, leververvetting, depressie, verminderde vruchtbaarheid, slaapapneu. Dertien soorten kanker worden mede veroorzaakt door obesitas, waaronder borstkanker en darmkanker. Samen zijn die dertien kankersoorten verantwoordelijk voor 40 procent van de nieuwe kankergevallen.
Ook minder voor de hand liggende aandoeningen kunnen te maken hebben met obesitas, vertelt Van Rossum. Veel ziektes die iets te maken hebben met ontstekingsreacties bijvoorbeeld, zoals niet-allergische astma die op latere leeftijd ontstaat. Maar ook artrose, vroeger vooral gezien als gewrichtsslijtage, blijkt deels te komen door de sluimerende ontstekingsreacties bij obesitas. Mensen met de chronische darmziekte van Crohn blijken minder ontstekingsreacties te hebben als ze tegelijkertijd ook behandeld worden voor obesitas. Dat kan bij sommigen bovendien een flink aantal dure infusen per jaar schelen.
Een vergelijkbare vicieuze cirkel is er bij polycysteus-ovariumsyndroom (PCOS), dat bij zo’n tien procent van de vrouwen voorkomt. Deze vrouwen hebben cystes op hun eierstokken en geen of een afwijkende eisprong. De hormonale veranderingen die daarmee gepaard gaan, kunnen samen met een toenemende insulineresistentie zorgen voor gewichtstoename. En obesitas zelf verhoogt ook weer de kans op PCOS, met een verminderde vruchtbaarheid tot gevolg.

Overtollig buikvet beïnvloedt zo’n beetje alle processen in je lichaam.
Freepik, jcompBewustwording
Veel mensen zijn zich misschien onvoldoende bewust van de gevolgen van obesitas, denkt Pim Assendelft, hoogleraar preventie in de zorg bij het Radboudumc. Verhalen dat obesitas best gezond kan zijn, dragen daaraan bij. “Er zullen heus mensen zijn die niet ziek worden van obesitas, maar je weet van tevoren niet wie dat zijn. Helaas is het wel duidelijk dat mensen met obesitas veel grotere risico’s lopen.” Het is een beetje hetzelfde verhaal als dat van de opa die rookte als een schoorsteen 95 werd. Desondanks zal niemand beweren dat roken gezond is.
Maar als de gevolgen van obesitas zo ernstig zijn, waarom begint de huisarts er dan niet over? Sommige huisartsen roeren het onderwerp niet aan, weet Van Rossum. Als de patiënt eigenlijk voor iets anders komt, ervaren huisartsen vaak tijdgebrek om het serieus te bespreken. En het is een gevoelig en vaak stigmatiserend onderwerp.
— Pim AssendelftPas als mensen door een ziekte de ernst van de consequenties inzien, schrikken ze
“Deels is overgewicht natuurlijk het gevolg van een ongezonde leefstijl”, zegt Assendelft. “Dat is gedrag. En als je iemand aanspreekt op gedrag, zul je vaak weerstand ontmoeten. Daarom hebben ze het er maar niet over.” Zelf denken veel mensen met overgewicht of obesitas trouwens ook dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor hun gewicht, en zoeken daarom niet altijd hulp.
Toch verwachten mensen wel dat hun huisarts het overgewicht of obesitas ter sprake brengt als de gevolgen werkelijk zo ernstig zijn, blijkt uit onderzoek waar Assendelft bij betrokken was. “Doet de huisarts dat niet, dan geeft die de patiënt impliciet de boodschap mee dat het allemaal wel mee zal vallen”, zegt hij. Assendelft denkt dat meer bewustwording wel kan helpen. “Pas als mensen door een ziekte de ernst van de consequenties inzien, schrikken ze”, weet hij uit de tijd dat hij zelf nog het huisartsenvak uitoefende.
Ook van Rossum herkent dat veel artsen obesitas niet ter sprake brengen in de spreekkamer. En als ze dat wel doen, dan is dat vaak op een oordelende manier. “Zo van: ‘u heeft een hoge bloeddruk, maar u moet eerst op dieet, want u bent te dik.” Maar als je vraagt ‘Vindt u het goed dat we het ook even over uw gewicht hebben?’, dan vindt bijna iedereen het nuttig en ook prettig om dat te bespreken.”
Over gewicht
Bijna de helft van de volwassenen in Nederland heeft overgewicht en obesitas neemt snel toe. Wanneer heb je eigenlijk obesitas? Wat zijn de oorzaken en wat kunnen we eraan doen?