De Nobelprijs voor de Vrede gaat dit jaar naar vier Tunesische organisaties: vakbond UGTT, een mensenrechtenorganisatie, een werkgeversorganisatie en een Orde van Advocaten. Zij ontvangen de prijs voor hun inzet bij het realiseren van een vreedzame overgang naar een democratie in Tunesië.
Wie tegenwoordig aan de Arabische Lente denkt, denkt vooral aan mislukking. Waar massabewegingen voor meer democratie en mensenrechten vanaf december 2010 de straat op gingen in de hoop massaal democratische regimes te lanceren, is inmiddels de desillusie in veel landen groot. Van Egypte, waar het leger weer de macht greep na een strijd met de moslimbroeders, tot in Libië, waar in veel gebieden nu anarchie heerst. In Syrië liepen demonstraties tegen president Assad uit op een bloedige burgeroorlog, die tot op de dag van vandaag veel slachtoffers eist. In weer andere Arabische landen, zoals Marokko, is er mondjesmaat wel wat veranderd, maar echte democratie is nog ver te zoeken.
Geen van deze situaties geldt echter voor Tunesië, dat na haar ‘lente’, de Jasmijnrevolutie, van een dictatuur transformeerde in een ware democratie, die inmiddels de steun geniet van grote delen van de bevolking. Dit succes was in 2013 bepaald nog niet vanzelfsprekend. Toen werd de prille democratie namelijk bedreigd door moordpartijen door onder meer extreme moslims en militia.
Dat de democratie desondanks niet ten onder ging is voor een groot deel te danken aan de inspanningen van de vier winnende NGO’s: vakbond UGTT, de Orde van Advocaten, een Tunesische werkgeversorganisatie en een mensenrechtenorganisatie, zo meent het Nobelprijscomité. Te midden van het geweld richtten ze het ‘Nationale Dialoogkwartet’ op om de spanningen op een vreedzame manier op te lossen. Ook lobbyden ze bij de regering voor meer democratie en mensenrechten. Dat leidde onder meer tot grondrechten zoals gelijkheid voor de wet ongeacht geloof, geslacht of politieke overtuiging voor de bevolking.
De partijen geven aan erg blij te zijn met de prijs, die op 10 december dit jaar in Oslo uitgereikt zal worden door de Noorse koning Harald V. De Nobelprijzen zijn vernoemd naar de steenrijke Zweedse scheikundige en industrieel Alfred Nobel (1833-1896), die ze in het leven riep.