Naar de content

Nieuwe sensoren laten rolstoelsporters beter presteren

Bo Kramer, een rolstoelbasketballer van TeamNL.
Bo Kramer, een rolstoelbasketballer van TeamNL.
marchollander.nl, TU Delft

Betere prestaties van rolstoelsporters, dankzij sensoren die bewegingen meten. Daarvoor zorgt Rienk van der Slikke met zijn promotie-onderzoek. Hij hoopt dat het leidt tot meer medailles op de Paralympische Spelen van 2020.

30 mei 2018

Bij veel topsporters wordt al een tijd van alles en nog wat gemeten. Tijdens trainingen en wedstrijd houden coaches onder meer nauwkeurig bij hoeveel meters spelers afleggen en welke inspanning ze leveren. “Maar de rolstoelsport blijft daarbij achter”, zegt Rienk van der Slikke, die onlangs promoveerde aan de TU Delft. “Daar wordt veel minder gemeten.”

Van der Slikke brengt daar verandering in. Hij ontwikkelde een meetsysteem dat met behulp van sensoren nauwkeurig in beeld brengt wat een rolstoelsporter doet tijdens een training of wedstrijd. Het meet hoe hard een speler rijdt, hoeveel afstand hij aflegt en hoe snel hij draait. “Die gegevens worden op de computer geanalyseerd en daarmee kan een coach beter trainen. Hij kan dan zeggen dat die sporter sneller of meer moet draaien, afhankelijk van de sport, positie en de beperking”, aldus de onderzoeker.

Omvallen

Uit de metingen kan ook blijken dat een sporter beter af is met ander materiaal. Rolstoelsporters zijn daar natuurlijk afhankelijk van. De tennisbond schafte het meetsysteem van Van der Slikke al aan om na te gaan of hun rolstoeltennissers beter presteren met een andere hoepel. Dat is het deel van het wiel dat aan de buitenkant zit, waar sporters aan duwen om zich voort te bewegen. “Deze hoepel is normaal een ronde buis en we onderzoeken nu of een vlakkere variant beter is. Dan is het makkelijker om het racket vast te houden tijdens het verplaatsen en kan je toch hard duwen. Maar zo’n beslissing neem je niet zomaar, daarvoor gaan we meten hoe goed de prestaties zijn met de verschillende hoepels.”

Het meetsysteem van Van der Slikke bestaat uit kleine sensoren ter grootte van luciferdoosjes die op de wielen en het frame worden geplaatst. De sensoren gebruiken deels dezelfde apparatuur als ook in je telefoon zitten: een gyroscoop en een versnellingsmeter. Bij je telefoon zorgen deze sensoren ervoor dat je schermpje meedraait als het ding kantelt. “Bij de rolstoel weten we door de gyroscoop de hoeksnelheid en hoe snel en vaak iemand draait.”

Deze gegevens verzamelen is een belangrijke stap, maar daarna moeten ze ook nog geanalyseerd worden. Daarvoor maakte Van der Slikke een rekenprogramma. “Die herkent wanneer wielen slippen of als iemand omvalt en het wiel nog doordraait. Op die momenten wordt wel een versnelling gemeten, maar gaat niemand vooruit.”

Google Maps voor rolstoelers

Hij testte de apparatuur bij basketballers, tennissers en rugby’ers. “Ik werd overal met open armen ontvangen. De topsporters zijn heel benaderbaar en nieuwsgierig. De rugbyers beuken er flink op los en daar moest ik de apparatuur extra beschermen, door het beter vast te zetten met tape en antislipmateriaal. Anders gingen de sensoren kapot als iemand werd geramd.”

Van der Slikke hoopt dat naast de tennisbond nog meer topsporters zijn meetmethode en sensoren gaan gebruiken. “Ze zitten nu al midden in voorbereiding op de Paralympische Spelen van 2020, dus dit is een goed moment om in beeld te brengen hoe sporters presteren. Ik wil ook nog verbeteringen aanbrengen. Momenteel is er nog een extra analyse nodig van een specialist, zoals ikzelf, om na te gaan of alle data goed is verwerkt. Ik wil de methode veel toegankelijker maken. Zodat het werkt als een fietscomputer en je na of zelfs al tijdens het sporten direct afleest hoe het gaat.”

Daarnaast wil de onderzoeker dat zijn meetmethode ook voor andere mensen in een rolstoel beschikbaar maken. “Ook zij hebben er baat bij. Bijvoorbeeld tijdens het revalideren. Je brengt dan in beeld wat mensen de hele dag in een rolstoel doen. Misschien nemen ze te veel hooi op hun vork of doen ze juist te weinig. Het is ook mogelijk dat ze te hard duwen op plekken waar veel weerstand is, omdat er keien op de weg liggen in plaats van stoeptegels. Dan kan je aangeven dat je die ondergrond moet mijden. In het verlengde hiervan hoop ik ooit nog eens een Google Maps te maken voor rolstoelers, waarmee je precies kan zien hoeveel vermogen en inspanning verschillende ondergronden kosten. Die zie je dan overzichtelijk op een kaart en daar heeft iedereen in een rolstoel wat aan.”

ReactiesReageer