“De neuro-economie is veelbelovend genoeg om zich te kunnen vestigen, maar zal zijn belofte nooit inlossen,” zo reflecteert Filosoof Pim Klaassen in zijn proefschrift op het tienjarig bestaan van de neuro-economie. Hij verdedigde zijn resultaten aan de Universiteit van Amsterdam.
De hersenen zijn overal, viel filosoof Pim Klaassen zes jaar geleden op. “Je hoefde alleen maar een boekhandel in te lopen. Na de bestsellers van Victor Lamme en Dick Swaab volgde een explosie aan boeken die vertellen over hoe ons brein maakt wie wij zijn.” Is dat zo, vroeg Klaassen zich af, zijn we daar onderhand van overtuigd? Het deed hem denken aan de hype die in de jaren ’80 en 90 over de genetica ontstond. “Toen ik twintig jaar geleden op de middelbare school zat, heerste het geloof dat we doen wat we doen dankzij onze genen. Die belofte is grotendeels onderuit gehaald: ons DNA blijkt een verre van compleet beeld te geven van ons karakter.”
“Nu heeft de hersenwetenschap dezelfde iconische status verkregen”, zegt Klaassen. “Omdat hersenwetenschappers de sleutel tot onze identiteit in handen lijken te hebben, willen ‘softe’ vakgebieden steeds vaker wat meepakken van de ‘harde’ neurowetenschappen. Zo zijn de neuropsychologie en de neurofilosofie ontstaan, maar ook de neurotheologie en de neuro-esthetiek .” Neurotheologie? “Ja, echt! Neurotheologen vragen zich af hoe het komt dat we met ons brein religieuze ervaringen kunnen ervaren. Waar in het brein zit God? Neuro-esthetici onderzoeken hoe ons brein schoonheid ervaart, en wat dat zegt over ons beeld van schoonheid.”
Het vakgebied dat het hoogst van de toren blaast is de neuro-economie, zegt Klaassen. Dit vakgebied combineert denkbeelden uit de economie, psychologie en neurobiologie om het handelen van de mens, de Homo neuro-economicus, beter te begrijpen. “Veel van de dynamiek van de neuro-economie kan worden verklaard vanuit de hoop en verlangens die er vanuit gaan”, ontdekte Klaassen tijdens zijn promotie. “En die hoop blijkt vaak ijdel te zijn.” In zijn proefschrift legt Klaassen vanuit historisch perspectief uit waarom dit zo is. Hij verdedigde zijn resultaten op 24 oktober aan de Universiteit van Amsterdam.
Geen absolute waarheid
De denkbeelden van de Poolse filosoof Ludwik Fleck hebben het kader gevormd voor Klaassens proefschrift. “Fleck leefde in eind 19e, begin 20e eeuw. Hij was als wetenschapsfilosoof – ook al was hij eigenlijk microbioloog – geïnteresseerd in de manier waarop feiten worden gevormd. Er is niet zoiets als absolute waarheid, zei hij. Of een bevinding als een feit kan worden gezien, is afhankelijk van de aannames en verlangens van wetenschappers, hoe vergezocht deze wel of niet zijn, de vragen die zij zich stellen om tot die feiten te komen.”
Klaassen keek door Flecks bril naar neuro-economen: hoe komen zij tot hun feiten? “Een van hun speerpunten is de claim dat ‘het hormoon oxytocine het vertrouwen van mensen vergroot’. Uit de naam neuro-economie spreekt een belofte: hiermee zetten we de economie, een ‘slappe’ wetenschap – het is immers een speculatief vakgebied waar vanalles mis gaat – op het voetstuk van de neurobiologie, een ‘harde’ wetenschap, waarin aannames gebaseerd zijn op experimenteel onderzoek. Maar deze claim over oxytocine is in de neurobiologie niet bewezen, waardoor neuro-economen nog steeds allerlei aannames uit de economie, psychologie, maar ook de speltheorie moeten aanslepen om tot hun feiten te komen. Neurobiologische theorieën blijken maar een klein radartje in het de machine die wil aantonen wat er omgaat in het neuro-economische brein.”
Zo bevindt de neuro-economie zich in een onmogelijke positie, zegt Klaassen. “Het vakgebied is succesvol genoeg om zich te kunnen vestigen, maar een groot deel van de beloftes kan gewoon niet binnen de beloofde kaders worden verwezenlijkt.” Klaassen is benieuwd hoe het vak zich in de toekomst zal ontwikkelen. “Men heeft de motor wel aan de praat gekregen, maar nu deze eenmaal pruttelt, blijkt deze weinig brandstof te hebben. De grote ambities van het vakgebied draaien het juist de nek om.”
Een radicaal maar sprekend voorbeeld is de belofte van Willem Verbeke, neuro-econoom en hoogleraar sales en account management aan de Erasmus Universiteit. In 2009 zat Verbeke bij Pauw & Witteman aan tafel, en stelde hij dat het sollicitatiegesprek over vijf jaar zal zijn vervangen door een fMRI-scan. Want over vijf jaar, zei Verbeke, kunnen we karaktereigenschappen zoals sociale intelligentie en verkooptalent afleiden van hersenactiviteit. We zijn nu vijf jaar verder: het is niet gelukt, en lijkt nog steeds onhaalbaar.