Naar de content

Nieuwsgierig aagje verdeelt de aandacht

Resultaten publieksonderzoek naar nieuwsgierigheid

Kind met tablet
Kind met tablet
Freepik

Mensen die hoppen van het ene naar het andere onderwerp hebben een slechter imago dan mensen die zich verdiepen. Tot verbazing van Maartje Raijmakers bleek uit haar onderzoek dat deze ‘hapsnappers’ meer onthouden en nieuwsgieriger zijn.

20 september 2024

Zelf is Raijmakers al een loopbaan lang nieuwsgierig naar hoe mensen op kunnen groeien van baby naar volwassene door het verwerven van kennis. Dat is ‘filosofisch een heel ingewikkeld thema’, vertelt ze. “Als jij als baby ter wereld komt, is er nog niet eens een begrippenapparaat. Toch ontwikkel je. Hoe kan dat eigenlijk? Dat ontwikkelingsproces vind ik één van de meest fascinerende dingen.”

Volgens de onderzoeker zien we dat leren vaak als iets cultureels, dat we vanuit de maatschappij opgelegd krijgen. “Maar voor een groot deel moet jij jezelf wegwijs maken in deze wereld. Uit eyetracking-onderzoek dat ik deed met baby’s blijkt dat kinderen van 4 tot 6 maanden al een beeld op een scherm aan het ontdekken zijn. Ze bestuderen nieuwe dingen tot ze verveeld raken, wat betekent dat er al een nieuwsgierige basis is. Het evolutionaire voordeel van nieuwsgierigheid is dat dingen voorspelbaar worden als je leert. Dat verhoogt de overlevingskansen. Als je echter te veel exploreert, kan je in onzekere situaties terechtkomen waarin vervelende dingen gebeuren.”

Raijmakers is namens de Universiteit van Amsterdam ook bijzonder hoogleraar, met wetenschapsmuseum NEMO als leerstoel. Als de ontwikkelingspsycholoog in het verleden door NEMO liep, viel het haar vaak op dat veel kinderen van de ene naar de andere activiteit gingen. ‘Hapsnap’, zoals ze dat zelf noemt. “Eigenlijk wordt het helemaal niet positief beoordeeld als kinderen snel, dus in een hele korte tijd, alles bekijken. Juist wanneer kinderen zich langere tijd in één thema verdiepen, wordt dit als iets positiefs ervaren.”

Korte aandacht, groot resultaat

Het publieksonderzoek van Raijmakers haalt dat sentiment onderuit; ook tot haar eigen verbazing. 3867 mensen tussen de 6 en 105 jaar vulden een vragenlijst in over hun nieuwsgierigheid in het dagelijks leven, waaruit naar voren komt hoe nieuwsgierig iemands karakter is. De deelnemers konden daarnaast rondkijken in een omgeving met filmpjes en animaties over menselijk gedrag en het menselijk lichaam, die bijvoorbeeld de vraag beantwoorden waarom we een moedervlek geen vadervlek noemen. Ook waren er spectaculaire beelden te zien, zoals superslomotion-filmpjes.

Juist de deelnemers aan het onderzoek die alles even kort wilden ontdekken, de ‘hapsnappers’, bleken karakterologisch het nieuwsgierigst te zijn. “Bovendien bleken zij in staat om wat ze gezien hadden het beste te onthouden. In die zin is snel en kort alles verkennen de meest effectieve strategie voor de meest nieuwsgierige mensen. Dat had ik vooraf niet verwacht en vind ik zelf de leukste uitkomst van ons onderzoek.”

Nieuwsgierigheid is iets individueels

Het negatieve sentiment rond ‘hapsnap’-aandacht kan ertoe leiden dat ouders en leraren dit willen onderdrukken. “Dat dit niet altijd terecht is, is denk ik één van de belangrijkste leerpunten uit ons onderzoek. Een ander belangrijk punt is dat mensen, binnen alle leeftijden, simpelweg veel verschillende strategieën gebruiken in hun nieuwsgierige zoektocht. Naast mensen die kort iets verkennen heb je echte verdiepers, die veel langer de aandacht hebben. En je hebt mensen die graag nieuwe kennis opdoen, maar ook mensen die juist nieuwsgieriger zijn naar nieuwe ervaringen.”

Volgens Raijmakers zou het daarom goed zijn als mensen in hun nieuwsgierigheid individueel de ruimte krijgen. Dat de inhoud in een museum en de leermethode in een schoolklas zoveel mogelijk worden aangepast aan individuele verschillen, behoeften of leerstrategieën. “Je leert vaak iets omdat je nieuwsgierig naar iets bent. Nieuwsgierigheid zorgt er ook voor dat je het beter onthoudt. Die intrinsieke motivatie om te leren is heel belangrijk. Daarom loont het om vanuit die interesse informatie aan te bieden: dan heeft de ontwikkeling een zelfversterkend effect. Je leert wat, vindt dat leuk en daarom wil je er meer over opzoeken. Dingen die je op school leert kunnen het tegengestelde effect hebben: door de manier waarop het bij leerlingen overkomt willen die er daarna soms niks meer mee te maken hebben. Daar moeten we meer over nadenken. We zouden ervoor kunnen zorgen dat het onderwijs meer positief zelfversterkend wordt. Dat kan door differentiatie.”

Weekend van de Wetenschap 2023 in NEMO

Maartje Raijmakers met Robert Dijkgraaf tijdens Weekend van de Wetenschap 2023

Maartje Raijmakers

Les voor de leraar

Daarom moeten we goed begrijpen hoe die individuele verschillen bij kinderen eruitzien, betoogt Raijmakers. Dat geldt niet in de laatste plaats voor leerkrachten. Het vereist dat we op een andere manier naar onderwijs kijken. “Op veel lerarenopleidingen leer je eerst orde te houden, dan leer je didactische vaardigheden en pas als dat op orde is, oefen je met differentiëren, oftewel het onderwijs aanpassen op individuele noden. Dat laatste zien we als iets extra’s, niet als iets dat hoort bij de basis. Dat is heel jammer.”

Ook zou het volgens de onderzoeker goed zijn als we leraren bewuster maken over waarom we onderwijs geven. “Als een leraar een leerling goed kan laten zien waarom aardrijkskunde voor hem of haar belangrijk is, neemt de nieuwsgierigheid waarschijnlijk toe. Ook dit kan een zelfversterkend effect hebben.”

Museum als vliegwiel voor kennis

Het publieksonderzoek zorgde er ook voor dat Raijmakers anders aan ging kijken tegen de rol van musea, zoals ‘haar’ wetenschapsmuseum NEMO. “Zelf was ik altijd van mening dat de kinderen veel moeten nadenken over wat ze zien in het museum. Maar misschien is dat ter plekke verdiepen helemaal niet het belangrijkste. Belangrijker is dat wij ze interesseren voor het technologische en wetenschappelijke perspectief, zodat zij ook buiten musea hun oren en ogen meer openen. Dat ze met plezier kijken naar de wereld en dat we een vliegwiel zijn: we brengen interesse op gang, die zichzelf moet bedruipen. Het hapsnap-rondkijken is daar wellicht ook een mooie strategie voor.”

Het publieksonderzoek van Raijmakers werd vorig jaar gestart tijdens het Weekend van de Wetenschap. Dit jaar vindt het Weekend van de Wetenschap op 5 en 6 oktober plaats.